KERNVRAGEN OW HC AANTEKENINGEN
HC 01 INLEIDING OP DE CURSUS KERNVRAGEN ORGANISATIEWETENSCHAPPEN
ACHTERGROND
Grootste uitdagingen voor organisaties:
1. Diversiteit en inclusie op organisationele en maatschappelijk niveau
2. UN Duurzame ontwikkelingsdoelstellingen
3. Platformen & ecosystemen
4. Nieuwe technologie zoals Al & Blockchain
5. Corona
ORGANISATIES: EERSTE KENNISMAKING
Organisaties zijn alom aanwezig: de manier waarom zowel de grote maatschappelijke als de kleine alledaagse
problemen aangepakt worden is door het creëren van organisaties.
Definitie: Organisaties zijn:
1. Sociale entiteiten die: culturele, politieke en economische fenomenen.
2. Doelgericht zijn, één doel; kan misleid worden als belangen stakeholders en managers niet gelijk zijn
3. En ontworpen als systemen van activiteiten die bewust gestructureerd en gecoördineerd zijn, en
die: formele taakomschrijving en procedures
4. Verbonden zijn met de externe omgeving: bredere context, omgeving gevormd en veranderd door O
Types: Grote, internationale organisaties vs. familiebedrijven / organisaties met winstoogmerk vs. non profit
(ngo’s). Ngo’s zijn afhankelijk van subsidies en donaties → minder zekerheid.
Dit heeft invloed op hoe een organisatie werkt of in elkaar steekt . Het geen wat een organisatie wilt bereiken
bepaald hoe een organisatie handelt / zichzelf neerzet. Dit heeft ook implicaties over hoe wij denken over
organisaties. Er zijn veel manier om goed te organiseren. Het is dus een samenspel van bepaalde factoren in de
omgeving. → leidt tot heel veel variëteiten in organisaties.
WAT ZIJN ORGANISATIES
Organisaties zijn niet statisch: continu proces van aanpassing op de veranderingen om de omgeving, is een
kwetsbaar proces, ze hebben continu de uitdaging om zichzelf of de omgeving te veranderen om technisch,
economisch en etnisch sneller te kunnen reageren en effectiever te zijn.
1
,Organisaties en hun uitdagingen
• Globalisering: technologisering, markten meer verbonden, outsourcing, taken in lage lonen landen
• Speed of responsiveness: juiste tempo zitten zodat je goed kan aanpassen aan de veranderende
omgeving. Globalisering vereist snelle reacties. Financiële basis is informatie (menselijk kapitaal)
• Ethiek en maatschappelijke verantwoordelijkheid: bv te weinig vrouwen in topposities →
advertenties, voorkeur aan vrouwelijke kandidaat → terecht? Botsing kwaliteit vs. vrouwman. Maar
ook verantwoording over ecologische duurzaamheid
• De virtuele / digitale werkplek : Is toegenomen hoe aansturen, faciliteiten. End-to-end digital supply-
chains worden gebruikt om in contact te blijven met de consument → leidt tot disintermediatie (= het
wegvallen van tussenpersonen door de toename van technologie)
• Diversiteit: hoe gaan we om met inclusie van mensen van verschillende opleidingsniveau of andere
achterstanden of andersheden en verschillen. Steeds meer diversiteit. Minderheden goed integreren
Voordelen/ Belang van organisaties:
• Brengen middelen bijeen om gewenste doelen en uitkomsten te bereiken
• Produceren goederen en diensten op efficiënte wijze
• Maken innovatie mogelijk
• Gebruiken moderne productietechnologie en informatietechnologie
• Passen zich aan aan en beïnvloeden de omgeving (actor), naast overheden en individuen
• Creëren waarde voor hun eigenaren, klanten en medewerkers
• Pakken (alledaagse) uitdagingen op, zoals: diversiteit, ethiek, en de motivatie en coördinatie van
medewerkers
Het domein organisatiewetenschappen:
De organisatiewetenschap is de systematische studie van hoe mensen – als individuen en in groepen –
handelen binnen en tussen organisaties. Systematisch in kaart brengen zodat we snappen waarom dingen op
een manier gebeuren en daarbij advies kunnen geven.
Uitdaging om te bestuderen door 4 bronnen van diversiteit;
1. Context: waar hebben we het over als het gaat om organiseren. Waar en in welke maatschappelijke
context speelt dit. Culturele en regionale verschillen. Kijkend naar verschillende landen.
2. Tijd: Kijk naar wat in die bepaalde periode gangbaar was, wat was de kennis, wat was de situatie.
3. Publiek: verschillende partijen hebben vaak een andere behoefte, waarde, verwachting en perspectief
4. Bereik: niveaus van analyse, open en gesloten systemen
Organisaties als sociale systemen:
Die input in n bedrijf is van invloed op de output kant.. Input
thourghput output. → altijd verbonden met haar omgeving. In,
verwerken, teruggeven aan omgeving.
Subsystemen = een kleiner systeem binnen een groter systeem van
productie (input – transformatie – output); ieder systeem hoort
meerdere subsystemen te omvatten
Scope: waar focus je op.
2
,Niveaus van analyse:
Micro vs. macro: laagste vs. hoogste, PEW met name focussen op individu tot organisatie.
Aggregatie: aantal individuen vormen de groep, Hoe ga je om met dat de individuen er zijn. Hoe snappen we
hoe teams werken. samenvoegen van lage en hoge niveau van analyses. Disaggregatie: Verschillende niveaus
van analyse met elkaar verbinden.
Arbeidstevredenheid van werknemers:
- Functie van de taak
- Functie van sociale dynamiek in de groep
- Functie van de missie van de organisatie
Als die factoren de mate van AV mede bepalen, hoe verhouden ze zich tot elkaar. Genest in hoge niveau van
analyse.
Organisatiewetenschappen als academisch veld. Multidisciplinair
Meerdere disciplines dragen bij aan het bestuderen van organisaties of mensen hier in (theoretisch/
methodologisch). Deze houden wel vast aan hun oorsprong, onverenigbare eigenschappen, willen niet
bewegen. Psychologie, economie, sociologie, filosofie, politicologie, antropologie
Kernvragen in de organisatiewetenschap:
1. How do organizations function in terms of internal process and structure. Binnenkant systeem
2. How do organizations relate to environmental actors. Relaties met omgeving, partijen
3. What is the impact of organizations on the social systems in which they are embedded. Hoe zijn ze
invloed. Relatie met omgeving open system
4. How do we come to grow an organizational society. Historisch perspectief. We hebben een aantal
problemen in de maatschappij. Organisaties zijn de oplossing
Subsystemen = een kleiner systeem binnen een groter systeem van productie (input – transformatie – output);
ieder systeem hoort meerdere subsystemen te omvatten. Het productiesubsysteem is geacht de product- en
service-output van de organisatie te produceren. Grenssubsystemen worden geacht verantwoordelijk te zijn
voor het mogelijk maken van uitwisselingen met de externe omgeving → inkoopbenodigdheden of
marketingproducten. Het onderhoudssubsysteem wordt geacht het behouden van de goede werking en
instandhouding van de fysieke en menselijke elementen van de organisatie te handhaven. De adaptieve
subsystemen zijn verantwoordelijk voor organisatorische verandering en aanpassing. Management is een
afzonderlijk subsysteem, verantwoordelijk voor de coördinatie en leiding van de andere subsystemen van de
organisatie
3
, OPEN VS GESLOTEN SYSTEMEN
Open vs. gesloten heeft er mee te maken hoe je een organisatie bekijkt. Op zichzelf, geïsoleerd of in verbinding
met de omgeving. Input/output is open. Throughput gesloten.
• Gesloten systeem: dit perspectief is gericht op de organisatie zonder haar afhankelijkheid en
vermogen om invloed op elementen van haar omgeving uit te oefenen in overweging te nemen
o Organisaties staan op zichzelf, afgesloten
o Omgeving is gegeven
o Aandacht van managers gaat uit naar het verbeteren van het interne ontwerp
• Open systeem: dit perspectief is gericht op de poreuze grens tussen de organisatie en haar omgeving
o Organisaties staan in verbinding met en wisselen zaken uit met de omgeving
o Omgevingen zijn veranderlijk
o Aandacht managers
gaat uit naar een
ontwerp dat deze
uitwisseling effectief
maakt
NATUURLIJK VS. RATIONELE
SYSTEMEN
Rationeel: Machine. Formele behoefte
structuur en traditionele verhoudingen
zijn belangrijk om de organisatie te
onderhouden. Wat gaat hier in goed en
fout.
Natuurlijk: Voorkeuren, interessant voor mensen op de doen niet als machine maar organisch geheel,
organiseren zichzelf deels, zoeken elkaar op → leidt tot acties en uitkomsten. “Hoe veel waarde leg je aan t
gedrag van mensen”. Zingeving. Rationeel helpt als je mensen wat meer moet bijsturen. Natuurlijk als geen
vernieuwing, mensen hebben meer ruimte nodig.
Dit leg je als sjabloon op een organisatie. Verschillende sjablonen op een organisatie leidt tot verschillende
uitkomsten wat interessant kan zijn.
Verschil natuurlijk en rationeel: hoe bekijk je t
• Gericht op het behalen van doelen, alles staat in dienst v.h. bereiken van het doel. Taakgericht, van
tevoren vastgesteld - rationeel
• Entiteit waarbij de uitkomsten een gevolg zijn van wat leden van organisatie doen, hoe ze
samenwerken etc. taakgericht niet van te voren vastgesteld → natuurlijk
THEORETISCHE PERSPECTI EVEN – ORGANISATIECONFIGURATIE
Verschilt van systematisch denken:
• Systematisch denken: hier is aandacht voor de verschillende systemen, subsystemen waar een
organisaties en organisationele systeem is opgebouwd
• Configuratie: kijken naar die componenten, maar hier is ruimte om te kijken naar hoe belangrijk en
hoe groot bepaalde aandelen van de componenten zijn in het functioneren van de organisatie en de
omgeving daarbij mee te nemen.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lffrijters. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.99. You're not tied to anything after your purchase.