Door te leren passen wij mensen zich aan onze omgeving aan. We leren
belangrijke gebeurtenissen te verwachten en voor te bereiden, zoals de
komst van voedsel of pijn (klassieke conditionering). We leren handelingen
die goede resultaten opleveren te herhalen en handelingen te vermijden
die slechte resultaten opleveren (operante conditionering). We leren nieuw
gedrag door gebeurtenissen en mensen te observeren, en door middel van
taal leren we dingen die we niet hebben ervaren of waargenomen
(cognitief leren).
Hoe werkt conditioneren?
De drie belangrijkste soorten van leren
1. Associatief leren: wanneer we associaties of verbindingen vormen
tussen stimuli en/of gedragingen.
Dit type leren helpt ons de toekomst te voorspellen op basis van
ervaringen uit het verleden (als A gebeurt, zal B waarschijnlijk
volgen -> als de tafel gedekt wordt, gaan we eten).
o Klassieke conditionering: associaties vormen tussen paren van
stimuli die opeenvolgend in de tijd voorkomen (als een kind
eerst een bij ziet en dan wordt gestoken, vormt het kind een
verband tussen het zien van bijen en de pijn van het steken.
De volgende keer dat er een bij voorbij vliegt, zal het kind zich
waarschijnlijk bang voelen)
o Operante conditionering: associaties vormen tussen gedrag en
hun gevolgen (als je goed studeert, haal je goede cijfers)
2. Niet-associatief leren: veranderingen in de omvang van de
reacties op een enkele stimulus, niet om de vorming van connecties
tussen stimuli.
o Gewenning: vermindert onze reacties op herhaalde
stimuli/ervaringen die al onveranderlijk en onschadelijk zijn
bevonden (je slaapt de tweede nacht beter in een hotel omdat
je je hebt aangepast aan de onbekende geluiden)
Een grote zorg bij het blootstellen van kinderen aan
gewelddadige media is de mogelijkheid dat hun emotionele
reacties op gewelddadige beelden zullen wennen, wat leidt tot
een hogere tolerantie voor gewelddadig gedrag
, o Sensibilisatie: verhoogt reacties op veel stimuli na blootstellen
aan een zeer sterke stimulus (na een aardbeving, overdreven
reacties op beweging, licht of geluid)
Gewenning treedt op als reactie op mildere stimuli, terwijl sensibilisatie
optreedt als reactie op sterkere stimuli. Gewenning zorgt ervoor dat we
geen kostbare middelen verspillen aan het monitoren van prikkels met
lage prioriteit. Aan de andere kant is sensibilisatie nuttig in gevaarlijke
situaties.
3. Observationeel leren (sociaal leren/modelleren): wanneer het ene
organisme leert door te kijken naar de acties van een ander
organisme. Overgeven van informatie over generaties binnen
families en culturen (als je niet weet hoe je moet eten met vele
messen, vorken en lepels tijdens een chique diner, kijk je naar
anderen voordat je begint)
Operante conditionering
Gedrag → Gevolgen
Oefenen → Succesvol surfen op een golf tijdens het surfen
Niet-associatief leren Gewenning
Reacties op herhaalde, onveranderlijke, irrelevante prikkels
Verminderde reactie op de luide televisie van de buren elke avond
Sensibilisatie
Reageert op veel stimuli
"Jumpiness" als reactie op veel prikkels na een aardbeving
Observerend leren Kijk → Imiteer
Kopieer nieuwe dansbewegingen uit je favoriete muziekvideo
Kijk → Vermijd imiteren
Kijk hoe vriend ziek wordt van alcohol - drink niet zoveel
Klassiek conditioneren
Klassieke conditionering verklaart veel van onze aangeleerde emotionele
reacties op onze omgeving.
Experiment Pavlov: honden hebben een associatie gevormd tussen
stimuli voorafgaand aan het eten en tussen de komst van het eten zelf ->
honden leerden dat bepaalde stimuli diende als signalen voor de
uiteindelijke verschijning van eten.
1 & 2: Voor conditionering
produceert voedsel
(ongeconditioneerde
stimulus) speeksel
(ongeconditioneerde respons)
en het geluid van de
metronoom produceert geen
respons (neutrale stimulus).
, 3: Tijdens de conditionering wordt het geluid van de metronoom gevolgd
door het voedsel (ongeconditioneerde stimulus), dat opnieuw speeksel
produceert (ongeconditioneerde respons).
4: Na conditionering is het geluid van de metronoom (geconditioneerde
stimuli) alleen voldoende om speeksel (geconditioneerde respons) te
produceren.
Waarom Pavlov’s werk nog steeds belangrijk?
- Veel andere reacties op veel andere stimuli kunnen klassiek worden
geconditioneerd in veel andere wezens. Klassieke conditionering is
een manier waarop vrijwel alle dieren leren zich aan te passen aan
hun omgeving.
- Pavlov liet ons zien hoe een proces als leren objectief kan worden
bestudeerd
Klassieke conditioneringsterminologie
- Geconditioneerd: iets dat geleerd moet worden
o Geconditioneerde stimulus: omgevingsgebeurtenis waarvan de
significantie wordt geleerd
o Geconditioneerde respons: geleerde reacties door eerdere
ervaringen. Zodra het leren is gebeurd, reageren organismen
op een geconditioneerde stimulus die de komst van een
ongeconditioneerde stimulus voorspeld
- Ongeconditioneerd: factoren die zich voordoen zonder enige vorm
van leren (automatisch gedrag)
o Ongeconditioneerde stimulus: heeft aangeboren betekenis
voor een organisme
o Ongeconditioneerde respons: hoeft niet geleerd te worden.
Verschijnen zonder ervaring met een stimulus
Neutrale stimulus: roept geen respons op (bijv. licht)
Klassieke conditioneringsverschijnselen
Acquisitie
Acquisitie: herhaalde combinatie van een geconditioneerde stimulus en
een ongeconditioneerde stimulus zorgt voor een versterkte associatie.
Als de geconditioneerde stimulus lang voor de ongeconditioneerde
stimulus optreedt, ziet het organisme deze mogelijk als niet gerelateerd.
Een geconditioneerde stimulus die gelijk of na een ongeconditioneerde
stimulus optreedt, werkt niet.
- Contiguïteit: nabijheid en tijd. Leren over een betrouwbaar signaal is
makkelijker dan leren over een signaal dat maar af en toe voorkomt.
- Contingentie: correlatie tussen de geconditioneerde en
ongeconditioneerde stimulus. Niet te veel tijd tussen de
geconditioneerde en ongeconditioneerde stimulus.
Experiment: ratten werden blootgesteld aan geluid gevolgd door een
elektrische schok. De ratten kregen al snel angst voor het geluid. Dit leren
ging sneller bij de ratten die 100% van de tijd de schokken kregen.
Naarmate het percentage gesignaleerde schokken afnam, nam het leren
ook af.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evyk2000. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.