100% Zufriedenheitsgarantie Sofort verfügbar nach Zahlung Sowohl online als auch als PDF Du bist an nichts gebunden
logo-home
Samenvatting DT1 META 7,66 €
In den Einkaufswagen

Zusammenfassung

Samenvatting DT1 META

 0 mal verkauft
  • Kurs
  • Hochschule
  • Book

Een samenvatting van de hoofdstukken 1 t/m 4, 6 t/m 10 en 14 t/m 16.3 van biochemistry die zijn behandeld voor het eerste deeltentamen.

vorschau 4 aus 35   Seiten

  • Nein
  • Hoofdstukken 1 t/m 4, 6 t/m 10 en 14 t/m 16.3
  • 17. dezember 2024
  • 35
  • 2024/2025
  • Zusammenfassung
avatar-seller
Hoofdstuk 1

1.1

 Organismen bestaan voornamelijk uit waterstof, zuurstof en koolstof
 Koolstof als bouwsteen:
o Vormt sterke koolstof-koolstofbindingen, wat stabiele, grote moleculen mogelijk maakt
o Levert bij verbranding meer energie dan silicium
o Koolstofdioxide is oplosbaar in water en blijft in biologische kringlopen aanwezig.

1.2

4 hoofdklassen: eiwitten, nucleïnezuren, lipiden en koolhydraten

 Eiwitten: opgebouwd uit aminozuren die verbonden zijn door peptidebindingen (gevormd door
dehydratie), hebben verschillende functies:
o Signaalmoleculen
o Receptoren
o Structurele rol
o Verdediging
o Katalysator: enzymen die chemische reacties versnellen
 Nucleïnezuren: opgebouwd uit nucleotide, elk nucleotide bevat:
o Een suiker (deoxyribose of ribose)
o Een stikstofhoudende base (adenine, cytosine, guanine, thymine of uracil)
o Minstens 1 fosfaatgroep
 Lipiden: opslag en cel barrières
o Hebben een hydrofiele kop(oplosbaar in water) en hydrofobe staart(onoplosbaar in
water) waardoor ze barrières kunnen vormen zoals celmembranen
 Koolhydraten: brandstof en informatiedragers(herkenningssites)
o Opslagvorm: glycogeen bij dieren en zetmeel bij planten

1.3

 Centrale dogma: DNA -> RNA -> eiwitten
o DNA: DNA kopiëren wordt gekatalyseerd door DNA-polymerasen
o Transcriptie: DNA -> RNA, uitgevoerd door RNA_polymerase
o Translatie: RNA -> eiwitten, via ribosomen

1.4

 DNA bevat het genoom, dat is georganiseerd in genen
 Cel:
o Plasmamembraan: scheidt de cel van de omgeving, is selectief permeabel voor de
meeste stoffen(komt door eiwitten)
o Cytoplasma: binnenste substantie van de cel, vinden biochemische processen plaats
 Cytoskelet: actine filamenten, intermediaire filamenten en microtubuli
o Celwand(in planten): voor bescherming, bestaat vooral uit cellulose
o Nucleus: dubbel-membraan, informatiecenter
 Membraan bevat poriën die transport mogelijk maken
o Mitochondriën: bevat 2 membranen(buitenste en binnenste)
 Hiertussen zit intermembraan ruimte

,  Generatie van ATP
o Chloroplast(in planten): dubbel membraan, zet zonlicht om in chemische
energie(fotosynthese)
o Endoplasmatisch reticulum: membraanzakken
 Glad ER: processing van exogene chemicaliën
 Ruw ER: ribosomen aan cytoplasma kant – synthese van eiwitten
 Chaperonnes: helpen bij 3D-vouwing van eiwitten
o Golgi complex: transport vesicles van ruw ER gaan naar Golgi complex en fuseren hier –
verdere processing(carbohydraten toegevoegd)
o Secretoire granules(zymogen granule): vesicle met eiwitten van het Golgi systeem
richting het celmembraan en fuseert hier en dumpt inhoud(exocytose)
o Endosoom: materiaal wordt in de cel opgenomen door instulping van het
plasmamembraan (endocytose)
o Lysosymen: organellen gevuld met spijsverteringsenzymen en kunnen na fusie zorgen
voor afbraak van materiaal
 Verschil eukaryoten en prokaryoten:
o Eukaryoten: membranen rondom organellen
o Prokaryoten: missen de membranen rondom organellen

Hoofdstuk 2

2.1

 Brownian motion: kleine deeltjes in een vloeistof/gas bewegen willekeurig door de botsingen met
moleculen van die vloeistof/gas
o Moleculen in de omgeving zijn in beweging door de thermische energie van de omgeving
o Water fungeert als een soort smeermiddel

2.2

 Zuurstof is een elektronegatief elementen: de elektronen in de bindingen brengen meer tijd door
bij het zuurstofatoom dan bij de waterstofatomen -> hierdoor is water een polair
molecuul(zuurstof δ− en waterstof δ+)
o Waterstofbrug: waterstofatomen van ene watermolecuul gaan een interactie aan met de
licht negatieve zuurstofatomen -> cohesie van water
 Hydrofobe effect: niet-polaire moleculen lossen niet op in water

2.3

 Covalente koolstof-waterstofbinding: 418 kJ/mol
 Niet-covalente interacties
o Ionische bindingen: krachten tussen verschillende elektrische ladingen op atomen
k q 1 q2
 Wet van Coulomb: E= waarbij E=kracht, q = lading, r = afstand,
rD
D=diëlektrische constante(sterkst in vacuüm, D=1) en k=constante
 Afstand voor maximale bindingssterkte is 3 Å
o Waterstofbruggen: wanneer waterstof covalent
gebonden is aan een elektronegatief atoom zoals
zuurstof of stikstof – elektronen van waterstof
sterker aan getrokken – ongelijke verdeling van
lading – waterstof kan met ander atoom binden

,  Energie van waterstofbrug: 8-20 kJ/mol
 Afstand: tussen 1.5 en 2.6 Å
 Stabilisatie van DNA
o Van der Waals interacties: door tijdelijke asymmetrie in de elektrische lading van een
atoom – gedeeltelijke positieve en negatieve lading – aantrekking tussen atomen
 Sterker naarmate atomen dichterbij komen, tot ze afstand van 3-4 Å bereiken
 2-4 kJ/mol

2.4

 2e wet van thermodynamica: de totale entropie (mate van wanorde) van een systeem en zijn
omgeving neemt altijd toe in een spontaan proces
o Hydrofobe effect: neiging van niet-polaire moleculen om zich in water te groeperen, wat
resulteert in een afname van de entropie van het water(maar entropie van systeem
neemt toe)
 Fosfolipide zijn amfipatisch: ze hebben een hydrofiele kop en een hydrofobe staart
o In contact met water resulteert dit in de vorming van membraan met een hydrofiele
buitenkant en een hydrofobe binnenkant, dit wordt gestabiliseerd door van der Waals-
interacties tussen hydrofobe staarten
o Bij vouwen van eiwitten komen hydrofobe aminozuren in het binnenste van het eiwit
terecht – interageren met elkaar – stabilisatie van 3D structuur van het eiwit

, 2.5

 Keq = [producten]/[reactanten]
 pH = -log10[H+]
 pH + pOH = 14
 K a =¿ ¿
o Hoe groter de Ka, hoe sterker het zuur
 Buffers: weerstaat veranderingen in de pH van een oplossing, houdt de pH dichtbij de pKa van het
zuurcomponent van de buffer ondanks toevoegen van protonen of hydroxide-ionen

Hoofdstuk 3

3.1 Proteins are built from a repertoire of 20 amino acids

 α-aminozuur: centraal koolstofatoom(α koolstof) gebonden aan een aminogroep, een carbonzuur
en een zijketen(R-groep)
o Aminozuren kunnen voorkomen in 2 spiegelbeeldvormen: L-isomeer en D-isomeer
 L-aminozuren komen voor in eiwitten, waarschijnlijk door betere oplosbaarheid
o Aminozuren bestaan bij neutrale pH voornamelijk als dipolaire ionen(zwitterionen):
aminogroep (NH3+) is geprotonneerd en de carboxylgroep (COO-) gedeprotonneerd
 Bij een lage pH(pH=1) is er NH3+ en COOH

Alle Vorteile der Zusammenfassungen von Stuvia auf einen Blick:

Garantiert gute Qualität durch Reviews

Garantiert gute Qualität durch Reviews

Stuvia Verkäufer haben mehr als 700.000 Zusammenfassungen beurteilt. Deshalb weißt du dass du das beste Dokument kaufst.

Schnell und einfach kaufen

Schnell und einfach kaufen

Man bezahlt schnell und einfach mit iDeal, Kreditkarte oder Stuvia-Kredit für die Zusammenfassungen. Man braucht keine Mitgliedschaft.

Konzentration auf den Kern der Sache

Konzentration auf den Kern der Sache

Deine Mitstudenten schreiben die Zusammenfassungen. Deshalb enthalten die Zusammenfassungen immer aktuelle, zuverlässige und up-to-date Informationen. Damit kommst du schnell zum Kern der Sache.

Häufig gestellte Fragen

Was bekomme ich, wenn ich dieses Dokument kaufe?

Du erhältst eine PDF-Datei, die sofort nach dem Kauf verfügbar ist. Das gekaufte Dokument ist jederzeit, überall und unbegrenzt über dein Profil zugänglich.

Zufriedenheitsgarantie: Wie funktioniert das?

Unsere Zufriedenheitsgarantie sorgt dafür, dass du immer eine Lernunterlage findest, die zu dir passt. Du füllst ein Formular aus und unser Kundendienstteam kümmert sich um den Rest.

Wem kaufe ich diese Zusammenfassung ab?

Stuvia ist ein Marktplatz, du kaufst dieses Dokument also nicht von uns, sondern vom Verkäufer ingehoogland. Stuvia erleichtert die Zahlung an den Verkäufer.

Werde ich an ein Abonnement gebunden sein?

Nein, du kaufst diese Zusammenfassung nur für 7,66 €. Du bist nach deinem Kauf an nichts gebunden.

Kann man Stuvia trauen?

4.6 Sterne auf Google & Trustpilot (+1000 reviews)

45.681 Zusammenfassungen wurden in den letzten 30 Tagen verkauft

Gegründet 2010, seit 15 Jahren die erste Adresse für Zusammenfassungen

Starte mit dem Verkauf

Kürzlich von dir angesehen


7,66 €
  • (0)
In den Einkaufswagen
Hinzugefügt