100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting artikelen verdieping VPB $4.33   Add to cart

Summary

Samenvatting artikelen verdieping VPB

 72 views  14 purchases
  • Course
  • Institution

Beknopte samenvatting van de verplichte artikelen voor het vak verdieping VPB. 9,4 gehaald samen met de werkcolleges en hoorcolleges.

Preview 4 out of 49  pages

  • March 1, 2021
  • 49
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Beknopte samenvatting artikelen verdieping
vennootschapsbelasting 2020
Week 36
MBB 2016/02 Antimismatchbepaling in de deelnemingsvrijstelling (artikel 13
lid 17 vpb)
Inhoud antimismatchbepaling
De antimismatchbepaling is weergeven in artikel 13 lid 17 vpb. Dit onderdeel is geïmplementeerd vanuit
de Moeder-Dochterrichtlijn. Het doel is voorkomen van hybride mismatchen die leiden tot mogelijk
dubbele non-heffing. De hoofdregel is als volgt: wanneer de betaling in het bronland aftrekbaar is, zal
deze is Nederland belast worden. Normaliter geldt de deelnemingsvrijstelling. Door de betaling in
Nederland te gaan belasten kom je uiteindelijk uit op 0 (namelijk – in het bronland, + in Nederland).
Afhankelijk van de fiscale behandeling in het bronland, wordt de betaling wel of niet belast in Nederland.
Wel kan deze maatregel mogelijk leiden tot economische dubbele heffingen bij multinationals.

Deze maatregel ziet in beginsel niet op vervreemdingsvoordelen en valutaresultaten. Wel ziet de
maatregel (zie laatste volzin van 13 lid 17 vpb) op meegekocht dividend en rente. Deze maatregel geldt
ook voor niet-EU situaties, anders zouden deelnemingen allemaal naar derde landen buiten de EU
verplaatst kunnen worden.

Het maakt voor de toepassing van de maatregel niet uit of de betaling in hetzelfde jaar wordt
afgetrokken en ontvangen, of dat dit in twee verschillende jaren gebeurd. Tevens is het niet noodzakelijk
dat de rente in aftrek wordt gebracht in de jurisdictie waar het lichaam van de deelneming is gevestigd,
ook aftrek elders leidt ertoe dat de betaling in Nederland belast wordt.

De term aftrekbaar ziet toe op het feit dat de rente in aftrek kan gebracht worden, het gaat er dus niet
om of de rente ook daadwerkelijk in aftrek gebracht wordt. De maatregel is van kracht op het moment
dat de vergoeding/betaling in fiscale zin wordt genoten (dit is dus niet per se gelijk aan daadwerkelijk
ontvangen).

Bijzonderheden omtrent de toepassing
13 lid 17 vpb is niet van toepassing in de volgende situaties:
- Als er geen aftrek in het bronland plaatsvindt door toepassing van een specifieke
renteaftrekbeperking (denk aan iets vergelijkbaars met 10 vpb)
- Als de mismatch is ontstaan door verschillen in verekenprijsbenadering of een rentecorrecties op
een onzakelijke lening
- Als indirecte aftrek mogelijk is door de hybride lening door te lenen aan een kleindochter die
uiteindelijk aftrek geniet
- Voorbeeld: belgische notionele interestaftrek. Dit valt niet onder de antimismatchbepaling
omdat er geen rechtstreeks verband is tussen de notionele interestaftrek en de vergoeding of
betaling

13 lid 17 vpb is juist wel van toepassing in de volgende situaties:
- Mismatches als gevolg van het karakter van het instrument  betaling wordt naar diens aard
anders beoordeelt
- Vergoedingen/betalingen die indirect in aftrek kunnen worden gebracht, wanneer een hybride
schuld toe te rekenen valt aan een vaste inrichting

, - Voorbeeld: braziliaanse allowance for corporate equity  braziliaanse system voorziet in aftrek
voor vennootschapsbelastingdoeleinden. Het maakt niet uit of aftrek bewust is toegekend in een
bepaald land, ook betalingen die zelf een hybride karakter hebben worden gewoon belast in
Nederland onder de werking van dit artikel
- Ook aftrekbaar cumulatief preferent dividend valt onder de reikwijdte van de bepaling

Samenloop mismatchbepaling met andere bepalingen
Ten eerste kan zich samenloop voordoen met 13 lid 11 vpb (kwalificerende beleggingsdeelneming). De
anitmismatchbepaling kan invloed hebben op de onderworpenheidstoets, maar niet op de
bezittingentoets. Daarnaast kan zich samenloop voordoen met 13d vpb (liquidatieverliesregeling).
Echter, dit gebeurt niet, nu er bepaald is dat het opgeofferde bedrag van de deelneming niet verhoogd
moet worden met de meegekochte dividend of rente. Anders zou het idee van de antimismatchbepaling
wegvallen, nu de betaalde belasting weer teruggeven zou worden als het liquidatieverlies ermee
opgehoogd zou mogen worden.

Vervolgens kan er ook samenloop plaatsvinden met 10a vpb (winstdrainage). Echter, belastingplichtigen
die een 10a-lening zijn aangegaan voor bijvoorbeeld het financieren van een hybride vordering zullen
automatisch het benodigde tegenbewijs kunnen leveren, nu er geen sprake is van een onzakelijke
motieven. Hierdoor zal samenloop met de antimismatchbepaling voorkomen worden. Verder kan er nog
samenloop plaatsvinden met 28c vpb (compartimenteringsreserve). Echter, er is bepaald dat om
redenen van eenvoud en uitvoerbaarheid, de regels van de compartimenteringsreserve niet gelden voor
de voordelen die onder 13 lid 17 vpb vallen. Als laatste kan er de vraag gesteld worden of samenloop
met 8b vpb (at arm’s length) mogelijk is, maar voor nu lijkt dat niet het geval te zijn.

WFR 2016/62 Kwalificatie van hybride instrumenten
Wat zijn hybride instrumenten?
Hybride instrumenten zijn geldverstrekkingen met zowel eigenschappen van kapitaal als schuld. Fiscaal
kan het gebruik van hybride instrumenten zeer voordelig zijn, als in het bronland de betaling voor de
geldverstrekking aftrekbaar is en in het land van ontvangst de betaling onder de deelnemingsvrijstelling
valt.

Mogelijke voordelen hybride instrumenten:
- Kapitaalstructuur van de vennootschap kan verbeterd worden zonder dat verwatering van de
bestaande aandelen optreedt
- Als je om regulatoire redenen geen aandelen mag uitgeven, kan je in plaats daarvan hybride
instrumenten uitgeven
- Uitgifte van hybride instrumenten heeft een gunstig effect op de rating van de uitgevende
vennootschap  hierdoor kan je uiteindelijk goedkoper geld lenen
- Voor banken en verzekeraars geldt dat zij een minimum aan kapitaal moeten aanhouden, ook
hybride instrumenten mogen hier een onderdeel van uitmaken

De fiscaal rechtelijke kwalificatie van een geldverstrekking is op 3 uitzonderingen na gelijk aan de
civielrechtelijke kwalificatie. Dit geldt eveneens voor geldverstrekkingen onder buitenlands recht.

Uitzonderingen fiscaal rechtelijke kwalificatie
Er zijn drie vormen geldverstrekkingen die civielrechtelijk als kapitaal kwalificeren, maar fiscaal rechtelijk
niet als schuld worden gekwalificeerd maar als eigen vermogen.

,De deelnemerschapslening is weergeven in artikel 10 lid 1 vpb. Je herkent een deelnemerschapslening
aan de volgende 3 kenmerken:
- Winstafhankelijke vergoeding
- Achtergesteld bij andere schuldeisers
- Geen aflossingstermijn of looptijd van meer dan 50 jaar

Regulatoir kader & rating agency Moody’s
Banken moeten minstens 8% van hun balanstotaal als kapitaal achter handen hebben. Dit kapitaal mag
zoals eerder gezegd bestaan uit hybride instrumenten. Hiervoor gelden de volgende cumulatieve eisen:
- Geen vaste aflossingsdatum
- Rentebetalingen op de instrumenten moeten niet-cumulatief kunnen worden opgeschort
- Instrumenten moeten diep achtergesteld zijn
- Onder bepaalde omstandigheden moet er kunnen worden afgeschreven op de hoofdsom en
moet de hoofdsom omgezet kunnen worden in aandelen

Het vergelijkbare geldt eveneens voor verzekeraars. Er zijn rating agencies die het vermogen van hybride
instrumenten testen, de bekendste is moody’s. Die heeft ook criteria opgesteld voor het toetsten van het
vermogen van een hybride instrument. Hoofdzakelijk wordt er gekeken naar de volgende vraag: kan
verliesabsorptie flexibel en snel worden toegepast en op welk moment kan dit worden toegepast? Met
deze vraag wordt beantwoord hoeveel vermogen een hybride instrument bevat, zodat het ingedeeld kan
worden in klasses.

Moody’s verdeeld vervolgens de hybride instrumenten in de klasses A-E. Klasse A heeft 0% vermogen en
E 100%. Hieronder zie je een tabl van de klasses C-E:
KLASSERIN CUMULATIEVE MINIMALE LOOPTIJD RANGORDE
G VERGOEDING
C Nee, tenzij looptijd 30 jaar, tenzij cumulatieve Achtergesteld, gelijk met
langer dan 60 jaar vergoeding, dan 60 jaar preferente aandelen
D Nee 60 jaar Achtergesteld, gelijk met
preferente aandelen
E Nee Eeuwigdurend Achtergesteld, gelijk met
preferente aandelen

Wil het instrument fiscaal als schuld worden behandeld, dan dient er minstens sprake te zijn van een C
classificering. D en E voldoen niet aan de eigenschappen om fiscaal gezien als schuld aangemerkt te
worden, waardoor zij onder een uitzondering zullen vallen en als eigen vermogen gekwalificeerd zullen
worden.

NTFR 2014/9 Kapitaal is toch geen geldlening
Beknopte samenvatting relevante arresten
Cumpref-arrest (HR 7 februari 2014): oorspronkelijk geldlening werd vervangen door een cumpref
aandelenparticipatie. De nieuwe financiering was zo vormgegeven dat er in economische zin sprake was
van een geldlening met een looptijd van 3 jaar tegen een vaste vergoeding. De volledige terugbetaling
was tevens ook verzekerd. De rechtsvraag was hoe deze lening gekwalificeerd moest worden. Volgens
civielrechtelijk recht betrof het kapitaal en daarom kwalificeerde de vergoeding over het kapitaal als
winstuitdeling die onder de deelnemingsvrijstelling viel volgens de HR.

, RPS-arrest (HR 7 februari 2014): hier werd een aandeelhouderslening omgezet in zogenoemde
redeemable preference shares. De rechtsvraag was of de vergoeding na de herstructurering onder de
deelnemings- vrijstelling viel. De HR oordeelde weer dat indien de geldverstrekking volgens civiel
rechtelijke vorm aandelenkapitaal vormde, de vergoeding hierover onder de deelnemingsvrijstelling viel.

De hoofdregel is dat de civielrechtelijke vorm leidend is voor de vraag hoe een geldverstrekking
gekwalificeerd moet worden. De HR interpreteert het woord civielrechtelijk echter wel beperkt. De
civielrechtelijke maatstaven waaraan wordt getoetst om te bepalen hoe een geldverstrekking
gekwalificeerd dient te worden, worden ontleend aan de kapitaalbeschermingsregels uit het burgerlijk
wetboek.

De twee hoofdmaatstaven om als geldverstrekking te kwalificeren als kapitaal is dat er een
garantiefunctie dient te zijn en een terugbetalingsverplichting. Door de staatssecretaris werd in beide
arresten een beroep gedaan op het fraus legis om zo alsnog de toepassing van de deelnemingsvrijstelling
te verhinderen. Hier werd echter geen gehoord aan gegeven, nu de herfinanciering in het RPS-arrest niet
in strijd was met de strekking van de deelnemingsvrijstelling.


WFR 2015/918 Relatieve schijnleningen aan aandeelhouders
Schijnleningen DGA’s
DGA’s lenen geldt van de BV aan zichzelf. Ook deze leningen kunnen gekwalificeerd worden als een
schijnlening, wat betekent dat het eigenlijk een dividenduitkering is waarover in box 2 25% belasting
betaald moet worden (+ nog brutering). Een geldlening bevat altijd een terugbetalingsverplichting, deze
dient niet alleen op papier aanwezig te zijn, maar de schuldenaar moet kunnen en willen aflossen. De
lening van de BV aan de aandeelhouder is meestal wel reëel, maar bevat een dusdanig debiteurenrisico
dat een onafhankelijke derde tegen een vaste rentevergoeding de lening nog niet zou verstrekken.
Uiteindelijk draait het om de vraag of de schuldenaar echt gemeend heeft om een geldlening aan te gaan
of niet.

Als de belastingplichtige stelt dat een lening aan de BV buiten de navorderingstermijn als dividend is
genoten, rust de bewijslat op hem. Dit terwijl de inspecteur moet bewijzen dat een uit de hand gelopen
lening van de BV binnen de navorderingstermijn als dividend is genoten.

Als vaststaat dat een lening niet terugbetaald zal worden, is er sprake van een onttrekking, dit veranderd
niet wanneer het bedrag van de lening verrekend wordt met een (toekomstige) dividenduitkering. Dus
het argument dat de schuldenaar de lening in de toekomst via dividend kan aflossen maakt de lening niet
opeens reëel. Kenmerken dat een lening eigenlijk geen lening is:
- Er is geen schriftelijke leningsovereenkomst
- Rente wordt bijgeschreven (ipv betaald)
- Aflossingen vinden niet plaats
- Reële zekerheden ontbreken

Wanneer is vind dan het moment plaats dat het dividend genoten wordt? Hierbij geldt last in, first out.
Voor de jaren dat de aanslag IB nog niet vaststaat kan er een correctie plaatsvinden, voor de jaren
daarvoor zou je moeten kijken in hoeverre een navordering mogelijk is. Echter, het feit dat de schuld
eigenlijk als dividend had moeten kwalificeren valt niet onder het nieuwfeitvereiste.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Lawandeco. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.33. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

60904 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.33  14x  sold
  • (0)
  Add to cart