Geschiedenis
Tijdvak 4: Tijd van Steden en Staten §1 Oriëntatie
Kenmerkend aspect:
De opkomst van handel en ambachten die de basis legde voor het
herleven van een agrarisch-urbane samenleving
Herleven van de agrarisch-urbane samenleving
1000 n.C: belangrijke vernieuwingen landbouwopbrengst vergroot, zoals drieslagstelsel +
andere technologische vernieuwingen. Meer ruimte voor vernieuwing:
Overschot kon verhandeld worden.
Meer mogelijkheid landbouwspecialisatie, één gewas meer opbrengst
handelaren.
Arbeidsspecialisatie, genoeg voedsel iedereen nieuwe beroepen
(ambachtsnijverheid).
Gevolg: agrarisch-urbane samenleving (steden op kruispunten samenkomsten handel).
In steden: ambachten, verenigd in gildes (veel politieke macht) / besmettelijke ziektes / bij
brand verwoesting groot.
Stad rijk genoeg stadsrechten kopen van heer recht zelfbestuur + andere privileges.
Kenmerkend aspect:
De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende
zelfstandigheid van steden
Opkomst van de stedelijke burgerij
Eenmaal stadsrechten gekocht van heer burgers stad zelf besturen + privileges macht
meestal rijke burgers macht behouden / vergroten conflicten met adel & vorsten.
Burger woont jaar en dag in stad. Voordelen burgerschap:
Burgers waren vrije mensen (in tegenstelling horige boeren land).
Burgers kregen ontheffing van belastingen (mensen buiten stad wel betalen).
Burgers genoten bescherming tegen rechtsvervolging door iemand buiten stad.
Economische positie burgerij steeds beter, voornamelijk ambachtslieden essentieel
belang voor stad / goede economische positie macht toenemende zelfstandigheid
nog meer macht: steden onderling samenwerken (handelsverbond de Hanze).
Kenmerkend aspect:
Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan
wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben
De Investituursstrijd
Verhoudingen tussen kerk & staat onder spaning. Redenen:
1. Geestelijken die leenman van de koning of keizer waren wisten in conflict niet waar
hun trouw lag: bij wereldlijke / geestelijke macht.
, 2. Vorsten benoemden vertrouwelingen tot bisschop en leenman aan zich binden
lekeninvestituur, steeds meer verzet van de kerk (wilde monopolie benoemingen
behouden).
3. Beide zaken zorgden in toenemende mate kritiek op geestelijken en taken. Pausen
wilden zuivering onder geestelijken.
4. Vorsten veel macht gekregen binnen kerk / bemoeiden zich soms met benoeming
paus.
5. Paus probeerde zich meer met vorsten te bemoeien door goddelijke steun voor
vorsten al dan niet in te trekken.
6. Kerk bemoeide zich openlijk met politiek van vorsten.
Conflicten vorsten / pausen Investituursstrijd wie heeft primaat: kerk / staat.
Conflict tot uitbarsting: Hendrik IV, gang naar Canossa, Concordaat van Worms.
Kenmerkend aspect:
De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in
de vorm van kruistochten
Kruistochten
Relatie islam / christendom gespannen. Motieven kruistochten:
Geloof: doorn oog christenen overname Jeruzalem door moslims.
Uitzichtloze situatie arme bevolking Europa: hoop beter leven Midden-Oosten.
Voor adel geen land Europa: hoop elders nieuw land (macht + rijkdom).
Avonturiers: verrijking / onder straf misdaad uitkomen.
Succesvol, maar kruistochten korte duur: 12e eeuw gebieden terug Arabisch gezag.
1291: herovering moslims Midden-Oosten feit.
Kenmerkend aspect:
Het begin van staatsvorming en centralisatie
Staatsvorming en centralisatie
Vroege middeleeuwen:
Vorst: gebrek geldeconomie uitdaging om macht te behouden.
Grip krijgen land: feodale stelsel land uitlenen leenmannen in ruil voor raad en daad rijk
versnipperd over leenmannen, eisten deel belasting / land voor zoons vorst / leenheer
verloor grip gebied.
Late middeleeuwen:
Vorst: rijk centraliseren vestigen één plek macht laten gelden.
Bloei economie: leenmannen werden ambtenaren (belasting heffen + wetten handhaven).
Gevolg centralisatie adel: verlies macht + inkomen oorlogen.
Grootste verandering: cultureel één volk, vorst enige leider, macht accepteren en steunen
oorlogen pogingen staatsvorming.
Honderdjarige Oorlog in rijk gevoel van eenheid met koning leider.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jentevanasch. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.