Lecture 4 -- Human Development -- Endocrine System
Lecture 3 -- Human Development -- Female reproductive System
Lecture 2 -- Human Development -- Male reproductive System
All for this textbook (3)
Written for
Katholieke Hogeschool VIVES (VIVES)
verpleegkunde
Anatomie en fysiologie
All documents for this subject (7)
Seller
Follow
studentverpleegkunde1
Reviews received
Content preview
1. Hoofdstuk 8: Het zenuwstelsel
• Teken schematisch de algemene structuur van het zenuwstelsel en bespreek de functie van elke
onderdeel (= fig 8.1 op p.293).
Centraal zenuwstelsel = hersenmerg en zenuwstelsel
Perifeer zenuwstelsel = alles van de zenuwen, behalve hersenen en
hersenmerg
Afferent stuk = voert aan in richting van centraal zenuwstelsel
à Je kan nooit van sensorisch naar motorisch gaan zonder
centraal zenuwstelsel
Somatisch = je hebt controle over (alle skeletspieren bedoelt)
Autonoom = je hebt geen controle over, je bent er wel bewust van (bv je
wordt rood)
à Parasympatisch = stimuleert effectoren wanneer we in rust zijn
à (ortho) sympatisch = fight – en flight systeem
• Teken en bespreek de bouw van een sensorisch neuron, en van een motorisch neuron.
• Sensorisch neuron = unipolair neuron
® Of afferente neuronen
® Dendrieten en axon lopen in elkaar over
® Cellichaam ligt aan één zijde
® Actiepotentiaal begint aan uiteinde van dendrieten en rest van uitloper
® Ontvangen info v/h zintuigcellen die uitwendige of inwendige milieu waarnemen
en daarna info naar andere neutronen in het CZS doorgeven.
• Motorisch neuron = multipolair neuron
® Twee of meer dendrieten en 1 axon
® Perifere doelcellen waarmee ze in verbinding staan -> effectoren genoemd ->
reageren door iets te doen.
• Prikkelgeleiding:
• Wat is de functie van myeline? Hoe komt een zenuwcel uit het centraal zenuwstelsel /
perifeer zenuwstelsel aan myeline?
• Verhoogt snelheid van prikkel waarmee actiepotentiaal langs axon voortplant
• Dient als elektrische isolator
• Rijk aan vetten, doorsnede zien gebieden v/h CZS met gemyeliniseerde axonen er
glanzend wit uit.
• Zo’n axon wordt gemyeliniseerd genoemd. Maar niet elk axon, zonder myelineschede
worden ongemyelinseerd genoemd.
, Via gliacellen
• Centraal zenuwstelsel
§ Oligodentrocyten
§ Elk oligodentrocyt voorziet een kort gedeelte van een axon van een
myelineschede. Veel oligodentrocyten nodig om een heel axon met myeline te
bedekken. Niet alle axonen zijn gemyeliniseerd.
• Perifeer zenuwstelsel:
§ Schwann – cellen
§ Elke schwann – cel vormt een myelineschede rond een gedeelte van het axon.
Alle axonen zijn gemyeliniseerd
• Wat verstaat men onder 'grijze stof' en 'witte stof'?
• Grijze stof: Verzamelingen ven cellicamen v. neuronen in het PZS
• ik heb dit als uitleg, maar weet niet zeker of dit het volledige goeie antwoord is
• Rustpotentiaal= de membraan potentiaal van een cel in rust.
Door de werking van de NA-K pomp worden er kationen verplaatst en op een gegeven
moment hebben we meer kationen buiten de cel dan binnen de cel. Hierdoor krijgt de
celwand een soort polarisatie --> hij wordt positief aan de buitenzijde en negatief aan
de binnenzijde. Het verschil tussen die 2 zijden geeft een spanning over de celwand heen
en de juiste benaming voor deze spanning is de rustpotentiaal.
Bij een cel in rust werken steeds de NA-K pompen en dit om de rustpotentiaal te
bewaren. De potentiaal van een niet geprikkelde cel in rust dus de rustpotentiaal
bedraag – 70 milivolt
Aan de rustpotentiaal kan een einde komen wanneer de leak channels voor natrium en
kalium ionen openen
• Wat is een actiepotentiaal, en hoe ontstaat die?
• een elektrisch signaal dat van invloed is op het oppervlak van het gehele membraan.
Een actiepotentiaal zal alleen ontstaan als het membraan depolariseert tot het niveau
van de drempelwaarde. Er zijn buiten de natrium- kaliumpomp ook poortjes in de cel
(leak channels). Wanneer deze open staan gaan de natrium- en kaliumionen terug naar
hun oorspronkelijke plaats. Het spanningsverschil valt weg.
• Actiepotentiaal = depolarisatie. Membraanpotentiaal stijgt naar +30mV. Eens de
kanaaltjes sluiten en de natrium- kaliumpomp weer in werking treedt zijn er terug polen
= repolarisatie
• Wat is een refractaire periode? Verklaar fysiologisch hoe de refractaire periode onstaat.
• = De periode waarin een cel niet voor de 2de keer kan depolariseren.
= Een tijdsinterval waarin een bepaalde gebeurtenis niet opnieuw kan plaatsvinden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studentverpleegkunde1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.56. You're not tied to anything after your purchase.