Samenvatting Grondslagen 2 ontw. psych | toetsmatrijs |
Psychodynamisch perspectief:
Gestart met Sigmund Freud (1856- 1939)
o Toonde aan dat een psychiatrische stoornis met lichamelijke
symptomen via een psychologische methode behandeld kan worden.
Psychische structuur:
o Het Id / het Es
Psychische structuur van een baby bestaat hier volledig uit
Gericht op bevrediging van behoeften
o Het Ego
Ontstaat in het 1e levensjaar en functioneert rationeel (gezond)
Realiteitsprincipe:
Probeert de eisen van het Id en de realiteit op elkaar af te
stemmen
o Het superego:
Ontstaat rond het 4e/5e levensjaar
Bevat waarden en normen: het geweten.
Psychoseksuele ontwikkeling
Vroegkinderlijke ontwikkeling kent opeenvolgende fasen
Psychische en seksuele ontwikkeling volgen de lichamelijke ontwikkeling
Bij normale ontwikkeling doorloopt het kind de achtereenvolgende fasen ,
in een vaste volgorde
Bij een problematische ontwikkeling kan een kind blijven steken in een
fase of terugvallen.
o Fixatie
o Regressie
Psychoseksuele fasen:
1. Orale fase (0-1 jaar)
2. Anale fase (1-3 jaar)
3. Fallisch / oedipale fase (3-6 jaar)
4. Latentiefase (6-11 jaar)
5. Genitale fase (vanaf 11 jaar)
De psychosociale theorie van Erikson (1902-1994):
Was een student van Freud
8 levensfasen met elk zijn uitdaging, risico en mogelijke uitkomsten (LEER
DEZE GOED)
Stadium belangrijkste
Psychosociale crisis Psychosocia
(leeftijd) relaties
I (0-1) Vertrouwen vs
Moeder Krijgen, Geven
zuigeling Wantrouwen
autonomie vs schaamte vasthouden, la
II (1-3) peuter Ouders
en twijfel grenzen
,III (3-5)
initiatief vs schuld Gezin, relaties Er achter aan
kleuter
Vlijt en
IV (6-12 +) inspanning/handvaardi
buurt en school Iets afmaken,
lagere school gheid vs
minderwaardigheid
V (12-19 +) identiteit vs Leeftijdsgenoten,
Jezelf zijn, jeze
adolescent identiteitsverwarring rolmodellen
VI (20-30)
jong Intimiteit vs isolement partners, vrienden Jezelf verlieze
volwassene
kinderen,
VII (31 tot 65) Scheppend vermogen
collega’s, scheppen, zor
volwassene vs zelfingenomenheid
deskundigheid
VIII (66 en
ego- integriteit vs Mensheid of
ouder) zijn, door gew
wanhoop nageslacht
ouderdom
Oedipus complex:
Freud
Kind ontwikkelt seksuele gevoelens voor moeder, haat voor vader
In oedipale fase/ fallische (3-6 jaar)
Einde eindigt met castratieangst
Behavioristisch perspectief: (Pavlov, Skinner, Watson, Bandura)
Objectieve kennisverwerving staat centraal
o Waarneembaar gedrag
Leerprocessen verklaren het gedrag
Geen principieel onderscheid tussen mensen en dieren
Een kind komt onbeschreven ter wereld (tabula rasa)
Complex gedrag kun je opknippen in kleine stukjes
Klassiek conditioneren:
Pavlov (1849 -1939) en Watson (1878-1958)
Bouwt voort op een al aanwezige reflex
Reflexen zijn direct na de geboorte al aantoonbaar
o Recente experimenten tonen het al aan bij het ongeboren kind
Pavlov: hond
Operant conditioneren:
Thorndike:
o Wet van het effect:
Gedrag dat leidt tot prettige gevolgen wordt herhaald, gedrag
dat leidt tot onprettige gevolgen blijft voortaan achterwege
S-R-C model van Skinner:
o Stimulus
, o Respons
o Consequentie
Het cognitief perspectief:
Jean Piaget:
o De mens is een actief, cognitief wezen dat kennis niet krijgt, maar
construeert (opbouwt)
o Cognitieve ontwikkeling omvat vier perioden met verschillende
stadia, in vaste volgorde, maar variërend in tempo
Periode 1:
Sensori-motorisch handelen: 0-2
Bewustwording van de relatie tussen de eigen
handelingen en de effecten daarvan op de omgeving
Objectpermanentie (8-12 maanden)
o Wanneer iets even weg is , is het er nog wel
Circulaire reacties:
o herhaling van willekeurige motorische
handelingen
Mentale representatie:
o ‘’ik geef blablabla nu eten’’
Periode 2
Preoperationeel denken : 2-7
o onsystematisch en onlogisch denken
o het gebruik van symbolisch denken groeit
o het conservatieprincipe ontwikkelt zich rond 7
jaar: glas overgieten
o egocentrisme: onvermogen om zich in anderen
te verplaatsen.
o kunnen zich nog achter kussen verschuilen, en
denken dat ze echt onzichtbaar zijn.
o Periode 3
Concreet operationeel denken : 7-12
Het kind gaat logisch en systematisch denken
Vanaf 7 begint het kind besef van de onomkeerbaarheid van
de dood te krijgen
o Periode 4
Formeel operationeel denken: vanaf 12
Abstract en hypothetisch deductief denken wordt
ontwikkeld dingen worden niet meer klakkeloos
overgenomen.
Het intellectuele vermogen en het
langetermijngeheugen nemen meer toe
Groei van metacognitie : de kennis over de eigen
kennis of het weten van het eigen weten.
Zwart wit denken: overal een logische oplossing voor
denken te kunnen te vinden. Overtuigd van hun gelijk
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller RosannevEden. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.16. You're not tied to anything after your purchase.