100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting inleiding bestuursrecht cluster B $4.29
Add to cart

Summary

Samenvatting inleiding bestuursrecht cluster B

 104 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Aantekeningen uit de lessen van Hogeschool Arnhem Nijmegen. Opleiding HBO-Rechten. Cluster B

Preview 3 out of 16  pages

  • February 25, 2021
  • 16
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Inleiding bestuursrecht

Voorbeelden van het bestuursrecht:
 Studiefinanciering
 Bouwvergunning
 Bijstandsuitkering
 Zorgtoeslag
 Parkeervergunning
 Verblijfsgunning

Wat is bestuursrecht?
Bestuursrecht heeft betrekking op het openbaar bestuur, op hetgeen het openbaar bestuur
doet en op zijn relatie tot de burgers.
Openbaar bestuur  alle bestuursorganen die beslissingen nemen
Het recht dat geldt voor de rechtsbetrekkingen (relatie) tussen:
1. Bestuursorgaan en de burger (belanghebbende)
EN
2. Bestuursorganen onderling
Bestuursrecht bevat onder andere regels
 Die de overheid nodig heeft om te kunnen en te mogen besturen
 En die de burger nodig heeft om tegen dit besturen op te kunnen treden
Dit komt allemaal van het legaliteitsbeginsel af

Materieel bestuursrecht:
 Regels waarin voor burgers en bestuursorganen rechten en verplichtingen zijn
opgenomen (bijvoorbeeld Vw, Wabo, Wwb)
Formeel bestuursrecht:
 Regels over wijze van procederen (bijvoorbeeld bezwaar)

Waar kun je bestuursrecht vinden?
 In de wetgeving (verdragen, grondwet, wetten in formele zin, AMvB’s, ministeriële
regelingen, verordeningen provincie en gemeente)
 Jurisprudentie
 Ongeschreven recht

Gelede normstelling  het gaat van laag naar hoog
Gelaagde structuur  gaat van bijzonder naar algemeen

Bestuurlijk handelen bestuursorganen
Legaliteitsbeginsel
 Het optreden van de overheid MOET op een wettelijke grondslag berusten
 In veel grondrechten tot uitdrukking
 Waarvoor geeft artikel 150 Gemeentewet de wettelijke grondslag? De raad krijgt de
bevoegdheid om een verordening vast te stellen
- De overheid mag burgers iets verbieden of gebieden, doch uitsluitend voor zover de
wet dit uitdrukkelijk toegestaan


1

, - Een verbod mag in lagere regelgeving, mits er uiteindelijk een grondslag in een wet in
formele zin is

Specialiteitsbeginsel
 Enkel belangen behartigen waarvoor de wet bedoeld is, dus enkel het specifieke belang
behartigen waarop de wet zich richt
 Bestuursorganen hebben dus in principe geen algemene bevoegdheden
- Het bestuur mag bij het gebruik van een bevoegdheid slechts het belang behartigen
waarvoor die regeling is vastgesteld (bijvoorbeeld drankvergunning weigeren als
milieu niet wordt beschermd mag niet, heeft er niks mee te maken)

Gelede normstelling: normstelling op meer niveaus tegelijk
 Horizontaal: verschillende wetten/onderwerpen die samenhangen (wet in formele zin 
wet in formele zin)
 Verticaal: in een wet in formele zin staan regels over bijvoorbeeld milieu en die worden
verder uitgewerkt in lagere regelgeving (wet in formele zin  awb)

Algemeen en bijzonder bestuursrecht
Algemeen
 Algemene onderwerpen
- Definities bijvoorbeeld: begrippen zoals besluit, bestuursorganen, belanghebbende
en regels omtrent bezwaar en beroep
 Waar geregeld?
- Vooral te vinden in de Algemene wet Bestuursrecht (AwB)
Bijzonder
 Gaat over een specifiek beleidsterrein/onderwerpen
- Bijvoorbeeld: milieurecht, mededingingsrecht, vreemdelingenrecht, ruimtelijke
ordening
 Waar geregeld?
- In de betreffende wetten, bijvoorbeeld milieurecht, mededingingswet, Wet Ro

Algemene wet Bestuursrecht
Heeft een gelaagde bestuur, dus de regelingen zijn van algemeen naar bijzonder
opgebouwd. Maar de bijzondere wet gaat wel voor de algemene wet (lex specialis)

Doelstellingen:
 Eenheid in wetgeving (uniformering)
 Systematisering en vereenvoudigen bijvoorbeeld stelsel van rechtsbescherming
 In de wet vastleggen van normen die in de rechtspraak zijn ontwikkeld (codificatie)
 Treffen van voorzieningen die een algemene regeling behoren bijvoorbeeld klachtrecht,
bevoegdheidsverkrijging

Dwingend recht:
Hier mag je niet van afwijken, de Algemene wet Bestuursrecht kent heel veel dwingend
recht
Afwijking hiervan in lagere regelgeving is niet toegestaan (Afwijking in andere wet in formele
zin wel maar niet wenselijk)

2

, Regelend recht:
Hier mag je wel van afwijken, te herkennen aan het woordje ‘tenzij’, dus als er tenzij staat
mag je ervan afwijken
Wenselijke hoofdregel in de Awb, afwijking lagere regelgeving is toegestaan
(tegenovergestelde van dwingend recht)

Aanvullend recht:
Als er geen andere wettelijke bepaling is dan geldt wat er in de Algemene wet Bestuursrecht
staat
Regel staat in beginsel in andere wet, zo niet dan geldt de Awb (regels gelden als er niks is
afgesproken)

Facultatief recht:
Het recht wordt aan een bestuursorgaan overgelaten
Regelgevers en bestuursorganen hebben de bevoegdheid een regel van toepassing te
verklaren (een artikel in de Awb zegt dat een orgaan het ‘mag’ doen, maar het hoeft niet)

Openbaar bestuur
 Op diverse niveaus: internationaal, nationaal, centraal, decentraal
 Organen beschikken over publiekrechtelijke bevoegdheden
 Maakt deel uit van ‘de overheid’ samen met de wetgever en de rechter

Openbaar lichaam
Openbaar lichaam = rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld (dus een
publiekrechtelijke persoon, artikel 134 grondwet
Rechtspersoonlijkheid openbare lichamen vloeit voort uit de wet, artikel 2:1 BW
Staat, provincie, gemeente en waterschappen zijn openbare lichamen. Hun organen zijn a-
organen
Belang van het openbaar lichaam ligt vooral in de privaatrechtelijke sfeer
 Bij privaatrechtelijke rechtsbetrekkingen is het openbaar lichaam altijd de partij,
bijvoorbeeld verhuur pand of koop stadsbussen
 Openbaar lichaam is civielrechtelijk aansprakelijk

Gedecentraliseerde eenheidsstaat
De wet laat bevoegdheden over of kent deze toe aan provincies, gemeenten
Centraal openbaar lichaam  de staat
Decentrale openbare lichamen  gemeenten, provincies, waterschappen
Decentralisatie gedachte  wat op een lager niveau goed gedaan kan worden moet niet op
een hoger niveau worden gedaan




3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hborechtenhan. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.29. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53340 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.29  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added