Complete Farmacologie Samenvatting met informatie uit de colleges, zelfstudies en het boek "Brody’s Human Pharmacology". Geschikt voor o.a. de studie Technische Geneeskunde op de Universiteit Twente (UT) in Enschede. Onderwerpen als steady state, efficacy, klaring, farmacokinetiek, farmacodinamie...
, Farmacologie
Farmacologie: Wetenschap die zich bezighoudt met de effecten van chemische stoffen op de functie
van levende systemen.
De uitwerking van een geneesmiddel kan effect hebben op meerdere organisatieniveaus:
Molecuul → cel → orgaan → organisme → populatie etc. etc.
Farmacokinetiek: Wat de patiënt doet met het geneesmiddel. Processen waarmee het middel te
maken krijgt.
Farmacodynamiek: Wat het geneesmiddel met de patiënt doet. Effecten van geneesmiddel.
Evidence-based farmacotherapie: Gebruikswijze, waarbij het niet uitmaakt hoe het farmaco werkt,
als het maar werkt. Van sommige van deze stoffen is vandaag de werking nog steeds niet bekend,
zoals paracetamol.
Elk middel/component kan toxisch zijn, afhankelijk van de dosis en de omstandigheden.
Tussen de dosis en het effect zijn een aantal tussenstappen:
1. Dosis
2. Farmacokinetische fase: Stof lost op, waardoor de werkzame stof vrijkomt.
3. Farmacodynamische fase: Absorptie, distributie, biotransformatie en excretie van de stof.
4. Effect
Receptor
Agonist: Stof die bindt aan een receptor.
Antagonist: Stof met “geen” functie die binding van agonist voorkomt. Hebben hogere affiniteit dan
agonist.
Potency: Hoeveelheid middel die nodig is voor een respons. Breedteverloop en steilheid.
Efficancy: Mate waarin een middel kan voldoen aan de maximaal gewenste respons. Hoogte.
Verschillende types receptoren:
1. Ligand-gated ion kanalen: Werking snel (milliseconden).
2. G-eiwit gekoppelde receptoren: Berust op fosforylering. Binnen enkele seconden.
3. Kinase eiwitten: Berust op fosforylering. Duurt uren.
4. Nucleaire receptoren: Gentranscriptie nodig voor veranderde expressie. Duurt het langst
met uren of meer.
Van sterk naar zwak zijn de bindingen/krachten waardoor een stof kan hechten: covalente binding →
ion-binding → waterstofbrug → hydrofiele binding → van der Waalskracht.
Grafieken worden doorgaans weergeven met als x-waarde de concentratie stof en als y-waarde de
bezetting van de receptoren (in procenten). Voor de concentratie wordt meestal gekozen voor een
logaritmische schaal waardoor een s-vormige figuur ontstaat.
Ka / Kd: Concentratie waarvan de bezettingswaarde de helft is van de maximale bezettingswaarde.
EC50: Effectieve concentratie. Concentratie waarbij helft van de effectieve respons wordt bereikt.
ED50: Effectieve dosis. Dosis waarbij helft van de effectieve respons wordt bereikt.
LD50: Lethale dosis. Dosis waarbij helft van de populatie overlijdt.
- Hoge Ka = Lage affiniteit met receptor, lage Ka = Hoge affiniteit.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller exsamenvattingtg. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.26. You're not tied to anything after your purchase.