Basisboek: Matthys (2017) – Hoofdstuk 1: Behaviour and disorders
Gedragingen en stoornissen
Disruptief/storend gedrag
Oppositioneel gedrag
Oppositioneel gedrag is gedrag waarbij een kind weerstand toont t.o.v. de verzorger. Een reeks van
oppositionele gedragingen kan worden onderscheiden in passieve en actieve vormen weigeren
(voorbeeld, passieve weigering: negeren bevelen ouders, matig actieve weigering: directe weigering
als een ouders iets oplegt, ernstige weigering: ouderlijke bevelen boos afwijzen). Bij kleuters moet er
onderscheid worden gemaakt tussen normatieve en klinische weigering (normatief: het gedrag van
jonge kinderen dat voortkomt vanuit de drang om autonoom te functioneren). Normatieve
weigering is over het algemeen van korte duur daar waar de klinische variant meer constant
aanwezig is.
Agressief gedrag
Dit is gedrag om een ander vrijwillig te schaden. Er zijn verschillende vormen van agressie.
Verschillende vormen hiervan zijn;
● Fysieke agressie
● Verbale agressie: Denk aan verbale dreigementen met de intentie te provoceren en/of te
denigreren. Voorbeeld: kinderen die elkaar uitschelden.
● Relationele agressie: het schaden van interpersoonlijke relaties of gevoelens van inclusie.
Voorbeeld: roddelen en dreigen om een vriendschap te eindigen.
Deze verschillende vormen van agressie kunnen worden onderverdeeld in;
● Reactieve agressie: impulsief agressieve reactie op frustratie (bijv. provocatie of dreigement).
Vaak hostile attribution bias je interpreteert alle informatie als vijandig. Wordt ook wel
defensieve of ‘hot blooded’ agressie genoemd.
● Proactieve agressie: wordt ook wel instrumentele en ‘cold-blooded’ agressie genoemd.
Bij agressie kan er onderscheid worden gemaakt tussen verschillen in de onderliggende motivaties
(why) in de verschillende vormen van agressie (what).
Voorbeelden
● Fysieke reactieve agressie: terugslaan als een kind wordt getreiterd.
● Verbale proactieve agressie: een ander bedreigen om zo zijn/haar zin door te drijven.
● Proactieve relationele agressie: anderen aanzetten om zich tegen een ander te keren.
Antisociaal en delinquent gedrag
Dit is gedrag dat zich kenmerkt door het schenden van basale normen, rechten en regels. Deze term
wordt veelal gebruikt als algemeen term voor ongepast gedrag zoals oppositioneel en agressief
gedrag. Als antisociaal gedrag zich uit in wettelijke overtredingen spreekt men over delinquent
gedrag. Afhankelijk van de leeftijd van het kind, wordt gedrag zoals weglopen, schorsing en het
stichten van brand, gezien als delinquent gedrag.
1
,Psychopathische kenmerken en Callous-Unemotional Traits (CUT)
Psychopathie verwijst naar persoonlijkheidskenmerken zoals een afwezigheid van empathie, schuld,
angst en oppervlakkige emoties met het onvermogen langdurige relatie te vormen en te
onderhouden. Psychopathie verwijst dus niet naar een specifieke groep van gedragingen maar naar
onderliggende kenmerken van individuen. De samenstelling van psychopathie bestaat uit
verschillende dimensies die toepasbaar zijn op zowel kinderen als volwassenen, namelijk CUT en
narcisme.
Callous-Unemotional Traits: kenmerkend is het gebrek aan schuld, rouw, rekening houden met
andermans gevoelens, oppervlakkig uiten van emoties en een gebrek aan belangstelling voor het
prestaties in belangrijke situaties. CUT vormen de affectieve factor van psychopathie en duiden op
een bijzonder agressieve subgroep van kinderen en adolescenten met antisociaal gedrag. CUT
hebben een gemiddelde stabiliteit in longitudinaal onderzoek. Mensen met hoge levels van CUT
tonen meer instrumentele agressie en tonen een meer stabiel patroon van antisociaal gedrag.
Disruptieve gedragingen
De niet gepaste gedragingen die hiervoor zijn besproken worden ook wel disruptief gedrag genoemd.
Niet enkel kind-kind & kind-ouders interacties worden geschaad, ook de relaties tussen hen zullen
hieronder lijden. Externaliserend gedrag is een ander begrip om te verwijzen naar ongepast gedrag
dat zich onderscheid van internaliserend, over gecontroleerd gedrag (teruggetrokken en angstig
gedrag). Impulsiviteit, hyperactiviteit en aandachtsproblemen zijn ook voorbeelden van disruptief
gedrag.
Diagnostische categorieën
Disruptief gedrag wordt gezien als normatief als ze niet frequent of geïsoleerd voorkomen in een
individu. Het voorkomen van clusters van bepaalde gedragingen waarin een bepaald patroon van
ongepast gedrag zichtbaar is, wordt gebruikt als basis voor het classificatiesysteem voor de DSM-5 en
de ICD-10.
De meest prevalente comorbide stoornis van ODD en CD is ADHD.
2
, ● ODD en CD zijn wat betreft hun symptomen gerelateerd aan ADHD.
● Sommige ADHD-symptomen zijn duidelijk storend, zoals instructies niet opvolgen
(onoplettendheid), niet blijven zitten in de klas (hyperactief gedrag) en moeite met de beurt
afwachten (impulsief gedrag).
● ODD en ADHD of CD en ADHD komen vaak samen voor of zijn comorbide.
● Ongeveer 50% van de kinderen en adolescenten met ODD of CD heeft ook ADHD en
andersom.
● De behandeling van ODD of CD met comorbide ADHD is anders dan de behandeling van ODD
of CD zonder ADHD comorbiditeit.
Oppositional Defiant Disorder (ODD)
Een terugkerend patroon van
ontwikkeling ongepast gedrag naar
autoritaire figuren (negatief,
uitdagend, ongehoorzaam en
vijandig gedrag). Daarbij hebben
deze kinderen last van
woedeuitbarstingen, volhardende
koppigheid, ze tonen verzet tegen
instructies, onwilligheid tot het
maken van compromissen en tot het onderhandelen of toegeven aan leeftijdsgenoten of
volwassenen. Ook testen ze grenzen opzettelijk of volhardend en gebruiken ze verbale en (in
mindere mate) fysieke agressie.
Dit gedrag moet vaker voorkomen dan bij andere kinderen van hetzelfde ontwikkelingsniveau en
moet voor serieuze problemen zorgen op familiair, sociaal en persoonlijk vlak. Het gedrag doet zich
voor op school en thuis en vaak bij individuen die het kind kent. Daarbij gaat het vaak samen met een
laag zelfvertrouwen, lage gemoedstoestand, lage frustratietolerantie en slecht executief
functioneren
Conduct disorder (CD)
Er is sprake van een herhaaldelijk en volhardend
patroon van gedrag dat de basisrechten van
anderen of de normen en regels van de
maatschappij schendt. Daarbij wordt het ook
gekarakteriseerd door agressief gedrag dat andere
mensen of dieren schaadt of bedreigd, non-
agressief gedrag dat leidt tot schade aan of verlies
van eigendom, bedriegen en diefstal.
Symptoomprofielen DSM IV
(subcategorieën): agressie naar dieren en mensen,
bedriegen of diefstal, vernielen van eigendom,
serieuze regelovertredingen.
Subtypen DSM-4
3
, 1. Begin in de kindertijd: minstens 1 van de symptomen voor 10 jaar. Meer agressie, meer cognitieve
en neuropsychologische problemen, grotere impulsiviteit, grotere sociale vervreemding en
meerdere dysfunctionele familieachtergronden.
2. Begin in de adolescentie: géén symptomen voor 10 jaar.
Vergelijkbaarheid en ontwikkeling van ODD en CD:
ODD en CD lijken gerelateerde maar toch verschillende vormen van psychopathologie te
representeren.
● De meeste kinderen met ODD ontwikkelen geen CD, terwijl een klein gedeelte van de
kinderen met CD voorheen ODD had.
● Basisschoolkinderen met ODD lopen niet alleen risico op CD in de vroege volwassenheid,
maar ook op angststoornissen en depressie in adolescentie en (vroeg) volwassenheid.
● De associatie tussen ODD en depressie/angst kan mogelijk worden verklaard door de
gedeelde negatieve affectiviteit en prikkelbaarheid.
● De associatie tussen ODD en CD kan mogelijk worden verklaard door de gedeelde koppigheid
en opstandigheid.
Andere relevante stoornissen
Sommige kenmerkende gedragingen van de volgende stoornissen komen overeen met ODD en CD
symptomen:
● ADHD ‘inattention’ (“lijkt niet te luisteren wanneer hij/zij direct aangesproken wordt”) vs.
ODD ‘opstandig gedrag’ (“weigert gehoor te geven aan volwassenen”)
● Dysthymie ‘depressieve stemming of prikkelbaarheid’ vs. ODD ‘prikkelbaarheid’
● Disruptive Mood Dysregulation Disorder
● Intermittent Explosive Disorder
Sommige stoornissen komen vaak samen met ODD en CD voor:
● ADHD
● Stemmingsstoornissen, zoals dysthymie
● Angststoornissen, zoals separatieangst
● Specifieke leerstoornissen
● Slechte academische prestaties
● Communicatiestoornissen
DSM 5 & ICD-11
Alleen al aan de figuren is te zien dat beiden classificatiesystemen verschillende strategieën gebruikt
hebben. Toch zijn er op verschillenden punten onderscheid gemaakt die in beide systemen aanwezig
zijn:
1. Onderscheid is gemaakt tussen kortdurende en langdurende conduct problemen
● Transient adjustment disorders, inclusief circumsribed conduct problems
● Pervasive long-standing conduct problems
4
Alle Vorteile der Zusammenfassungen von Stuvia auf einen Blick:
Garantiert gute Qualität durch Reviews
Stuvia Verkäufer haben mehr als 700.000 Zusammenfassungen beurteilt. Deshalb weißt du dass du das beste Dokument kaufst.
Schnell und einfach kaufen
Man bezahlt schnell und einfach mit iDeal, Kreditkarte oder Stuvia-Kredit für die Zusammenfassungen. Man braucht keine Mitgliedschaft.
Konzentration auf den Kern der Sache
Deine Mitstudenten schreiben die Zusammenfassungen. Deshalb enthalten die Zusammenfassungen immer aktuelle, zuverlässige und up-to-date Informationen. Damit kommst du schnell zum Kern der Sache.
Häufig gestellte Fragen
Was bekomme ich, wenn ich dieses Dokument kaufe?
Du erhältst eine PDF-Datei, die sofort nach dem Kauf verfügbar ist. Das gekaufte Dokument ist jederzeit, überall und unbegrenzt über dein Profil zugänglich.
Zufriedenheitsgarantie: Wie funktioniert das?
Unsere Zufriedenheitsgarantie sorgt dafür, dass du immer eine Lernunterlage findest, die zu dir passt. Du füllst ein Formular aus und unser Kundendienstteam kümmert sich um den Rest.
Wem kaufe ich diese Zusammenfassung ab?
Stuvia ist ein Marktplatz, du kaufst dieses Dokument also nicht von uns, sondern vom Verkäufer Joyce6221. Stuvia erleichtert die Zahlung an den Verkäufer.
Werde ich an ein Abonnement gebunden sein?
Nein, du kaufst diese Zusammenfassung nur für 15,09 €. Du bist nach deinem Kauf an nichts gebunden.