PSYCHOPATHOLOGIE: ALGEMEEN
Psychopathologie De wetenschap of studie van het geestelijk of psychisch lijden
Psychiatrie Een patiënt/ individu staat centraal op wie men bepaalde wetenschappelijke
kennis is toegepast. Een stukje intuïtief kennen
Traditioneel Europese Vertrekken vanuit algemene psychische processen om de pathologische
benadering varianten te analyseren
Amerikaanse benadering Vertrekken vanuit een groep psychopathologische verschijnselen
Descriptieve diagnose Beschrijving van het voorkomen ongeacht de mogelijke verklaringen
Etiologische en pathogenetische Verkennen van de veroorzakende, uitlokkende of continuerende factoren en
diagnose wat hun werking is en hoe ze tot de stoornis geleid hebben
Prognose Voorspellingen van het mogelijke beloop enerzijds zonder en anderzijds onder
invloed van behandeling
Therapie Ontwerp en uitvoering van een interventie met als doel pathologisch
functioneren te verdwijnen, verbeteren of gevolgen ervaren te beperken
Preventie Actieplan om stoornissen te voorkomen of ter voorkoming van resttoestanden
of ter beperking van de nadelige gevolgen van de resttoestanden
Categoriale classificatie Duidelijk afgebakende klassen zonder overlap met een alles of niets verschil
(bv. alle foto’s met witte achtergronden)
Dimensionele classificatie Geen kwestie van alles of niets, wel van meer of minder. Psychische
stoornissen zelden strikt af te bakenen.
Prototypische classificatie Niet alle gedefinieerde kenmerken moeten aanwezig zijn, maar zoveel mogelijk
kenmerken gemeen hebben, ZONDER dat een bepaald kenmerk essentieel of
onmisbaar is voor de indeling
Syndroom Groep van tezamen optredende symptomen (er wordt geen uitspraak gedaan
over de aard van het verband tussen symptomen en er wordt ook geen reden
van de groepering aangegeven)
Symptoom Kleinst beschrijfbare onderzoekseenheid; ‘ziekteteken’; verwijst naar een
stoornis
APA = American Psychiatric Association: ontwierp een ordening van stoornissen die
a-theoretisch is (niet gekoppeld aan verklaringsmodellen) en steunend op
heldere, ondubbelzinnige criteria
STOORNISSEN IN HET PSYCHISCH FUNCTIONEREN
EXPRESSIE EN PSYCHOMOTORIEK
Kwantitatieve stoornis Overactiviteit:
Acathisie = onvermogen in een zelfde houding te behouden
Hyperkinesie = overdreven snelheid of intensiteit van bewegingen
Onderactiviteit:
Bradykinesie = vertraagde beweging
Hypokinesie = geringe beweging
Akinesie = afwezige beweging
Stupor = bewegingsloos, verstard voor zich uit starend, zonder reactie
op normale prikkels uit omgeving als gevolg hevige emotie, trauma
Kataplexie = plotse vermindering spierspanning door heftige emotie
(door benen zakken)
Kwalitatief: dysactiviteit = stoornis in de vorm van de motoriek (houding/ beweging anders van aard).
Houdingen en bewegingen die een repetitief karakter vertonen
Katatone schizofrenen = bizarre houdingen, stereotiepe bewegingen
Maniërisme = overmatig gestilleerd of gekunsteld bewegingspatroon
Motorische conversie = verlammingen of contracties zonder
somatische oorzaak
, Spraak Logorroe = woordenvloed
Wordsalat = (incoherente spraak) -> logische associaties zijn
onderbroken woorden zonder verband door elkaar gooien
Echolalie = herhalen van klanken of woorden wat iemand anders zegt
Echofrasie = herhalen van zinnen die iemand anders zegt
Perseveren = voortdurend herhalen van zinnen, woorden
Mutisme = volledig geblokkeerd
Bradyfrenie = vertraagdheid
Neologisme = zelfgeconstrueerde woorden die voor de ander niet
begrijpbaar zijn
BEWUSTZIJN
Bewustzijn Toestand of proces waardoor we besef hebben van onszelf en onze omgeving;
bewustzijn is de basisvoorwaarde voor de interactie mens/ wereld;
bewustzijnsstoornissen vragen steeds om een lichamelijk onderzoek
Stoornissen in helderheid of Bewustzijnsverruiming: vaak gekoppeld aan verhoogd bewustzijn
aanspreekbaarheid Bewustzijnsvernauwing: selectie
Stoornissen in aandacht of Verhoogd aandacht of waakzaamheid
opmerkzaamheid Verminderd aandachtsvermogen
Stoornissen in oriëntatie Zich situeren in tijd, ruimte en ten aanzien van eigen persoon en
andere mensen
Desoriëntatie: doet zich voor als bijverschijnsel bij
waarnemingsstoornissen, geheugendefecten, onderdrukking
gevoelsleven,…
ZELFBELEVING
Zelfbeleving Stoornissen in het reflectief bewustzijn. Beseffen dat men bestaat, dat men
leeft als een individu gelijkend op verschillende mensen maar er toch ook van
te onderscheiden is. Reflectief bewustzijn is een globale constante door tijd en
ruimte. Zelfbeleving is meer dan identiteit en is niet de persoonlijkheid
Stoornissen in het zelfbeeld Ik- vitaliteit: stoornis in vanzelfsprekend besef te leven. Sterk gevoel
van te sterven, angst voor de dood, overdreven gevoel van vitaliteit
Ik- activiteit: stoornis in besef zelf de spontane actor te zijn van het
eigen handelen, denken, voelen. Sterk gevoel van verlies autonomie,
beïnvloedingswaan, dwangstoornis,…
Ik- consistentie: stoornis in het zichzelf ervaren als samenhangend
geheel. Gevoel van uiteenvallen van de eigen persoon, dissociatieve
verschijnselen,…
Ik- afgrenzing: stoornis in vermogen om onderscheid te maken tussen
ik en niet – ik, tussen zelf en buiten. Ervaring van afwezige afgrenzing,
overdreven afgrenzing, grote afstand tussen zichzelf en ander
Ik- identiteit: stoornis in besef gedurende alle levenstaken constant en
continu in tijd dezelfde persoon te blijven en zo (h)erkend te worden
door anderen. Twijfel aan eigen identiteit, gevoel van verandering of
tegenstrijdigheden in identiteit, meerdere identiteit,…
Depersonalisatie: gevoel van zelfvervreemding
Derealisatie: algemeen onwerkelijkheidsgevoel
Stoornissen in de Ervaring verbrokkeling bij psychose
lichaamservaring Preoccupatie met vermeend ziek lichaamsdeel
Psychosomatische stoornissen
Anorexia nervosa
Dysmorfofobie Irrationele of irreële angst/ overtuiging fysiek misvormd te zijn
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller EllenPellis. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.