Praktische didactiek voor Engels in het basisonderwijs
Summary of the didactic model of English in primary schools: the four-phase model. Ch. 6,7,8,9: introductory phase, input and processing phase, training phase, transmission phase Main chapters of this book
praktische didactiek voor engels in het basisonderwijs
samenvatting
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Haagse Hogeschool (HHS)
Lerarenopleiding Basisonderwijs / PABO
Engels didactiek
All documents for this subject (1)
1
review
By: iiriis23 • 8 year ago
Translated by Google
practical and brief explanation of what the learning is sufficient
Seller
Follow
elwinvdv
Reviews received
Content preview
Praktische didactiek voor Engels in het
basisonderwijs
Sibilla Oskam
Samenvatting hfd. 6,7,8,9:
Vierfasenmodel: vakdidactisch model voor
Engels in het bao
Vierfasenmodel = vakdidactisch model voor Engels in het basisonderwijs waar bij het leerproces via vier fasen verloopt
om het rendement van de lessen te waarborgen:
Introductiefase
startfase van een nieuw onderwerp waarin de leerkracht voorkennis inventariseert, de leerlingen motiveert voor het
nieuwe onderwerp en aangeeft wat ze straks kunnen doen.
Inputfase
fase waarin de leerlingen luisterfragmenten beluisteren over het onderwerp en waarin nieuwe stof wordt
gepresenteerd. De input wordt verwerkt naar vorm en inhoud met behulp van richtvragen.
Oefenfase
fase waarin de kinderen de nieuwe gepresenteerde stof oefenen in schriftelijke en mondelinge oefeningen, oplopend
van receptief naar (re-)productief en van gesloten naar minder gesloten.
Overdrachtsfase
fase waarin de leerlingen laten zien hoe ze het geleerde toepassen in verschillende situaties. Ze gebruiken ook
voorkennis en buiten school geleerd Engels.
,Hfd. 6: introductiefase (prereceptief)
- activeren van voorkennis
-warming-up voor inputfase
6.1
In het EIBO-vierfasenmodel heeft de introductiefase inhoudelijk veel gewicht. Deze fase bereidt voor
op de luister- of leestekst in de inputfase.
De introductiefase heeft voornamelijk een motiverende functie: de leerling nieuwsgierig maken naar
en vertrouwd maken met de nieuwe taal die hem in de inputfase zal worden aangeboden. Het
rendement van de leerstofinhoud is voor een groot deel afhankelijk van een juiste invulling van de
introductiefase.
6.2: de voorkennis activeren
Met voorkennis wordt ook de latente woordenschat bedoeld: de woordenschat die kinderen buiten
school verworven hebben.
Belangrijke factoren bij het verwerven van taal zijn volgens Krashen motivatie en de hoeveelheid
relevant taalaanbod, en beide factoren worden vergroot door de taal die het kind zelf heeft verworven
bij alle lessen in te schakelen.
Het is belangrijk dat er in deze fase veel afwisseling in werkvormen is.
De volgende werkvormen kunnen worden gebruikt voor het activeren van voorkennis:
1) Klassengesprek: de eigen inbreng van de kinderen staat hierbij centraal. De voertaal is Nederlands
tijdens een klassengesprek, omdat er in de 1e fase nog geen taalproductie van de kinderen gevraagd
mag worden. Niet voor alle kinderen is een klassengesprek een goede werkvorm: dezelfde kinderen
zijn teveel aan het woord.
2) Woorden en plaatjes uit tijdschriften verzamelen: laat de kinderen in groepjes Engelse woorden en
plaatjes over het thema verzamelen. Door in groepjes te werken, kunnen ook de zwakkere leerlingen
hun bijdrage leveren, Deze werkvorm is geschikt voor allerlei thema’s.
3) Artikelen en voorwerpen laten meenemen: er kunnen ook voorwerpen of afbeeldingen worden
meegenomen die de latente woordenschat van de leerlingen rondom het thema activeren.
Bij al deze werkvormen is het belangrijk dat ze aansluiten bij de actualiteit en de leefwereld van de
kinderen.
6.2.4: Engels in het klaslokaal
De leerkracht kan ook op eenvoudige wijze de aandacht vestigen op Engels buiten de eigenlijke
Engelse lessen door bij de verschillende voorwerpen in het lokaal kaartjes op te hangen met de
Engelse namen van de voorwerpen. Hierdoor wordt op een natuurlijke manier het klankbeeld aan het
woordbeeld gekoppeld bij het gebruik van classroom language. Ook zal de schrijfwijze ongemerkt
worden ingeslepen.
6.2.5: Taalspelletjes om de woordenschat te consolideren
Nadat de voorkennis geactiveerd is, kan je spelletjes doen om de woordenschat te oefenen en te
consolideren. In deze receptieve fase zijn taalspelletjes waar geen taalproductie bij te pas komt het
meest geschikt: memory, bingo, picture bingo, lotto etc.
6.2.6: De introductiefase in de leerpakketten.
De leerkracht zal bij veel leerpakketten vaak zelf de voorkennis moeten activeren. In de recente
communicatieve leerpakketten wordt wel gebruik gemaakt van de voorkennis en eigen ervaringen van
de leerlingen, maar zeker niet consequent bij elk thema.
6.3: taalfuncties voorbereiden
In de introductiefase activeren we niet alleen de woordenschat, maar ook die taalfuncties die in de
latere fasen aan de orde komen. Denk bijv. aan functies van taal in een winkel: vragen,
,verkoopgesprek, klant-verkoper etc. Denk als leerkracht na welke taalfuncties je aanbiedt in de
introductiefase: kijk o.a. naar het lesoverzicht.
Kijk naar blz. 114,115,116 voor oefeningen waarin functies van taal aan bod komen.
6.4: de warming-up voor de inputfase.
Als er van tevoren niets over de inhoud van de luistertekst wordt verteld, raken de leerlingen al bij het
begin het spoor volkomen bijster. De leerlingen moeten dus van tevoren globaal weten waar het over
gaat. Als de leerlingen zich kunnen concentreren op de belangrijke informatie, zullen ze meer profijt
hebben van de luistertekst beter proces van taalverwerving.
6.5: de leerdoelen van de introductiefase
- de leerling is gemotiveerd om de te presenteren tekst te beluisteren (of te lezen).
- de leerling is bekend met de betekenis van de woorden en structuren die noodzakelijk zijn om de te
presenteren tekst globaal te begrijpen.
- de leerling is op de hoogte van de belangrijkste gegevens, met name situatie, onderwerpen en rollen,
die in de luistertekst voorkomen.
6.6: activiteiten rond de EIBO-thema’s met jonge kinderen.
Ook met jonge kinderen die niet of nauwelijks kunnen lezen en schrijven kan een woordveld op een
speelse manier aan bod komen, bijv. hun favoriete eten, speelgoed etc. Om de woordenschat te
consolideren, kan na elk van deze activiteiten bijv. ‘food memory’, ‘clothes bingo’ etc. gespeeld
worden waarbij het geschreven woord geen rol speelt.
, Hfd.7 : de input- en verwerkingsfase (receptief)
- aanbod van nieuwe taal
- verwerking nieuwe taal door middel van gerichte opdrachten
7.1
In de inputfase wordt nieuwe taal met betrekking tot het thema aangeboden. Een gedeelte hiervan
zullen de leerlingen gaan gebruiken als zij gaan spreken in de volgende 2 fasen.
In de inputfase kan zowel een lees-luistertekst als een luistertekst worden aangeboden. Beide soorten
teksten bieden de noodzakelijk input om tot spreken te komen.
Het is wel belangrijk dat er een duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen deze soorten teksten.
- Lees-luistertekst: luisteren de leerlingen naar een dialoog, terwijl ze de geschreven tekst meelezen.
- Luistertekst: bedoeld om de luistervaardigheid te trainen. De leerlingen luisteren alleen naar de
gesproken tekst.
Het voordeel van een lees-luistertekst is dat deze langer kunnen zijn, wat het taalaanbod aanzienlijk
vergroot.
Als de leerlingen meer gevorderd zijn, kunnen ook leesteksten zonder klankondersteuning aangeboden
worden in de inputfase.
7.2: de luistertekst
Het trainen van luistervaardigheid is van belang omdat de inhoud van de luistertekst de input vormt
die de leerlingen nodig hebben om straks te kunnen gaan spreken.
Eibo- kerndoelen:
1) de leerlingen kunnen hoofdzaken halen uit eenvoudige informatieve en voor hen samengestelde of
aangepaste luisterteksten door gebruik te maken van contextgegevens en hun kennis van woorden.
2) de leerlingen kunnen gesprekspartners begrijpen door hun kennis van een voor het onderwerp of de
situatie relevante woordenschat in gesprekken over de bekende Eibo-onderwerpen in realistische
taalsituaties.
Een belangrijke voorwaarde voor een luistertekst is dat die een grote hoeveelheid natuurlijke
spreektaal bevat.
7.2.1: een groot aanbod van natuurlijke spreektaal
In het taalverwervingsproces bevinden we ons nog steeds in de receptieve fase(taal die nog niet actief
wordt gebruikt) , waarin het kind door intensief naar een grote hoeveelheid spreektaal te luisteren zelf
taal verwerft. Hoe meer input hoe beter. Zo hebben de kinderen in de overdrachtsfase meer taal tot hun
beschikking, omdat ze simpelweg vooraf veel input hebben gehad.
Volgens Krashen moet het taalaanbod begrijpelijk zijn, maar moet het niveau iets hoger liggen dan dat
van de taalverwerver. Het taalaanbod moet voor de luisteraar belangrijke info bevatten, zodat taal een
middel wordt. gebruik realistische luisterteksten.
Een luistertekst is realistisch als:
- er natuurlijke spreektaal wordt gebruikt
- de taal meteen toegepast kan worden in de praktijk
- functies en noties(woorden) bevat die vaak gebruikt worden
Een kenmerken van realistisch, natuurlijk taalgebruik is de overtolligheid: herhalingen, nutteloze
toevoegingen, stopwoordjes. Deze overtolligheid lijkt nutteloos. Het geeft de spreker meer tijd om te
formuleren, en de luisteraar meer tijd om informatie te verwerken.
Niet alleen het taalgebruik, maar ook het spreektempo en intonatie moeten natuurlijk zijn, dus niet
‘natuurlijke’ spreektaal die langzaam, duidelijk en nadrukkelijk wordt voorgelezen.
Achtergrondgeluiden kunnen storend werken, maar kunnen ook buitentalige informatie bevatten en
bijdragen tot het benaderen van de realiteit. (vliegveld; opstijgende vliegtuigen etc.)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elwinvdv. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.