Een samenvatting van het boek 'Algemene Economie en bedrijfsomgeving'. Hierbij gaat het om de hoofdstukken 17 t/m 25. Handig bij het leren van je tentamen!
Algemene economie H.17 t/m 25 (1+2)
Hoofdstuk 17 – aanbod van geld
Geld vermindert de transactiekosten in een economie als:
- Ruilmiddel. Ook wel ongedifferentieerde koopkracht ( liquide middelen )
- Rekeneenheid; prijzen uitdrukken in geld, je kunt producten met elkaar vergelijken
- Oppotmiddel; koopkracht bewaren (sparen)
Het opsplitsen van de ruil
- Opsplitsen van goederen
- Verschil tussen verkoop ene goed en de koop van het andere goed
Functies van geld: Waarop is de waarde van geld gebaseerd?
- Op het vertrouwen in de banken
- De waarde van geld daalt door inflatie die de functies van het geld aantast
Aanbod van geld
1. Overheid: munten
Nominale waarde = wat op de munt staat
Intrinsieke waarde = ‘wat de munt waard is’.
2. Centrale bank; bankbiljetten
3. Algemene banken; giraal geld
a. Wederzijdse schuldaanvaarding
b. Begrenzing door liquiditeits- en solvabiliteitseisen (wat ook als macro-economisch
belang geeft, omdat dat belangrijk is voor het vertrouwen van het publiek)
Bank balans
Liquide middelen Eigen vermogen (aandelenkapitaal)
Debiteuren Crediteuren
Liquiditeit = geeft aan in hoeverre de bank kan voldoen aan kortlopende schulden ( = liquide
middelen + geldontvangsten in een bepaalde periode). Hoe groter het verschil tussen de aanwezige
en de vereiste liquide middelen, hoe groter het geldscheppend vermogen.
Solvabiliteit = mogelijkheid om met het eigenvermogen garant te staan voor verliezen op debiteuren
Rentabiliteit = verhouding tussen de winst en het eigen vermogen
Bij hoge inflatie zijn er 2 vluchtroutes (die beide tot meer inflatie leiden)
1. geld omzetten in goederen vraag naar goederen stijgt meer inflatie
2. Geld omzetten in vreemde valuta wisselkoers eigen valuta daalt in koers, import prijzen in
eigenvaluta gaan omhoog inflatie stijgt.
Oplossing = alle valuta versnipperen, en in een nieuwe valuta starten.
M1 (primaire liquiditeitenmassa)
- Munten in handen van het publiek = chartaal
- Bankbiljetten in handen van het publiek geld
- Giraal geld
M3 (binnenlandse liquiditeitenmassa)
- M1
- Korte spaargeld = secundaire-
- Korte termijndeposito’s (staat op de bank) liquiditeitenmassa
- Functies financiële instellingen;
Alle Vorteile der Zusammenfassungen von Stuvia auf einen Blick:
Garantiert gute Qualität durch Reviews
Stuvia Verkäufer haben mehr als 700.000 Zusammenfassungen beurteilt. Deshalb weißt du dass du das beste Dokument kaufst.
Schnell und einfach kaufen
Man bezahlt schnell und einfach mit iDeal, Kreditkarte oder Stuvia-Kredit für die Zusammenfassungen. Man braucht keine Mitgliedschaft.
Konzentration auf den Kern der Sache
Deine Mitstudenten schreiben die Zusammenfassungen. Deshalb enthalten die Zusammenfassungen immer aktuelle, zuverlässige und up-to-date Informationen. Damit kommst du schnell zum Kern der Sache.
Häufig gestellte Fragen
Was bekomme ich, wenn ich dieses Dokument kaufe?
Du erhältst eine PDF-Datei, die sofort nach dem Kauf verfügbar ist. Das gekaufte Dokument ist jederzeit, überall und unbegrenzt über dein Profil zugänglich.
Zufriedenheitsgarantie: Wie funktioniert das?
Unsere Zufriedenheitsgarantie sorgt dafür, dass du immer eine Lernunterlage findest, die zu dir passt. Du füllst ein Formular aus und unser Kundendienstteam kümmert sich um den Rest.
Wem kaufe ich diese Zusammenfassung ab?
Stuvia ist ein Marktplatz, du kaufst dieses Dokument also nicht von uns, sondern vom Verkäufer pamwessels. Stuvia erleichtert die Zahlung an den Verkäufer.
Werde ich an ein Abonnement gebunden sein?
Nein, du kaufst diese Zusammenfassung nur für 2,99 €. Du bist nach deinem Kauf an nichts gebunden.