Week 1
Hoofdstuk 1 - 17: Doel en Opbouw vragen
Wat is het bestuursrecht?
- Veelomvattend het bevat aspecten van strafrechtelijke aard
- Verreikend is sterk beinvloed door Europese regelgeving
Wat behandelt het bestuursrecht?
Het behandelt wetten, regels, normen en instrumente...
formele en materiele wetgevers regering amp sg en provincies en gemeenten
bijzondere bestuursrecht
Schule, Studium & Fach
Hoofdstuk 1
Alle Dokumente für dieses Fach (1)
Verkäufer
Folgen
Cowell
Deine Reviews
Inhaltsvorschau
Week 1
Hoofdstuk 1: Doel en Opbouw vragen
Wat is het bestuursrecht?
- Veelomvattend het bevat aspecten van strafrechtelijke aard
- Verreikend is sterk beinvloed door Europese regelgeving
Wat behandelt het bestuursrecht?
Het behandelt wetten, regels, normen en instrumenten van de overheid op
verschillende beleidsterreinen.
Wat bevat het bestuursrecht?
(1) Algemene regelgeving = Awb
(2) Bijzondere regelgeving = Woningwet
(3) Europees recht
Wat is op juridisch vlak het overeenkomstige kenmerk?
Het is altijd een eenzijdige rechtshandeling van de overheid gericht op een
rechtsgevolg, voor de burger die niet het recht heeft hiermee in te stemmen of
dit af te wijzen.
Noem de drie functies van het bestuursrecht?
(1) Recht van het bestuur = instrumentele functie gebruikt als middel om
beleidsvoornemens uit te voeren.
(2) Recht voor het bestuur = normerende functie het normeert het
bestuursoptreden. Bevat regels waaraan ze zich moeten houden.
(3) Recht tegen het bestuur = waarborgfunctie functie als middel om rechten
van de burger tegenover het bestuur veilig te stellen. Het biedt waarborgen
tegen eenzijdige overheidsingrijpen.
Noem de belangrijkste ‘vormers’, van het bestuursrecht (de bronnen)
(1) Wet en regelgeving: - formele en materiele wetgevers: regering & SG
en provincies en gemeenten
- Europese wetgever: Parlement, Commissie, Ministerra
(2) Jurisprudentie: rechterlijke uitspraken van nationaal als van EHRM.
(3) Annotatie: in juridische tijdschriften, brengen in verband met wetgeving
en wetenschappelijke literatuur.
(4) Literatuur: beinvloed door wetenschappelijke literatuur
geconstateerde verbanden en ontwikkelingen.
Hoe is het bestuursrecht onderverdeeld en leg uit
(1) Bijzondere bestuursrecht geclusterd naar onderwerp: sociaal, fiscaal recht
(2) Algemene bestuursrecht is van deze bijzondere delen een abstractie, geeft
algemene regels die op alle bijzondere
1
,deelterreinen van het bestuursrecht gelden
2
,Leg het verschil uit tussen het staatsrecht en het bestuursrecht
Staatrecht gaat meer over ‘passieve’ en globale grondregels voor
functioneren van de staat der Nederlanden.
Bestuursrecht meer over ‘actieve’ en specifieke regels voor concrete handelingen
van de overheid jegens de burger. Kan direct en actief betrokken zijn zoals het
Kiesrecht volgens artikel 4.
Noem de raakvlakken en verschillen tussen het strafrecht en
bestuursrecht.
Beiden punitieve (bestraffende) functies. Bestuursrecht heeft ook nog
reparatoire (herstellende) functies en regelingen die geen sanctioneel karakter
hebben.
Hoofdstuk 2: Relatie tussen algemeen en bijzonder bestuursrecht vragen
Waarom leidde het tot een omvangrijke wetgevingsoperatie?
Algemene bestuursrechtelijke regels doorwerken in alle bijzondere wetgeving
Hoe is het Awb te karakteriseren?
Als een aanbouwwet, elke fase/tranche gaat gepaard met aanpassingen van alle
bijzondere regelgeving.
Commissie wetgeving algemene regels van het bestuursrecht/Comisie Scheltema
Beschrijf de verschillende fases/tranches.
Eerste en tweede tranche: in 1994 wat de eerste acht hoofdstukken betrof.
Derde tranche: in 1998/9 hoofdstuk 10 en 9, betrof toezicht op
bestuursorganen.
Vierde tranche: in 2009, andere hoofdstukken met bijbehorende regelgeving met
betrekking tot bestuurlijke boetes en attributies
Wat is het bestuursrecht?
Het is flexibel, sterk gestructureerd, een zeer beweeglijk wetgevingssysteem.
Hoe verloopt de hoofdstukindeling van de Awb?
Het verloopt ‘gelaagd’ van abstract naar steeds specifieker.
Noem de vier verschillende soorten Awb recht.
(1) Dwingend recht: geldt voor het hele bestuursrecht, mag in beginsel niet
van afgeweken worden.
(2) Regelend recht: regels die men normaal moet volgen, maar het bestuur
in bijzondere gevallen van mag afwijken (‘tenzij bij wettelijk
voorschrift anders bepaald’).
0t
(4) Facultatief recht: regels waarbij de regelgever of bo zelf kan besluiten of er
gebruik van wordt gemaakt (afdeling 3.4 Awb).
Hoofdstuk 6: Bijzondere rechtsnormen vragen
3
, Wat houdt ‘gelede normstelling’ in?
Constructie waarbij de toepasselijkheid van een rechtsregel niet zomaar in de
wet is te vinden , maar in een combinatie van met elkaar samenhangende
regelingen.
Op welke niveaus vindt gelede normstelling plaats?
(1) algemene internationale rechtsnormen (2) algemene nationale wetten (3)
bijzondere nationale wetten (4) onderliggende (materiele) regelgeving (5)
beleidsniveau.
Noem twee soorten beslissingsvrijheid die de wetgever kan geven
(1) beleidsvrijheid is de vrijheid tot wel of niet beslissen
(2) beoordelingsvrijheid de wijze van beslissen, in hoeverre is bestuur
gebonden aan wettelijke beoordelingscriteria?
Hoe meer vrijheid van deze twee soorten het bestuur heeft met betrekking tot
belangenafweging rond bepaalde materie, hoe minder ruimte de rechter daartoe
krijgt.
Waaraan mag de rechter toetsen?
Mag alleen aan de wet en ongeschreven recht toetsen,. Hoe het bestuur gebruik
maakt van de beslissingsruimte mag hij slechts marginaal (grote
terughoudendheid) toetsen.
Wat is een gebonden bevoegdheid? Hoe kan de rechter toetsen?
De wet geeft zeer gedetailleerd aan hoe er gehandeld moet worden, voor bestuur.
Bestuur heeft weinig beleidsvrijheid en rechter heeft ruimte voor volle toetsing.
Wat is een vrije bevoegdheid? Hoe kan de rechter toetsen?
De wet geeft slechts kaders waarbinnen het bestuur moet blijven, een grote
discretionaire bevoegdheid (beslissingsruimte). Rechter heeft dan marginale
toetsing: grote terughoudendheid aan ongeschreven rechtsregels toetsen.
Hoe kijk je of het bestuur (a) bevoegd was (b) op de juiste wijze zijn
bevoegdheid heeft gebruikt? Wat is de volgorde om dit te analyseren?
1. Bijzondere rechtsnormen (wapenwet):
a. Bijzondere wet wie mag beslissen (attr/delegatie) en hoe moet hij beslissen
b. Onderliggende regelgeving wie mag beslissen (mandaat) en hoe beslissen
2. Algemene rechtsnormen (Awb) wie mag beslissen, welke procedure, hoe
moet beslist worden, met welke algemene uitgangspunten.
3. Internationale (Europese) rechtsnormen
Hoofdstuk 20 Europees en Internationaal recht vragen
4
Alle Vorteile der Zusammenfassungen von Stuvia auf einen Blick:
Garantiert gute Qualität durch Reviews
Stuvia Verkäufer haben mehr als 700.000 Zusammenfassungen beurteilt. Deshalb weißt du dass du das beste Dokument kaufst.
Schnell und einfach kaufen
Man bezahlt schnell und einfach mit iDeal, Kreditkarte oder Stuvia-Kredit für die Zusammenfassungen. Man braucht keine Mitgliedschaft.
Konzentration auf den Kern der Sache
Deine Mitstudenten schreiben die Zusammenfassungen. Deshalb enthalten die Zusammenfassungen immer aktuelle, zuverlässige und up-to-date Informationen. Damit kommst du schnell zum Kern der Sache.
Häufig gestellte Fragen
Was bekomme ich, wenn ich dieses Dokument kaufe?
Du erhältst eine PDF-Datei, die sofort nach dem Kauf verfügbar ist. Das gekaufte Dokument ist jederzeit, überall und unbegrenzt über dein Profil zugänglich.
Zufriedenheitsgarantie: Wie funktioniert das?
Unsere Zufriedenheitsgarantie sorgt dafür, dass du immer eine Lernunterlage findest, die zu dir passt. Du füllst ein Formular aus und unser Kundendienstteam kümmert sich um den Rest.
Wem kaufe ich diese Zusammenfassung ab?
Stuvia ist ein Marktplatz, du kaufst dieses Dokument also nicht von uns, sondern vom Verkäufer Cowell. Stuvia erleichtert die Zahlung an den Verkäufer.
Werde ich an ein Abonnement gebunden sein?
Nein, du kaufst diese Zusammenfassung nur für 9,35 €. Du bist nach deinem Kauf an nichts gebunden.