Verklaringsmodellen 2:
1. Een model voor pedagogische vaardigheden: Patterson
Heeft een behandelingsprogramma uitgewerkt dat specifiek op ouders gericht is.:
ook bruikbaar in opvoedingsleefgroepen
uit zich op een afdwingtheorie + stelt 5-tal ouderlijke VH voor om antisociaal gedrag in te
perken.
o Positieve betrokkenheid
o Positieve bekrachtiging
o Interpersoonlijke probleemoplossing
o Discipline
o monitoring
1.1 De afdwingtheorie of het tirannieke proces en ouderlijke VH
= beschrijving van een proces waardoor kinderen hun zin leren krijgen d.m.v. verschillende soorten
gedragingen. Men spreekt over:
Dwinggedrag: zeuren, klagen, woede-uitbarstingen
Weigergedrag: het ontlopen v/e opdracht of VWH
Eisend gedrag: onmiddellijke behoeftebevrediging willen of blijven aandringen
Dwinggedrag ontstaat uit directe interactie tss ouder-kind: ze trainen elkaar erin. Dwinggedrag op
jonge leeftijd is normaal = manier vh kleine kind om controle op omgeving te kunnen uitoefenen. Op
oudere leeftijd gaat dit gedrag soms te ver corrigerend optreden via:
Leren tolereren vd frustraties
Leren uitstellen vd onmiddellijke wensen
Correctie gebeurt niet? terrein breidt uit, het kan op school etc. mislopen, kind leert niet toe te
geven, te onderhandelen, een neen te aanvaarden. Zal moeilijk id markt bij leeftijdsgenoten liggen.
Niet de bedoeling dat ouders hun kind 100% onder controle krijgen, maar tot 60-70% winssit.
Kunnen scheppen = creëren van inwilligend gedrag vd kinderen! Kinderen: ruimte nodig om soms
voordeel aan hun kant te halen belangrijk v de ontw. Van eigenwaarde + v gevoel van controle.
Als HV rekening houden met storende factoren die ouderlijk gedrag kunnen beïnvloeden!
1.2 Een negatief proces en opvoedkundige vaardigheden
Negatief proces = wanneer elk contact tss opvoeder & Mija uitloopt op wederzijdse ergernis. Id
omgeving enkel betrekkingsniveau, geen inhoudsniv. : je kan jezelf niet meer zijn + riskeert d aanw.
Vd andere de greep op de groep te verliezen !
Negatieve processen kunnen volgens 4 fasen opgebouwd w:
1. Opstart: eenvoudig niet beladen vraag w door jongere als vijandig ervaren
2. Men reageert met een negatieve reactie: een reactie waarin een neg. Emotie doorklinkt
3. Kickboksen: vh ene woord komt het andere + v men het weet is men i/e zinloze discussie
beland waarbij er niet meer geluisterd w.
© Only Students - D.N stuvia. 1
, 4. Agressie & irritatie: er vallen klappen, bui blijft hangen + iedere betrokkene weet dat er niet
veel nodig zal zijn om weer los te barsten.
Gaat minder om dwinggedrag + minder om winst te boeken. Maar roept gevoelens van irritatie
overheersen. Er ontstaat een spiraal van wederzijdse allergie waarin beide vervormd beeld van
elkaar opbouwen!
opvoeder verliest gezag en dus positie: gaat niet over inhoud, maar om wie het v het
zeggen heeft!
Jongere met gedragsproblemen heeft scheefgroei gekend. moet rechtgetrokken w, maar lukt niet
met ‘hij/zij moet maar luisteren’ of ‘ik zal hem/haar een leren luisteren’.
missen soepelheid, houden onvoldoende rekening met anderen + verwachten teveel een
onmiddellijke inwilliging van hun wensen.
1.3 Ouderlijke en opvoedkundige VH
1.3.1 Positieve betrokkenheid
Gaat over gezonde, warme en correcte houding. Gaat over bieden v/e opvang i.e kader waar de
jongere een plaats kan vinden. Men is begaan met de jongere en toont interesse v leefwereld. te
maken met willen opnemen van VWH v die men opvoedt.
Schematische weergave Factoren die positieve betrokkenheid id weg staan:
Op positieve wijze begaan zijn met Antisociale + antimaatschappelijke houding ouders
jongere, om hem geven, op gepast wijze Minzame goedkeuring van normovertredend gedrag
bezorgd zijn Slechte relaties ih gezin/conflicten: ≠ opvoedingshoudingen vd
Eerder een houding/attitude die men zich ouders, ouders die terugvallen op kinderen bij afw. Partner
eigen moet maken als ouder/opvoeder (parentificatie)
Samen activiteiten plannen in Tolerantere, verdedigende houding vd grootouders indien zij
samenspraak met de jongere op manier de opvoedingstaak tijdelijk overnemen
die vrije discussie toelaat Emotionele moeilijkheden vd ouders + desorganisatie die dit
Dit heeft een gunstig effect op gevoel van meebrengt
eigenwaarde vd jongere Combinatie van deze factoren
1.3.2 Positieve bekrachtiging
Gaat over consequent aanmoedigen + belonen van gewenst gedrag. Dit vraagt verhoogde
waakzaamheid van opvoeders om bij dergelijke jongeren het schaarse positieve gedrag nog te zien &
belonen!
Belonen: sociaal + materieel. Jongeren met antisociaal gedrag reageren vnl op materiële beloning!
Regel is om slechts 1 negatieve actie te ondernemen v 4 positieve moeten authentiek, duidelijk &
doelgericht blijven!
indien niet het geval, gevaar v verwenning, regelonduidelijkheid & onvoorspelbaarheid!
Positieve Bekrachtiger = systematisch & onmiddellijk bekrachtigen:
Na elk gewenst gedrag volgt direct de positieve bekrachtiger
Na ongewenst gedrag volgt er niets
De jongere leert i/e positief bekrachtigde en meer voorspelbare omgeving te leven
De jongere leer wat wel/niet kan!
© Only Students - D.N stuvia. 2
,Waarop moet men letten?:
Tussentijdse beloningen = motiverender dan 1 grote beloning (werken in kleine stappen)
Beloon prestaties, geen prestatiebeloften
Eens gewenst gedrag is aangeleerd, mag men grotere eisen stellen
Teveel bekrachtigen kan storend werken, werk gedoseerd
PB werkt trager dan straffen
PB vergroot gevoel van zelfbeschikking + eigenwaarde in tegenstelling tot. straffen!
PB hangt sterk samen met disciplineVH
PB kan via:
Sociale bekrachtigers Tastbare bekrachtigers
Aanmoedigen, schouderklopje, Extra uitgaansuren, extra vriendenverzoek, extra
complimentjes v goede prestaties, … zakgeld, …
Krachtig om gedrag te veranderen omdat:
Lijkt evident & waardevol, maar w o Jongeren duidelijk zien welk gedrag iets
weinig gebruikt. Bij kleine kinderen wel, oplevert + welke niet
maar dit neemt af o Jongeren ervaren iets te krijgen wat ze zelf
verdiend hebben
o Dwingt ouders/opvoeders te letten op
daadwerkelijk optreden van gewenst
gedrag w contingente & voorspelbare
OS gecreëerd.
1.3.3 Interpersoonlijke probleemoplossing
Gaat over gezamenlijk oplossen van problemen. Het gaat om problemen tussen ouders/opvoeders
en de adolescent, problemen die opgelost kunnen w. als opvoeder moet men r.h.m. volgende
gegeven:
Bij jongeren in probleemsit. Kunnen we merken dat zij gedrag van anderen als vijandig
aanvoelen & interpreteren essentieel zich constructief op te stellen! Pubers &
adolescenten reageren dikwijls beter indien ze betrokken w bij overleg van regels!
Interpersoonlijke probleemoplossing staat tegenover de volgende gedragingen:
Autoritaire oplossingsmodel: weet wat goed is v anderen + neemt beslissingen in hun plaats
Vermijdend oplossingsmodel: geen zin om problemen te bespreken vanuit idee dat gedrag
toch niet zal veranderen. Men argumenteert vanuit eigen ervaring
Vechtstijl: opblazen & overdrijven van probl. Iedereen bij probl. Betrekken + extreme
posities innemen kan tot regelrechte oorlog leiden!
Veel voorkomende fouten van opvoeders in Fouten voorkomen: moet belang hechten aan comm. En
probleemsit. actief luisteren betekent:
Te snel advies geven Aandacht geven aan wat er verteld w + inleven
Te rap sussen geeft gevoel niet Peilen naar onderliggende gevoelens
gehoord te w Aftoetsen of je juist zit met je interpretaties
Niet direct advies geven
© Only Students - D.N stuvia. 3
, Zelf therapeut spelen + interpreteren Niet te snel geruststellen / minimaliseren
ALTIJD uit den boze Niet defensief reageren, altijd kalm blijven
Zelf impulsief reageren Je altijd richten op positieve aspecten
Aanpakken van problemen best via stappenplan. Eerst moet probleem goed gedefinieerd w id
context v/e dialoog. Daarna w een brainstorming uitgelokt over alternatieve oplossingen. Vervolgens
w een alternatief geselecteerd, voorbereid, toegepast & geëvalueerd!
1) Probleem wordt gedefinieerd in context van een dialoog
2) Brainstormen uitgelokt over alternatieve oplossing
3) Alternatief wordt geselecteerd, voorbereid, toegepast en geevalueerdm
1.3.4 Discipline
Gaat over consequent leiding geven vd ouders/opvoeders wanneer ze geconfronteerd w met
ongewenst, regelovertredend gedrag! Gaat over duidelijkheid/grenzen stellen/ regels doen hanteren
+ consequent optreden indien iets fout loopt.
Concreet gaat het om het scheiden van belangrijke + minder belangrijke regelovertredingen en
daadwerkelijk gebruiken van sancties/negatieve gevolgen na ongewenst/negatief gedrag.
gebruik van sancties, snelle straffen die niet persoonswerpend zijn positieve correctie,
niet om hardvochtige discipline!
1.3.4.1 Het juist natrekken en benoemen van ongewenst gedrag
Effectief & consequent reageren vraagt het kunnen concretiseren van problemen belangrijk om
probleemgedrag zo concreet mogelijk ter sprake te brengen!
1.3.4.2 Het negeren van onbelangrijk ongewenst gedrag
Onderscheid tss banale + essentiële problemen. Teveel afkeuren + voortdurend bevelen geven heeft
tot gevolg dat de jongere zich problematischer zal gedragen.
Moeilijke jongere: risico groot dat elk detail aangehaald w verhogen vh problematisch gedrag +
effect dat echte problemen niet meer aan bod komen!
1.3.4.3 Geven van opdrachten
Nadat aangehaald werd wat echt belangrijk is om aan te werken dient dit ad jongere duidelijk
gemaakt te w. wanneer iets uitgevoerd moet w, is het geven v/e opdracht/doe-boodschap het meest
effectief!
Opdracht: is leiding nemen (geen vraag stellen/zagen) + geven v/e goede opdracht is belangrijk om
win-win situatie te creëren zodat men niet verzeilt i/e verbaal gevecht! (Aandachtspunten zie boek)
1.3.4.4 Het gebruikt van negatieve gevolgen na ongewenst gedrag, gebruik van straffen
Straf gebruiken zal gedrag traag veranderen + gaat vaak om specifiek gedrag waarop gewerkt w.
Straffen heeft effect indien i/e positieve, stimulerende & voorspelbare omgeving.
Slecht gedrag kan manier zijn om erkenning te vragen als dit de enigste manier vh krijgen is hiervan
negatieve aandacht zal veel voordeel bieden. Straffen i/e negatief proces zal weinig effect hebben
o.w.v. hoge emotionaliteit! Belangrijk er even uit te stappen en zichzelf onder controle te krijgen!
Aandachtspunten zie cursus! Tenslotte is er een onderscheid tss sociale/fysieke/activiteitsstraffen:
Sociale straffen Fysieke straffen Activiteitsstraffen / voordeelverlies
© Only Students - D.N stuvia. 4