Blok 7 - AVV
Verantwoording aantekeningen & literatuur
*SV&LD: Alle literatuur + aantekeningen samengevat & verwerkt in leerdoelen.
*x: niet samengevat vanwege gebrek aan relevantie / niet aanwezig tijdens bijeenkomst.
1.3 Aantekeningen college SV&LD
> Scales of Measurement - Nominal, Ordinal, Interval, Ratio - SV&LD
Introductory Statistics
> Tobi, H., Scheepers, P., & Boeije, H. (2016). Het SV&LD
onderzoeksplan. In P. Scheepers, H. Tobi, & H. Boeije (Eds.),
Onderzoeksmethoden (pp. 31-65). Amsterdam: Boom. (Links to an
external site.) SV&LD
> Scheepers, P., Jansen, W., Savelkoul, M., & Tijmstra, J. (2016).
Theorieën, hypothesen en operationalisaties. In P. Scheepers, H.
Tobi, & H. Boeije (Eds.), Onderzoeksmethoden (pp. 103-152).
Amsterdam: Boom. (uitsluitend hfst. 4.5 en 4.6)
1.4 Aantekeningen practicum SV&LD
2.3 Aantekeningen college SV&LD
> Kendall, J.M. (2003). Designing a research project: randomised SV&LD
controlled trials and their principles. Emergency Medicine Journal,
20, 164-168.
> Mann, C.J. (2003). Observational research methods. Research SV&LD
design II: cohort, cross sectional, and case-control studies.
Emergency Medicine Journal, 20, 54-60. (Links to an external site.)
2.4 Aantekeningen practicum SV&LD
3.2 Aantekeningen college SV&LD
https://youtu.be/RqkGMqDU20Q SV&LD
Hayes, A. F. (2009) Beyond Baron and Kenny: Statistical Gescand
mediation analysis in the new millennium. Communication
Monographs, 76, 408-420
3.3 Aantekeningen practicum SV&LD
1.3C: AVV
Inleiding
Louise Beuze - Gezondheidswetenschappen Bachelor 2 EUR 2020-2021
1
,Onderzoeksmethoden - Tobi, Scheepers & Boeije (2016)
10 onderdelen van het onderzoeksplan:
Probleemstelling:
1. Vraagstelling: wat wil je precies weten?;
a. Kan deelvragen bevatten;
2. Doelstelling: waarom wil je dit weten?;
3. Theoretisch raamwerk: vanuit welk perspectief/theorie wordt de vraagstelling
beantwoord? Welke verbanden bestaan er tussen de onderzochte onderwerpen?;
Onderzoeksontwerp:
4. Methode vaststellen: veldonderzoek/RCT/quasi-experiment, etc.;
a. Tijdsperspectief bepalen: retroperspectief/prospectief;
5. Dataverzamelingsplan: welk paradigma wordt gebruikt? Wat is de aard van de
data?;
a. Momenten van dataverzameling:
i. Longitudinaal: onderzoek op aantal specifieke momenten herhaald
(met verschillende mensen);
ii. Panelopzet: dezelfde mensen dezelfde vragen stellen over een
periode van tijd;
iii. Continu: bijv. bij participerende observatie;
b. Operationalisatie verzameling plannen;
6. Steekproefplan;
a. Onderzoekseenheden identificeren;
7. Wanneer wil je de data verzamelen?;
8. Waar wil je de data verzamelen?;
a. Primaire data: zelf data verzamelen;
b. Secundaire data: bestaande data gebruiken;
9. Data-analyse plan: discoursanalyse / betrouwbaarheidsintervallen;
10. Hoe wil je rapporteren?;
a. Transparant maken van de resultaten → controleerbaarheid:
Louise Beuze - Gezondheidswetenschappen Bachelor 2 EUR 2020-2021
2
, i. Grootschalige dataverzameling;
ii. Etnografische dataverzameling;
iii. Mediale dataverzameling.
Onderzoekers voeren vaak een literatuuronderzoek uit voorafgaand aan het opstellen van
een onderzoeksplan, om op de hoogte te zijn van alle ontwikkelingen met betrekking tot het
onderwerp.
Soorten doelstellingen:
1. Kennisprobleem → fundamenteel wetenschappelijk onderzoek: meer kennis krijgen
→ wetenschappelijke relevantie.
2. Praktisch probleem → toegepast wetenschappelijk onderzoek: praktische
oplossingen vinden voor problemen → maatschappelijke relevantie.
→ kan ook een combinatie zijn.
De wetenschappelijke/maatschappelijke relevantie moet expliciet worden benoemd.
Ander onderscheid in doelstellingen:
1. Explorerend onderzoek: weinig kennis beschikbaar of geen praktische oplossingen
reeds beschikbaar.
2. Toetsend onderzoek: kennis en oplossingen zijn er, maar moeten worden getoetst.
Ethische overwegingen voor je onderzoek:
- Werkwijze en gevolgen van het onderzoek moeten aanvaardbaar zijn;
- Het onderzoek mag geen schade toebrengen aan participanten;
- Evenwichtige verdeling van lasten voor participanten en baten voor
onderzoekspopulatie als geheel.
... kunnen jullie verschillende vraagstellingen onderscheiden.
Typen vraagstellingen:
- Beschrijvend: beginnen met wie/wat/welke/wanneer/hoe…?
- Beschrijvende trend vraagstelling: vergelijking van ten minste twee
tijdstippen;
- Beschrijvende comparatieve vraagstelling: vergelijking van ten minste twee
locaties;
- Voorbeeld: wat is het verschil tussen het aantal ouderen met dementie tussen
verpleeghuis A en verpleeghuis B.
- Verklarend: beginnen met waarom/waardoor/etc…?
- Toetsing aan de hand van hypothesen: van Y naar X;
- Voorbeeld: hoe ontstaan verschillen in gezondheid tussen mannen en
vrouwen?
- Voorspellend: begint vaak met “tot welke gevolgen
leidt … / wat gebeurt er als…?”.
- Toetsing aan de hand van hypothesen: van X
naar Y;
Louise Beuze - Gezondheidswetenschappen Bachelor 2 EUR 2020-2021
3
, - Voorbeeld: wat is het effect van een nieuwe interventieprogramma op het
voorkomen van overgewicht?
... kennen jullie de voorwaarden voor causale verbanden.
Verklarend en voorspellend zoeken naar een causale relatie. Er zijn echter voorwaarden
om van een causaal verband te kunnen spreken:
1. De oorzaak gebeurt duidelijk eerder dan het gevolg in tijd;
2. Oorzaak en gevolg hangen empirisch waarneembaar samen en zijn gecorreleerd;
3. De samenhang kan niet worden verklaard door een derde variabele.
... zijn jullie in staat om een toetsbare hypothese te formuleren.
Wat is een hypothese?
➔ Een stellige verwachting / veronderstelling over een bepaald aspect van de sociale
werkelijkheid;
➔ Het is zodanig geformuleerd dat deze op correctheid getoetst kan worden;
➔ Het richt zich op tenminste één, maar meestal meerdere variabelen;
◆ Meerdere variabelen?
● Beschrijf het type verband tussen variabelen
(verschil/samenhang/causale relatie);
● Beschrijf de richting van het v
erband (positief/negatief, meer/minder,
etc.).
○ Positief verband: als X stijgt, stijgt Y ook;
○ Negatief verband: als X stijgt, daalt Y.
... kunnen jullie hypothesen grafisch weergeven.
Waarom hypothesen grafisch weergeven?
- Overzichtelijke weergave mogelijk;
- Complexe hypothesen makkelijker begrijpen;
- Verschillende hypothesen die over dezelfde variabele gaan, kunnen in 1 model
worden weergegeven.
Verschil:
Er is een verschil tussen instelling A en B wat betreft het percentage ouderen met dementie:
instelling A heeft een groter percentage dan B.
Samenhang:
Er is een positieve samenhang tussen de objectieve gezondheid en de ervaren gezondheid.
Let hierbij op de dubbele pijlen, en op het aangeven van de richting (+).
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LouiseB. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.94. You're not tied to anything after your purchase.