Aggregatieniveau Een onderzoekseenheid en
waarnemingshoeveelheid is hetzelfde wanneer
er informatie wordt verkregen op hetzelfde
niveau als waarover de uitspraken worden
gedaan (individu – individuen). Je spreekt dan
over hetzelfde aggregatieniveau van eenheden
en hun bijbehorende variabelen.
(on)afhankelijke variabele Afhankelijk van de onafhankelijk, alleen voor
een causale relatie. Een variabele die iets
veroorzaakt (onafhankelijk) en waar het effect
op heeft is het afhankelijk.
Automistic fallacy Wanneer er op een niveau onderzoek wordt
gedaan en er op een ander niveau uitspraken
worden gemaakt. Bijvoorbeeld: onderzoek
onder individuen, maar trekt conclusies voor
groepen
Accuratesse De mate waarin een codering door een codeur
overeenkomt met een bepaalde
standaardcodering. Deze toets komt het dichtst
in de buurt van geldigheid.
Afbeeldingstheorie Met woorden verwijzen wij naar delen van de
werkelijkheid: woorden beelden de
werkelijkheid af.
Fundamenteel onderscheid tussen zinnen die
empirisch van inhoud zijn (naar werkelijkheid
verwijzen) en ‘zinloze’ zinnen.
Bivariate analyse 2 variabelen
Beschrijvende kennis Wat iets is
Basisdesigns empirisch onderzoek Experiment, survey en casestudy
Beleidsonderzoek / opdrachtenonderzoek Praktijkgericht onderzoek richt zich met name
op het toepassen en/of genereren van kennis
om bepaalde praktijkproblemen op te lossen.
Omdat praktijkgericht onderzoek vaak
plaatsvindt voor een opdrachtgever spreekt
men ook wel van opdrachtonderzoek. Omdat
het ook vaak plaatsvindt voor
overheidsinstellingen spreekt men ook wel van
beleidsonderzoek
Beleidscyclus Het beleidscyclus heeft betrekking op het
voeren van beleid ten aanzien van een of ander
maatschappelijk probleem, op het idee dat men
iets in een gewenste richting wil sturen.
Conceptuele kennis Abstracter: je doet een aantal nieuwe inzichten
op waarvan je niet meteen ziet dat ze bruikbaar
zijn. Ze beïnvloeden wel hoe mensen denken,
maar het effect daarvan blijkt vaak pas na
langere tijd. Het heeft effect op je manier van
kijken naar bepaalde situaties, hoe je
problemen formuleert en waar je oplossingen
, zoekt
Conceptueel model Geeft een overzicht van de veronderstelde
samenhangen tussen bepaalde factoren die van
belang geacht worden in verband met de
verklaring van een verschijnsel. Dit model is dus
niet de werkelijkheid, maar een systematische
samenvatting van de veronderstellingen die een
onderzoeker heeft over hoe bepaalde zaken in
de werkelijkheid in elkaar zitten. Het is het
uitgangspunt voor empirisch onderzoek, dat
uitsluitsel dient te geven over de vraag of dit
model juist is of niet.
Confirmatie Wanneer de empirische uitslag positief is
Cognitief betekenisvol Is in principe te verifiëren en daarom
betekenisvol.
Centrale tendentie Zegt iets over het gemiddelde
Corroborated theorie Zolang de theorie niet weerlegd is en niet door
een betere wordt vervangen
Context of discovery De situatie waarin ideeën en vermoedens
worden ‘bedacht’ om bepaalde fenomenen te
verklaren (werkhypothese). Er worden
gedachten geopperd die mogelijk een verklaring
zijn van bepaalde verschijnselen.
Context of justification Hiermee wordt bedoeld het rechtvaardigen van
bepaalde vermoedens die we hebben over
verschijnselen.
Conceiving Bedenken, opvatten, onder woorden brengen
Cyclus kwalitatief onderzoek observatie-analyse-reflectie
Cyclus kwantitatief onderzoek theorie- waarneming-analyse
Casestudy Dit is typisch kwalitatief onderzoek. In een
casestudy gaat het om bestudering van een
sociaal verschijnsel, of verschijnselen.
Closed fixed field response interview De geïnterviewde dient een keuze te maken uit
vooraf vastgelegde antwoordcategorieën
Conjunctieve hypothese/interactie effect Hierbij is er sprake van een verschil in
samenhang tussen twee variabelen binnen een
derde variabele. De derde variabele is niet van
invloed op de 2e variabele maar op de relatie
tussen de twee variabelen. In de sub tabellen
zie je verschillen
DOVE-cyclus D= diagnose
O = ontwerp
V = verandering
E = evaluatie
Diagnostisch onderzoek/evaluatieonderzoek Empirisch onderzoek kan in elke fase van de
twee cycli voorkomen, maar vaak in de
diagnosefase en de evaluatiefase
Disjunctieve hypothese ® Er is hierbij géén sprake van een verschil in de
partiële relaties
Schijnsamenhang ® De covariatie (= het samen in dezelfde of
tegengestelde richting bewegen) tussen twee
, variabelen wordt verklaard door een derde
factor.
Interpretatietype ® Er wordt een interveniërende variabele tussen
de beide oorspronkelijke variabelen ingevoegd.
Xty
In plaats van een rechtstreekse relatie tussen x
en y, vormt t nu een interveniërende variabele.
Het effect is dus hetzelfde in beide sub tabellen
Demarcatiecriterium Een criterium waarmee men een onderscheid
zou kunnen maken tussen wetenschappelijke
en niet wetenschappelijke uitspraken.
Determinisme Beschouwingswijze waarin de mens wordt
gezien als een ‘mechanisme’ dat onderhevig is
aan bepaalde causale wetmatigheden. De
opvatting is dat deze wetmatigheden via
onderzoek kunnen worden ontdekt en gebruikt
om mensen en samenlevingen te veranderen,
hopelijk ten positieve
Drager van informatie Er is sprake van observatie van iemands gedrag
Data-cleaning Fase waarin wordt gecontroleerd of de
gegevens juist in het bestand zijn ingevoerd.
Datareductie in plaats van tien scores op tien vragen houd ik
slechts één score op één variabele per
respondent over
Deductief-Nomologisch model “ Een te verklaren verschijnsel wordt onder
wetmatigheid gebracht. Ook wel Hempel-
Oppenheim schema. Een Deductief-
Nomologische verklaring redeneert van het
algemene naar het specifieke, waarbij het
vóórkomen van ten minste één wetmatigheid in
het explanans van essentieel belang is.
C1, C2, ….Ci Uitspraken over
antecedente condities
L1, L2,…. Li Algemene
wetmatigheden
E Het empirische
fenomeen dat verklaard
moet worden
Syllogisme “ (of sluitreden) is een redeneervorm die bestaat
uit twee premissen en een conclusie. Het D-N
model.
Experiment Het experiment is geschikt om causaal
onderzoek te doen. Het is het enige design dat
uitsluitsel kan geven over de causale werking
van een factor op een andere en dus bepaalde
verklaringen kan toetsen. Er zal dus in een
experimenteel onderzoek vaak sprake zijn van
een hypothese die gesteld is in de vorm van een
causale uitspraak. Om causaliteit aan te kunnen
tonen, dient er sprake te zijn van een
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SophieBos1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.