Summary chapter 6 species and populations - Nectar biology 4 vwo
All for this textbook (1)
Written for
Secondary school
VWO / Gymnasium
Biologie
6
All documents for this subject (5605)
Seller
Follow
bkarseboom
Content preview
B I O L O G I E
H4 CELLEN
4.1 Een organisatieniveau is de schaal waarop biologisch onderzoek
plaatsvindt, bijvoorbeeld molecuul, cel, organisme, populatie,
ecosysteem etc. Elk organisatieniveau heeft zijn eigen
onderzoekstechnieken. Bij onderzoek op het niveau van de cel
en het niveau van organellen gebruiken onderzoekers
bijvoorbeeld microscopen. Organellen zijn delen van een cel
met een bepaalde functie.
De levenskenmerken zijn de
kenmerken die aanwezig
moeten zijn in/bij een
organisme; als dat niet zo is is
een organisme levenloos.
Cellen zijn de kleinste eenheid van het leven. Elke cel bevatten
één of meer organellen, die allemaal een eigen taak hebben en
nodig zijn om te overleven. De grootte van cellen is beperkt
door de oppervlakte-volumeverhouding. Het volume bepaalt de mate
van zuurstofbehoefte, het oppervlak de snelheid van
uitwisseling van stoffen met de omgeving. Hoe groter
organismen zijn, hoe groter de omvang van het volume en het
oppervlak wordt in verhouding steeds kleiner, hierdoor hebben
grotere organismen gespecialiseerde organen ontwikkeld als de
darmen en longen.
Kleinere organismen hebben een relatief grote oppervlakte-
volumeverhouding, waardoor zij meer warmteverlies hebben.
Ter compensatie vindt er daarom bij kleinere organismen meer
verbranding plaats dan bij grotere organismen.
Celdifferentiatie is de ontwikkeling van een (stam)cel tot
gespecialiseerde cellen. Alle cellen van een meercellig
organismen zijn ontstaan uit één bevruchte eicel; deze cel is
gaan delen waardoor uiteindelijk cellen zijn ontstaan die
verschillen in grootte, vorm en functie. Gedifferentieerde cellen
verschillen ook in de eiwitten die ze maken.
Weefsel is een groep cellen met dezelfde bouw en functie. De
samenwerking in weefselverband verbetert de celactiviteiten bij
organismen; met één enzymmolecuul duurt het verteren van
, een boterham erg lang en met losse spiercellen bewegen is
lastig. Een orgaan is een geheel van weefsels met een of
meerdere functies ten behoeve van een organisme.
Ziekten bij planten en dieren ontstaan op celniveau,
bijvoorbeeld bij diabetes type 1. Bij diabetes vallen cellen
bepaalde cellen in het afweersysteem van de alvleesklier aan
waardoor deze geen insuline meer aanmaakt. Insuline verlaagt
het glucosegehalte in het bloed.
Stamcellen zijn ongedifferentieerde cellen die kunnen blijven
delen. Drie verschillende stamcelbronnen zijn; embryo’s,
navelstreng en volwassen organen.
Embryonale cellen kunnen in principe differentieren tot elk
gewenst type cel; maar mag alles wat technisch kan?
Stamcellen uit de navelstreng lijken sterk op volwassen
stamcellen en kunnen niet meer tot elk type cel uitgroeien.
Uit deze stamcellen proberen onderzoekers
insulineproducerende cellen te kweken.
Volwassen stamcellen zijn zo te beïnvloeden dat ze
veranderen in cellen met een bepaalde functie, zoals het
maken van insuline.
4.2 Cellen maken allerlei typen eiwitten. De bouwstenen voor
eiwitten zijn aminozuren. Voedsel bevat eiwitten, in de darmen
worden de eiwitten verteerd tot losse aminozuren die
opgenomen worden in het bloed. Deze aminozuren vormen de
grondstoffen om je lichaamseigen eiwitten te vormen.
Eiwitproductie begint in de celkern. De celkern is kern van een
cel waar het DNA in ligt. DNA is het materiaal waarin de
erfelijke informatie van een organisme is vastgelegd. Van DNA
wordt een kopie gemaakt. Deze kopie is in de vorm van een
RNA-molecuul.
RNA gaat kern uit naar ribosomen. Ribosomen zijn organellen die
aminozuren aan elkaar koppelen volgens de bouwinstructie uit
het RNA. Aminozuren aan elkaar vormen een eiwit in de
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bkarseboom. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.70. You're not tied to anything after your purchase.