100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting van het boekje: Markt en overheid van de serie Praktische Economie! $3.35   Add to cart

Summary

Samenvatting van het boekje: Markt en overheid van de serie Praktische Economie!

1 review
 38 views  1 purchase
  • Course
  • Level

Een samenvatting van het boekje: Markt en overheid van de serie Praktische Economie!

Preview 2 out of 5  pages

  • February 28, 2021
  • 5
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • 6

1  review

review-writer-avatar

By: mirteleusink18 • 3 year ago

avatar-seller
Economie markt en overheid

Hoofdstuk 1
Markt= het geheel van factoren waaronder vragers en aanbieders elkaar ontmoeten en producten
verhandelen.
Concrete markt= plaats waar vragers en aanbieders elkaar ontmoeten. (bloemenveiling, marktplaats)
Abstracte markt= alle factoren die te maken hebben met de verhandeling van het product.
(huizenmarkt, ‘markt’ is alle elementen die te maken hebben met de verhandeling van de
producten ‘het huis’). Er is niet één aanwijsbare plaats waar aanbieder en vrager contact met
elkaar hebben.
Marktstructuur= geheel van kenmerken van de markt die het marktevenwicht beïnvloeden.
- Belangrijkste= het aantal aanbieders en hun marktaandelen, de toetredingsdrempels en de
mate van productdifferentiatie.

1 aanbieder: alleen rekening met ‘wet van de vraag’. Geen concurrentie bij verhogen prijs.
Meerdere aanbieders: ook rekening met de andere aanbieders, kan prijs niet zo maar verhogen.

Marktaandeel= de afzet van een individuele aanbieder als percentage van de totale afzet.
Dominante aanbieder= een aanbieder die een marktaandeel van meer dan 35% heeft.
 Andere bieders volgen de dominante aanbieder
 Groter marktaandeel= meer invloed op de prijs

Toetredingsdrempel= abstracte drempels waar een producent ‘overheen moet stappen’ om te
kunnen produceren. (Fabriek bouwen, vergunning aanvragen)
 Hoe hoger, hoe minder producenten over de drempel heen kunnen stappen.
 Een producent heeft minder invloed op zijn verkoopprijs als de toetredingsdrempels tot zijn
markt laag zijn.

Productdifferentiatie
Homogene producten= product dat door meerdere producenten wordt voortgebracht en waarbij in
de ogen van de consument de producten niet van elkaar verschillen. (elektriciteit)
Heterogene producten= product waarvan in de ogen van de consument verschillende versies worden
voortgebracht. (Fietsen, telefoons, chips) (=substituten)
Gedifferentieerde producten= product dat door meerdere producenten wordt voortgebracht en
waarbij in de ogen van de consument de producten van elkaar verschillen. (Frisdrank)
Onafhankelijke producten= producten die onderling helemaal niet substitueerbaar zijn. (Bril-eten)

Hoe meer producten van elkaar verschillen, hoe sterker ze zijn gedifferentieerd.
Producten zijn betere substituten naarmate ze minder van elkaar verschillen.(cola- sprite >cola-melk)

Ook de mate van productdifferentiatie bepaalt of een producent zijn verkoopprijs kan beïnvloeden.
- Invloed is beperkt als het product nauwelijks gedifferentieerd is. (verhogen= minder klanten)
- Als producten sterk gedifferentieerd zijn, kan een producent gemakkelijker zijn prijs
verhogen zonder dat dit klanten kost. Voor consumenten bestaat er immers geen passend
alternatief.

Marktvorm: geheel van factoren waaronder ondernemingen met elkaar concurreren
Aantal aanbieders Homogeen product Heterogeen product
Veel Volkomen concurrentie Monopolistische concurrentie
Weinig Homogeen oligopolie Heterogeen oligopolie
Één monopolie

, Volkomen concurrentie: marktvorm waarbij veel kleine aanbieders een homogeen product
aanbieden en waarbij individuele vragers en aanbieders geen invloed hebben op de prijs
- Producent kan alleen de geproduceerde hoeveelheid beïnvloeden: hoeveelheidsaanpassers
= aanbieders zonder invloed op marktprijs
- Komt nauwelijks voor (effectenbeurs)

Monopolie: marktvorm met één aanbieder
- de monopolist/aanbieder is de prijszetter: aanbieder die zelf zijn prijs kan vaststellen zonder
rekening te moeten houden met concurrenten. Kiest prijs waarbij winst=maximaal.
- houdt rekening met ‘wet van de vraag’: bij een hogere prijs verkoopt hij minder.
- Komen af en toe voor (Nederlandse Spoorwegen)
- Vaker markten die lijken op monopolie: één producent heeft weinig concurrentie (microsoft)

Oligopolie: marktvorm met een beperkt aantal aanbieders. (5-10 = 80+%)
- Duopolie: marktvorm met twee aanbieders
- Alle producenten hetzelfde product (elektriciteit)= Homogeen oligopolie: oligopolie dat een
homogeen product voorbrengt
 Weinig aanbieders van hetzelfde product: alle hebben invloed op de prijs, maar met
mate want anders stappen consumenten over op andere producenten
- Als producten afwijken van de andere producten= Heterogeen oligopolie: oligopolie dat een
heterogeen product voortbrengt.
 Meer invloed op de prijs, consumenten stappen minder snel over

Monopolistische concurrentie: marktvorm waarbij veel kleine aanbieders een heterogeen product
aanbieden.
- Verschilt op één punt met volkomen concurrentie: de producenten zijn heterogeen.
 Producenten wel invloed op de prijs, maar is beperkt door de sterke concurrentie
- Komt vaker voor ((diner= gedifferentieerd product), heel veel restaurants in stad).

Hoofdstuk 2
Marktevenwicht bestaat uit 2 waarden: de evenwichtsprijs en de evenwichtshoeveelheid.
Evenwichtsvoorwaarden:
 De gevraagde hoeveelheid is gelijk aan de aangeboden hoeveelheid
 Alle producenten maximaliseren hun winst, (consument koopt productcombinaties met het
meeste voordeel)

Marktevenwicht:
Bij volkomen concurrentie:hebben aanbieders geen invloed op de prijs= snijpunt aanbod- en vraaglijn
Bij andere marktvormen: wel invloed= hoeveelheid producten voor maximale winst -> totale aanbod
-> marktevenwicht afgelezen worden met de collectieve vraaglijn.

Volkomen concurrentie
- Veel vragers en aanbieders
Geen enkele consument of producent is dominant, prijs wordt bepaald door het snijpunt
- Het verhandelde product is homogeen
Consumenten hebben niet zo’n grote voorkeur
- Vrije toe- en uittreding, er is geen toetredingsdrempel
Tijdelijk winst, daarna weer meer producenten (andersom voor verlies), winst naar nul
- De markt is transparant, iedereen beschikt over alle relevante informatie (evenwichtsprijs)
Producenten kunnen niet duurder verkopen, consumenten niet goedkoper kopen
- Iedere producent beschikt over dezelfde productietechnologie, gelijke kosten (personeel)
Iedere producent heeft dezelfde GTK-lijn en MK-lijn

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller collinnijboer1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.35. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

83662 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.35  1x  sold
  • (1)
  Add to cart