100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Beknopte samenvatting Pioneers of Psychologie: Inleiding geschiedenis Psychologie: hiermee in 1 keer gehaald $5.68   Add to cart

Summary

Beknopte samenvatting Pioneers of Psychologie: Inleiding geschiedenis Psychologie: hiermee in 1 keer gehaald

 27 views  2 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Een beknopte samenvatting van het vak Inleiding geschiedenis en Psychologie. Samenvatting van het boek Pioneers of Psychology. Het perfecte document om zo snel mogelijk het vak onder de knie te hebben. Zelf heb ik een 8 hiermee gehaald.

Preview 3 out of 16  pages

  • Yes
  • March 1, 2021
  • 16
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Inleiding en geschiedenis van de psychologie
Hoofdstuk 1:

Aristoteles: aarde is middelpunt van het heelal

Animisme: alle wezen en dingen hebben een ziel

Vegetatieve zielen  planten etc.
Sensitieve zielen  dieren
Rationele zielen  mensen

Copernicus: zon is middelpunt heelal

Decartes:
 Individualist
 Nativist
 Empirist
 Rationalist
 Dualist
 ‘ik denk dus ik besta’

Decartes over fysische wetenschap:
 Fysische wereld: deeltjes bewegen en volgen elkaar op (geen leegte)
 Zien: deeltjes dienen als blindenstok. Bewegende voorwerpen duwen deeltjes weg

Decartes over fysiologische wetenschap:
 Mechanistische fysiologie: lichaam werkt als een machine. Ziel los (dualisme)
 Zenuwen zijn holle buizen met vloeistof erin (holle buizen heten ventrikels)
 In deze ventrikels zit hersenvocht
 Automatische reflex: Druk op zenuw, druk naar de hersenen, druk naar spier die beweging
maakt
 Aangeleerde reflex: Er zitten schotten in hersenen die vocht verdelen. Bij iedereen anders
 Interne factoren: emoties en dromen
 Axioma’s: niet aan te twijfelen. Is een feit.
 Deductie: afleiden, waarheid afleiden uit axioma’s
 Inductie: generaliseren uit waarnemingen

 de ziel en het lichaam komen volgens Decartes samen in de pijnappelklier (Epifyse). Want de
Epifyse ligt in het midden en daar is er maar 1 van, net als de geest. Daarnaast ligt de Epifyse in het
hersenvocht.

Galileo Galilei:
 primary qualities: onvermijdelijk en onverwerpbaar; beweging, vorm, aantal (fysische
wetenschap)
 Secundary qualities: waarnemingen en sensatie van het object (persoonlijk dus kleur, smaak,
geur, geluid)
William Harvey: Hart is mechanische pomp. Het bloedt door het lichaam automatisch.

Galen: hersenvloeistof stroomt door het lichaam

,Hoofdstuk 2:

 tijd van de Verlichting

Locke en Leibniz borduren voort op ideeën van Decartes.

Locke: mensen leren dingen door interactie met de omgeving
- Tabula Rasa (hier scheidt hij zich af van Decartes)
- Kennis komt van buiten af, niet aangeboren, geest is passief
- Van simpele ideeën naar complexe (van rond, rood, hard naar appel)
- Intuïtieve kennis
- Veel kennis is dan een associatie (omdat kennis van buiten incompleet kan zijn)

Locke was een inspiratie voor:
 Berkeley: er bestaan geen primary qualities. Alle waarnemingen zijn subjectief. Het zien van
diepte is niet aangeboren maar aangeleerd.
 Hume: associatie. Dingen die veel op elkaar lijken worden met elkaar geassocieerd. Continguity
zoals donder en bliksem. Elke keer na donder volgt bliksen dus moet bij elkaar horen.
 Mill: gedrag wordt veroorzaakt door interactieve omgeving. Agressieve omgeving = agressief
persoon
 Molyneux: tegen innate ideeën.

Leibniz: geest is actief, kennis komt van binnen

Spinoza: God is overal en allesomvattend. Wij zijn deel van iets groters.

Anthony van Leeuwenhoek: uitvinder microscoop. Stuk hout onder microscoop beweegt dus wereld
is niet dood.

 Leibniz niet eens met primary qualities

Necessary truths: wiskundige en natuurkundige feiten. Zijn deels aangeboren volgens hem want kan
niet alleen uit ervaring komen.

Monaden: immaterieel deeltje waaruit de wereld bestaat

Oneindige monad: superieure monad  God. Hij heeft alle monaden gecreeërd.
3 eindige monaden:
 Rationele monaden: bewuste ziel van de mens. Reflectie
 Sentient monaden: dieren. Kunnen niet reflecteren
 Simpele monaden: organisch of niet organisch, minmale perceptie

 Monaden zijn tegen Tubula Rasa: monaden zitten in ons bij geboorte. Geest is actief en wie je
bent zorgt ervoor hoe je op dingen reageert en hoe je dingen waarneemt.

Decartes:
- Interactief dualisme tussen lichaam en geest

Leibniz:
- Nomaden werken allemaal individueel maar zijn wel in harmonie (psychofysisch
parallellisme)

, Minute percepties: continue stroom van indrukken waar je je niet allemaal bewust van bent

Invloed Leibniz:
- Apperceptie en onafhankelijkheid psyche
- Onbewste processen, actieve geest
- Beeld op intelligentie

Fysiognomie: geloof dat uiterlijk iets zegt over persoonlijkheid of intelligentie


Hoofdstuk 3:

Hoe is het hoofd gerelateerd aan het lichaam??

 Decartes: poort opengezet voor onderzoek naar de relatie tussen ervaringen, gedachten,
gevoelens en hersenen. Doen gevoelens zich op verschillende plaatsen voor in de hersenen? Hield
zich vooral bezig met ventrikels en hersenvocht.

 Aristoteles: al onderzoek naar gedaan maar dit was vooral op lijken. Het bloed was bij hen al
grotendeels uit de hersenen dus er kon weinig onderzoek gedaan worden. Daarnaast vond hij dat de
hersenen niet belangrijk konden zijn omdat er geen gevoel in zat.

 Willis: hield zich meer bezig met de vastere structuren in de hersenen. Hij was de eerste die de
witte en zwarte materie beschreef.

 Gall: Een van de eersten die beschreef hoe de 2 hersenhelften interacteerden. Deze waren
volgens hem verbonden met commisures. Er was volgens hem ook een relatie tussen hersengrootte
en mate van complex gedrag. Hij vond ook dat de functies van hersenen zijn gekruisd met functies in
het lichaam (verlamming bijv).

 Lavater: physiognomie: het aflezen van iemands persoonlijkheid aan de hand van fysische
kenmerken.

Frenologie: psychologische functies zijn op verschillende plekken in de hersenen gelokaliseerd. Door
te kijken welke plekken in de hersenen groter zijn, is af te leiden welk karakter je hebt. Deze theorie
is nooit echt geaccepteerd.

 Flourens: was tegen frenologie. Hij probeerde dit tegen te gaan door ablatie: een deel uit de
hersenen weghalen en dan zien wat de gevolgen zijn. In het cerebellum had dit vooral effect op
motorische functies. Kleine sneetjes in de cortex lieten niet perse iets zien omdat hersenen plastisch
zijn. Verschillende delen werken samen en nemen functies ander deel over.

 Bouillaud: frenologie klopt niet maar lokalisatie vindt wel plaats. Hij had een patiënt met
hersenschade voor in de cortex, en die persoon had taalproblemen. Hij werd echter genegeerd en
niet serieus genomen. Aubertin nam hem wel serieus. Hij had ook zo’n patiënt.

 Broca: Chirurg. Had een patiënt die alleen maar ‘tan’ kon zeggen. Hij had op een plek in zijn cortex
schade. Dit wordt het gebied van Broca genoemd nu. Hij had ‘afasie’; probleem met taal:
- Motorische afasie (problemen met taal produceren, ze begrijpen het wel)
- Sensorische afasie (problemen met taalbegrip, maar kon wel uitspreken) (Wernicke)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Ninajanssen1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.68. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.68  2x  sold
  • (0)
  Add to cart