100% Zufriedenheitsgarantie Sofort verfügbar nach Zahlung Sowohl online als auch als PDF Du bist an nichts gebunden
logo-home
Samenvatting van Langman's Medical Embryology hoofdstuk 1 t/m 6, 12, 14 en 15 5,49 €   In den Einkaufswagen

Zusammenfassung

Samenvatting van Langman's Medical Embryology hoofdstuk 1 t/m 6, 12, 14 en 15

 2186 mal angesehen  5 mal verkauft
  • Kurs
  • Hochschule
  • Book

Uitgebreide samenvatting (in het Nederlands) van Medical Embryology! Super handig, aangezien het tentamen wel gewoon in het Nederlands is en het boek vrij pittig.. En hij komt in het tweede jaar ook goed van pas voor het vak Humane Ontwikkeling.

vorschau 3 aus 21   Seiten

  • Nein
  • Ho 1 t/m 6, 12, 14 en 15
  • 17. mai 2012
  • 21
  • 2011/2012
  • Zusammenfassung
avatar-seller
Samenvatting van Langman’s Medical Embryology
Hoofdstuk 1 Embryologie

De eerste acht weken van de menselijke ontwikkeling worden de periode van de
embryogenesis genoemd. De periode vanaf dat punt tot de geboorte wordt de foetale
periode genoemd. De bestudering van de embryologische oorsprong en van oorzaken voor
afwijking wordt teratologie genoemd.

Introductie van moleculaire regulatie en signalering
De basisstructuur van een chromatine is de nucleosoom, ze bestaat uit een octameer van
histoneiwitten en ongeveer 140 basenparen van het DNA.
Transcriptie factoren hebben zowel een specifiek DNA bindend domein als een
activeringsdomein. Enhancers die transcriptie remmen worden silencers genoemd.

Inductie is het proces waarbij een groep cellen of weefsels (inducer) zorgt dat een andere
groep (responder) hun lot verandert. De capaciteit om op zo’n signaal te reageren heet
competentie, dit vereist activering van het reagerende weefsel door een competentie
factor. Veel inductieve interacties vinden plaats tussen epitheel en mesenchyme cellen,
maar inductie tussen twee epitheel weefsels vinden ook plaats. “Cross-talk” tussen de twee
weefsels of celtypen is essentieel voor het voortduren van de differentiatie.

De communicatie tussen cellen ontstaat door paracriene interacties, waarbij eiwitten
gemaakt door een cel over een korte afstand via diffusie met andere cellen kunnen
interacteren. Daarnaast bestaan er ook juxtacriene interacties, deze draaien niet om diffusie
van eiwitten.
Paracriene factoren werken via “signal transduction pathways”, deze bestaan uit een ligand
en een receptor. De receptor gaat door het celmembraan heen en wordt geactiveerd door
het binding van de specifieke ligand. De activering zorgt voor het fosforyleren van andere
eiwitten. Deze activering zorgt voor een cascade van enzymactiviteit onder eiwitten dat
uiteindelijk een transcriptie factor activeert.
Juxtacriene signalering gebeurt ook via “signal transduction pathways”, maar betrekt daarbij
geen diffusie. Deze signalering kan op drie verschillende manier plaats vinden:
1) Een eiwit op het oppervlak van een cel interacteert met een receptor op een
naastgelegen cel in een proces gelijkwaardig aan paracriene signalering, bv. Notch
signalering, wat erg belangrijk is voor neurale differentiatie en bloedvaten
specificatie.
2) Liganden afgescheiden door een cel, in de ruimte om de cel heen, interacteren met
hun receptoren op naast gelegen cellen.
3) Directe overdracht van signalen van de ene naar de andere cel door “gap junctions”,
deze overgangen komen voor als kanalen tussen cellen, waardoor kleine moleculen
en ionen kunnen passeren.
De eiwitten die verantwoordelijk zijn voor paracriene signalering worden paracriene
signalering factoren genoemd, of ook wel groei en differentiatie factoren: GDF’s. Er zijn vier
groepen:
- Fibroblast groei factoren, FGF;
- WNT;

, - Hedgehog;
- Transformerende groei factoren-.
Elke familie van GDF’s interacteert met zijn eigen familie van receptoren. FGF genen kunnen
honderden eiwit isoforms maken door hun RNA splicing of hun initiatie codons te
veranderen. FGF eiwitten activeren een collectie van tyrosine receptor kinases, fibroblast
groei factor receptoren (FGFRs) genoemd. FGF’s zijn vooral belangrijk voor angiogenesis, de
groei van axonen en mesoderme differentiatie.
In zoogdieren zijn er drie hedgehog genen: Desert, Indian en sonic hedgehog. De laatste is
betrokken bij een aantal ontwikkelingen zoals het ontstaan van ledematen, de inductie van
de neurale buis enz.. De bijbehorend receptor is Patched, deze bindt aan een eiwit genaamd
Smoothened. Dit eiwit zet het hedgehog signaal om.
De receptoren van de WNT genen zijn lid van de frizzeled familie van eiwitten. WNT eiwitten
spelen een rol bij de ontwikkeling van het middenbrein, de regulering van het ledenmaten
patroon en andere ontwikkelingen.
Onder andere TGF-, BMP, de activin familie en de MIF behoren tot de TGF- superfamilie.
Deze leden zijn belangrijk voor de vorming van matrixen buiten de cel en de epithele
vertakkingen. De BMP familie begint botvorming en is betrokken bij de regulering van
celdeling, celdood en celmigratie.


Hoofdstuk 2 Gametogenesis

Embryonale geslachtscellen
De ontwikkeling begint bij de bevruchting, het proces waarbij de mannelijke gameet (het
sperma) en de vrouwelijke gameet (de oocyt) samensmelten en de zygote laten ontstaan.
Gameten ontstaan uit primordial (= embryonale) germ cells (PGC’s), die gevormd worden
tijdens de tweede week in de epiblast en zich verplaatsen naar de wand van de dooierzak. In
de vierde week verplaatsen de cellen zich naar de ontwikkelende geslachtsklieren, waar ze
aankomen aan het einde van de 5e week. Door mitotische delingen nemen ze in aantal toe.
Ter voorbereiding op de bevruchting ondergaan geslachtscellen gametogenesis, wat bestaat
uit meiose en cytodifferentiatie.

De chromosoomtheorie van overerving
Mensen hebben ongeveer 35000 genen op 46 chromosomen. Genen op hetzelfde
chromosoom worden meestal samen geërfd en worden linked genes genoemd. Er zijn 22
paren van bij elkaar horende chromosomen, de autosomen en de sex chromosomen. Elke
gameet bevat 23 chromosomen (=haploid).
Mitose is het proces waarbij een cel deelt, en 2 dochtercellen laat ontstaan die genetisch
gelijk zijn aan de oudercel. Voordat een cel begint aan mitose, verdubbelt ieder
chromosoom zijn DNA. De profase van de mitose wordt gekenmerkt door het condenseren
van de chromosomen. In de prometafase worden de chromosomen zichtbaar. Tijdens de
metafase, gaan de chromosomen naast elkaar liggen in het equatoriale vlak, ieder
chromosoom zit vast aan een spoeldraad. Het begin van de anafase wordt gekenmerkt door
het scheiden van de centromeren van de chromosomen. Uiteindelijk, in de telofase,
ontrollen de chromosomen zich en worden weer langer, de nucleare enveloppe hervormt
zich en het cytoplasma scheidt.

, Meiose is de celdeling die plaatsvindt in de geslachtscellen, zodat mannelijke en vrouwelijke
gameten ontstaan. Meiose bestaat uit twee celdelingen meiose I en meiose II. Net als bij
mitose verdubbelen de geslachtscellen hun DNA in het begin van meiose I, zodat elk van de
46 chromosomen verdubbeld wordt in zusterchromatiden. De homologe chromosomen
gaan dan in paren liggen, dit heet synapsis. Dan scheiden de homologe paren zich in twee
dochtercellen, waarbij het chromosoomnummer teruggebracht wordt tot 23.
Crossovers zijn de verwisselingen van chromatide segementen tussen 2 chromosoomparen.
Hierbij blijven de punten van de uitwisselingen even aan elkaar zitten, waardoor een X
structuur ontstaat: een chiasma. Crossovers komen het meest voor tussen genen die ver uit
elkaar liggen op een gen.
Ook ontstaan 4 dochtercellen uit een primaire oocyt tijdens de meiose. Maar een van de vier
ontwikkelt zich tot een volwassen gameet, de andere drie, de polar bodies, deze ontvangen
weinig cytoplasma en vergaan tijdens de verdere ontwikkeling. Ook een primaire
spermatocyte laat vier dochtercellen ontstaan, maar deze ontwikkelen zich wel alle vier tot
volwassen gameten.

Morfologische veranderingen gedurende het volgroeien van de gameten

Oogenesis is het proces waarbij oogonia differentiëren in volwassen oocyten. Wanneer de
PGCs aangekomen zijn in de geslachtsklieren van de vrouw, differentiëren ze in oogonia.
Deze cellen delen zich door middel van mitose, en aan het einde van de 3e maand, bevinden
ze zich in clusters die omringd worden door een laag van platte epitheelcellen (follicular
cells). Het grootste gedeelte van de oogonia blijven zich delen door mitose, maar een aantral
van hun stoppen hun celdeling in de profase van meiose I, zij vormen de primaire oocyten.
In de 5e maand van de zwangerschap, is het maximale aantal geslachtscellen bereikt
(ongeveer 7 miljoen). Op dat moment begint de celdood, en zowel veel oogonia als primaire
oocyten vergaan en worden atretisch. In de 7e maand zijn de meeste oogonia vergaan,
behalve degene aan de oppervlakte. Alle overlevende primaire oocyten zijn begonnen aan
de profase van meiose I. Een primaire oocyt, samen met de omringende platte
epitheelcellen wordt een primordial follikel genoemd.
Rond de geboorte betreden de primaire oocyten de diplotene fase, een rustfase tijdens de
profase. De oocyten maken de meiotische deling pas af in de puberteit. De diplotene fase
wordt veroorzaakt door oocyte maturation inhibition. Tijdens de geboorte zijn er nog zo’n
600.000 tot 800.000 oocyten over, tijdens de puberteit nog maar 40.000 en er ovuleren er
minder dan 500. Tijdens de puberteit ontstaat een groeiende ‘plas’ van groeiende follikels,
deze wordt constant behouden door de toevoer van primordial follikels. Elke maand
beginnen zo’n 15 a 20 van deze follikels te volgroeien, daarbij gaan ze door 3 fases:
1) primary/ preantral;
2) secondary/ antral;
3) preovulatory.
In de eerste fase groeit de primaire oocyt en de omringelde cellen worden vierkant en
profileren zodat ze een epitheel van granulosa cellen vormen, het geheel wordt een
primaire follikel genoemd. Het omringende eierstok bindweefsel vormt de theca folliculi.
Tussen de granulose cellen en de oocyt ontstaat een laag van glyco-eiwitten: de zona
pellucida. Tijdens het groeien gaat de theca folliculi uit twee lagen bestaan: de theca
interna en de theca externa. Ook gaan vingerachtige uitsteeksels van de folliculaire cellen
door de zona pellucida heen en deze vormen vingerachtige aanhangsels met de mircrovili

Alle Vorteile der Zusammenfassungen von Stuvia auf einen Blick:

Garantiert gute Qualität durch Reviews

Garantiert gute Qualität durch Reviews

Stuvia Verkäufer haben mehr als 700.000 Zusammenfassungen beurteilt. Deshalb weißt du dass du das beste Dokument kaufst.

Schnell und einfach kaufen

Schnell und einfach kaufen

Man bezahlt schnell und einfach mit iDeal, Kreditkarte oder Stuvia-Kredit für die Zusammenfassungen. Man braucht keine Mitgliedschaft.

Konzentration auf den Kern der Sache

Konzentration auf den Kern der Sache

Deine Mitstudenten schreiben die Zusammenfassungen. Deshalb enthalten die Zusammenfassungen immer aktuelle, zuverlässige und up-to-date Informationen. Damit kommst du schnell zum Kern der Sache.

Häufig gestellte Fragen

Was bekomme ich, wenn ich dieses Dokument kaufe?

Du erhältst eine PDF-Datei, die sofort nach dem Kauf verfügbar ist. Das gekaufte Dokument ist jederzeit, überall und unbegrenzt über dein Profil zugänglich.

Zufriedenheitsgarantie: Wie funktioniert das?

Unsere Zufriedenheitsgarantie sorgt dafür, dass du immer eine Lernunterlage findest, die zu dir passt. Du füllst ein Formular aus und unser Kundendienstteam kümmert sich um den Rest.

Wem kaufe ich diese Zusammenfassung ab?

Stuvia ist ein Marktplatz, du kaufst dieses Dokument also nicht von uns, sondern vom Verkäufer Studiebol13. Stuvia erleichtert die Zahlung an den Verkäufer.

Werde ich an ein Abonnement gebunden sein?

Nein, du kaufst diese Zusammenfassung nur für 5,49 €. Du bist nach deinem Kauf an nichts gebunden.

Kann man Stuvia trauen?

4.6 Sterne auf Google & Trustpilot (+1000 reviews)

45.681 Zusammenfassungen wurden in den letzten 30 Tagen verkauft

Gegründet 2010, seit 14 Jahren die erste Adresse für Zusammenfassungen

Starte mit dem Verkauf
5,49 €  5x  verkauft
  • (0)
  Kaufen