In deze samenvatting staan alle 16 hoofdstukken van het burgerlijk procesrecht uitgebreid beschreven. De samenvatting bevat 49 pagina's. Ik heb de samenvatting geschreven aan de hand van mijn lesboek Burgerlijk procesrecht en de PowerPoint die mijn docent tijdens de les gaf. In de PowerPoint staat ...
specifieke kenmerken van het burgerlijk procesrecht
absolute en relatieve competentie
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
ROC Horizon College
Juridisch Dienstverlening Niveau 4
Burgerlijk procesrecht
All documents for this subject (3)
1
review
By: danique0206 • 3 year ago
Seller
Follow
marlenevanalphen
Reviews received
Content preview
Hoofdstuk 1, procesrecht een inleiding
Paragraaf 1 inleiding
Recht bestaat uit privaatrecht en publiekrecht.
Privaatrecht:
Vermogensrecht
Persoon – en familie recht
Rechtspersonen
Publiekrecht:
Bestuursrecht
Staatsrecht
Strafrecht
Privaatrecht bestaat uit materieel recht en formeel recht
Paragraaf 2 materieel en formeel recht
Het materiële deel van het privaatrecht beschrijft de rechten en plichten van burgers,
bedrijven en overheid. Het formele deel van het privaatrecht beschrijft hoe de rechten en
plichten van het materieel recht gehandhaafd kunnen worden.
Privaatrecht wordt ook wel burgerlijk recht genoemd. Het formele deel van het privaatrecht
noemt men meestal het burgerlijk procesrecht.
Het burgerlijk procesrecht is formeel recht. Het beschrijft het verloop tussen de eiser en de
gedaagde die tegenover elkaar staan wegens een meningsverschil over hun rechten en
plichten uit het BW.
Het procesrecht beschrijft:
Hoe een gerechtelijke procedure in gang moet worden gezet
Het verloop van een gerechtelijke procedure
De rechterlijke uitspraken na een procedure
De tenuitvoerlegging van rechterlijke uitspraken
De rechtsmiddelen die tegen rechterlijke uitspraken mogelijk zijn
Arbitrage, bindende geschillenbeslechting door niet-rechters
Paragraaf 3 bronnen van het procesrecht
Belangrijkste bronnen van het procesrecht:
Grondwet
Wetboek van burgerlijke rechtsvordering
Wet op rechterlijke organisaties
Overige wetten in formele zin (advocatenwet, wet op het notarisambt en
gerechtsdeurwaarderswet)
Internationale verdragen (EVRM en EEX-verordening
1
,Paragraaf 4 wetboek van burgerlijke rechtsvordering
De rechtsvordering is het belangrijkste wetboek op gebied van het procesrecht. Het wetboek
van burgerlijke rechtsvordering geeft de regels voor de juridische procedures in het
privaatrecht.
Het RV is opgedeeld in vier delen, die ‘boeken’ worden genoemd.
De indeling is als volgt:
Boek 1 → procedures bij de rechtbank, gerechtshof en Hoge raad
Boek 2 → tenuitvoerlegging
Boek 3 → bijzondere procedures
Boek 4 → arbitrage
Paragraaf 5 Grondregels van het procesrecht
Grondregels van het procesrecht:
Hoor en wederhoor
Openbaarheid
Motiveren van de uitspraak
Hoger beroep en cassatie
Onafhankelijke en onpartijdige rechter
Uitspraak binnen een redelijk termijn
In de grondregels van het procesrecht gaat het om de basisregels die een eerlijk proces
garanderen, waarin beide partijen op dezelfde manier worden behandeld en waarin
uiteindelijk een uitspraak wordt gedaan door een onafhankelijke rechter.
Bij hoor en wederhoor doet de rechter geen uitspraak voordat hij beide partijen in de
gelegenheid heeft gesteld om hun zienswijze op de zaak te geven.
Openbaarheid houdt in dat iedereen in principe toegang heeft tot de rechtszaak en iedereen
mag aanwezig zijn bij het voorlezen van de rechterlijke uitspraak.
Motivering houdt in dat de rechter in zijn uitspraak moet aangeven hoe hij tot de beslissing
is gekomen.
Hoger beroep houdt in dat de uitspraak van de rechtbank bij het gerechtshof of hoger
beroepscollege wordt voorgelegd.
Cassatie is een rechtsmiddel waarbij door de procespartij juridisch oordeel aan de Hoge raad
wordt gevraagd.
Paragraaf 6 specifieke kenmerken van het burgerlijk procesrecht
2
,Lijdelijkheid van de rechter: de rechter is voor wat betreft de inhoud van der zaak passief
voor wat betreft de voortgang van de rechtszaak heeft de rechter een actieve rol.
Verplichte procesvertegenwoordiging: partijen kunnen de zaak niet zelf voeren, zij moeten
een advocaat in arm nemen. (Tenzij kantonzaak)
Hoofdstuk 2 de bevoegdheid van de rechter
Paragraaf 2 absolute en relatieve competentie
Competentie wil zeggen ‘’bevoegdheid’’. Een college is bevoegd als het college op basis van
wettelijke regels een zaak mag behandelen en daar uitspraak over mag doen.
De wettelijke regels over absolute en relatieve competentie beschrijven welk type gerecht
bevoegd is om de zaak de behandelen.
Er zijn drie typen gerechten in Nederland:
De rechtbank
Het gerechtshof
De Hoge raad
2 soorten competentie:
Absolute competentie → regels om te bepalen welke rechter een zaak qua inhoud
voor het eerst mag behandelen
Relatieve competentie → regels om te bepalen bij welke van de elf rechtbanken of
viergerechtshoven de zaak zal worden behandeld
Paragraaf 3 rechterlijke indeling
Het werkgebied van een rechtbank wordt het arrondissement genoemd. Het werkgebied van
het gerechtshof wordt het ressort genoemd.
Iedere rechtbank en ieder gerechtshof heeft een eigen bestuur. Dit bestuur stelt in het
bestuursreglement de indeling ‘’kamers’’ van het gerecht vast. Met de ‘’kamers’’ worden de
verschillende afdelingen van het gerecht bedoeld. Zo is er een handelskamer, familiekamer
en een kamer voor kantonzaken. Het bestuur van de rechtbank of het hof stelt daarnaast
een zogenaamd zaaksverdelingsreglement vast welke type zaken in iedere zittingsplaats
wordt behandeld.
Volgens de indeling van de rechtbank zijn er:
Elf rechtbanken
Vier gerechtshoven
Eén Hoge raad
Paragraaf 4 absolute competentie
3
, Rechtbank (kantonrechter/ civiele kamer)
↓
Gerechtshof (hoger beroep)
↓
Hoge raad (cassatie)
Kantonzaken bestaan uit:
Waarde zaken (t/m 25.000, - euro)
Aardzaken: huur, huurkoop, pacht, agentuur, arbeid, consumentenkoop en
consumentenkrediet tot 40.000, - euro
Alle zaken in het privaatrecht die geen kantonzaak zijn, gaan naar een van de andere civiele
kamers (afdelingen) van de rechtbank, bijvoorbeeld die voor jeugd-familiezaken,
insolventiezaken of handelszaken.
Procedure in eerste aanleg houdt in dat de eerste behandeling van een zaak door (de
kantonrechter van) de rechtbank wordt behandeld.
Tegen een uitspraak van de kantonrechter met een waarde van minstens 1750,- euro én
tegen uitspraken van de overige sectoren van de rechtbank kan hoger beroep worden
ingesteld. De termijn voor het instellen van hoger beroep is, behoudens uitzonderingen, drie
maanden vanaf de dag van de uitspraak van het vonnis.
Bij een onjuiste rechtsopvatting meent de Hoge raad dat de lagere rechter in zijn uitspraak
het recht niet goed heeft toegepast. Bij verzuim van vormen is de Hoge raad van mening dat
er door de lagere rechter fouten in de procedure zijn gemaakt. Als de Hoge raad een
uitspraak vernietigt, verwijst de zaak door naar een van de gerechtshoven op opnieuw
uitspraak te doen.
Rechters van ‘lagere’ rechtscolleges kunnen aan de Hoge raad een zogeheten prejudiciële
vragen voorleggen prejudiciële vragen zijn vragen over de uitleg van een rechtsregel. Het
moet gaan om een juridisch veel voorkomend probleem dat dringend vraagt om een
oplossing. De rechter kan tijdens een rechtszaak op eigen initiatief of op verzoek van (een
van) de partijen besluiten op een prejudiciële vraag te stellen. In dat geval wordt de
rechtszaak geschorst in afwachting van het antwoord van de Hoge raad. Het antwoord
bestaat niet uit een uitspraak in een concrete zaak, maar uit een algemene bewoording van
de rechtsvraag. Deze richtlijn is bindend voor de rechter.
Paragraaf 5 relatieve competentie
Is het duidelijk welke rechter absoluut bevoegd is om van de zaakkennis te nemen, dan is het
nog de vraag waar, in welke plaats, de rechtszaak wordt gehouden.
Relatieve competentie geeft de hoofdregel: als de wet geen uitzondering maakt, is de
rechtbank van de woonplaats van de gedaagde bevoegd. De gedaagde is degene die door de
wederpartij (de eiser) wordt opgeroepen voor de rechtszaak. Heeft de gedaagde geen
officiële woonplaats, dan is zijn werkelijke verblijfplaats beland voor de relatieve
competentie.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marlenevanalphen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.36. You're not tied to anything after your purchase.