B I O L O G I E
H18 WERELDWIJDE KRINGLOPEN
18.1 Het CO²-gehalte van de atmosfeer wordt al heel lang
gemeten. In de loop van de gemeten jaren is het CO²-gehalte in
de atmosfeer gestegen. Het CO²-gehalte is niet constant; er zijn
jaarlijks fluctuaties.
Wanneer de zon vooral het noordelijk halfrond belicht, daalt het
CO²-gehalte van de atmosfeer. Dit komt doordat er op het
noordelijk halfrond meer planten groeien en doordat er meer
land is. ’s Zomers nemen de planten veel CO² op. Wanneer het
winter is, stijgt het CO²-gehalte weer. Op het zuidelijk halfrond
zijn veel minder planten; hier is het CO²-gehalte hoger. Elk jaar
ligt het gemiddelde CO²-gehalte hoger: het CO²-gehalte van de
atmosfeer neemt dus toe.
Op Antarctica meten wetenschappers ook het CO²-gehalte van
de atmosfeer. Dit wordt gedaan doordat er metingen in
luchtbelletjes in het poolijs worden gedaan: deze metingen
laten zien dat sinds 1900 de concentratie CO² sterk is
toegenomen. Dit komt mede door de industriële revolutie.
CO² is een broeikasgas. Een broeikasgas is een gas dat
warmtestraling van de aarde vasthoudt. Het broeikaseffect is het
effect waarbij verschillende broeikasgassen in de atmosfeer in
staat zijn om een gedeelte van de ingestraalde zonne-energie
te absorberen. Dankzij het broeikaseffect is de temperatuur van
de aarde gemiddeld zo’n 15 graden en is leven mogelijk; zonder
de broeikasgassen zou het veel kouder op aarde zijn.
Problemen ontstaan wanneer er te veel broeikasgassen in de
atmosfeer komen. Dan ontstaat het versterkt broeikaseffect: er
komen meer broeikasgassen in de atmosfeer die ervoor zorgen
dat de aarde steeds verder opwarmt. Door de hogere
temperatuur smelt veel landijs en zet het oceaanwater uit: dat
leidt tot een stijging van de zeespiegel. Door het warmere water
is er ook meer verdamping: er ontstaan meer wolken en er gaat
meer regen vallen.
De klimaatveranderingen zullen leiden tot veranderingen in
ecosystemen en hun bewoners. Klimaatverandering brengt veel
nare gevolgen met zich mee: vandaar dat veel
, klimaatconferenties eindigen in een oproep om de stijging van
het CO²-gehalte van de atmosfeer tegen te gaan.
Moerasgas bestaat vooral uit methaan, een broeikasgas. (CH4).
Moerasgas ontstaat uit organisch materiaal onder
zuurstoflozeomstandigheden (anaerobe): het borrelt uit veel
sloten en plassen omhoog. CH4 houdt warmte veel beter vast
dan CO2. CH4 draagt daarom fors bij aan het versterkt
broeikaseffect.
In Nederland ontstaat niet veel moerasgas, maar de grote
hoeveelheid die in de zomer in Siberië ontstaan door het
ontdooien van de bovenlaag van grond vormen een grote
bijdrage aan het versterkt broeikaseffect. De bodem van de
toendragrond bevat veel organisch stof door de resten van
planten die er lang geleden groeiden. In de zomer ontdooid dus
de bovenlaag. De permafrostlaag, de laag eronder, blijft echter
bevroren. Door het ontdooien van de bovenste laag permafrost
kunnen methaanbacteriën allerlei organische stoffen omzetten
in CH4. Reducenten breken de ontdooide organische stof af:
hiervoor gebruiken ze O2, maar doordat de diffusie van O2 in het
water trager verloopt dan het verbruik, wordt het water
zuurstofloos. De anaerobe bacteriën breken de organische stof
verder af: hierbij ontstaat veel moerasgas. Nu de aarde
opwarmt, ontdooit de permafrostlaag steeds meer: dat
betekent extra organische stof voor de reducenten. Ook komt
er nog moerasgas uit zichzelf vrij uit de permafrostlaag via
kleine vastgevroren belletjes die ontdooien.
Methaanbacteriën zijn de organismen die organische stoffen onder
anaerobe omstandigheden omzetten tot moerasgas. Ze
behoren tot de archaebacteriën, een groep bacteriën met een
eenvoudig celmembraan. Methaanbacteriën leven in extreme
omstandigheden: het is zout en koud in het laagje water boven
de permafrostlaag: het ijs in de bodem onttrekt namelijk water
aan de omgeving en de zouten blijven achter.
Een deel van de door de methaanbacteriën gemaakte CH 4
oxideert in de atmosfeer tot CO2; dat maakt de versterking van
het broeikaseffect minder groot dan wanneer het CH 4 was
gebleven. Ook herkauwers produceren CH4. Om gras te kunnen
verteren hebben deze dieren in hun pens enorme hoeveelheden
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bkarseboom. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.70. You're not tied to anything after your purchase.