100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting: Nectar biologie: Hoofdstuk 12; Afweer (VWO 5) $3.21
Add to cart

Summary

Samenvatting: Nectar biologie: Hoofdstuk 12; Afweer (VWO 5)

1 review
 61 views  3 purchases
  • Course
  • Level
  • Book

Samenvatting Nectar 3e editie VWO 5 Hoofdstuk 12: Afweer. In de samenvatting zijn de volgende paragrafen samengevat: 12.1 Planten en afweer (CE) 12.2 Bescherming (CE) 12.3 Niet-specifieke afweer (CE) 12.4 Specifieke afweer en antistoffen (CE) 12.5 Lichaamsvreemd Alle begrippen zijn groen gek...

[Show more]

Preview 3 out of 6  pages

  • No
  • Hoofdstuk 12
  • March 2, 2021
  • 6
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • 5

1  review

review-writer-avatar

By: moubemou • 2 year ago

avatar-seller
VWO 5


Samenvatting




Nectar biologie: Hoofdstuk 12;
Afweer



Judith Vuijst
CSVVG Vincent van Gogh

, BIOLOGIE HOOFDSTUK 12: AFWEER
§12.1 PLANTEN EN AFWEER
Vormen van afweer van planten tegen herbivoren:
 Mechanische afweer; stekels/doornen
 Chemische afweer; combinatie van stoffen
 Symbiotische afweer; mutualisme (beide organismen hebben voordeel)

Via receptoren op celmembranen herkennen plantencellen schadelijke schimmels/bacteriën. Dit leidt tot 3 maatregelen:
1. Huidmondjes sluiten
 Hierdoor komen geen bacteriën meer binnen
2. H2O2 productie
 Celwand verdikt, hierdoor meer bescherming
3. NO productie bij beschadiging cel
 NO: dodelijk voor ziekteverwekker en plantencel. Plantencel maakt stof die NO binnen id cel onschadelijk maakt.

Luchtalarm: signaal dat planten geven om nabije plant te ‘waarschuwen’.
§12.2 BECHERMING
Bacteriën: eencelligen zonder celkern waarvan DNA los ih grondplasma ligt. Indeling bacteriën obv:
 Leefomgeving (Aeroob/anaeroob)
 Voedselherkomst (Heterotroof/autotroof)
 Celvorm (bolletjes/staafjes)
 Celwandverschillen

Schadelijke bacteriën: leven van uit de natuur opgenomen organische stoffen. Daarvan gemaakte producten leiden tot heftige reacties:
1. Cholerabacterie: maakt eiwit choleratoxine, darmcellen scheiden meer water uit: diarree
2. Blauwalgen: maken organische stoffen mbv CO2, H2O en zonlicht. Maken microcystines: beschadigen lever.
3. Plasmodium: parasieten ontwikkelen in lever: besmetten rode bloedcellen, gif komt vrij: koortsaanval.
4. Giardia lamblia: eencellige parasiet op darmwand: diarree.
BARRIÈRES AAN DE BUITENKANT
Dekweefsels: vormen fysische barrière voor ziekteverwekkers/gevaarlijke stoffen. Ze schermen inwendige milieu vh uitwendige af door:
 weefsels met nauw aaneensluitende cellen: hier komen grote moleculen/ziekteverwekkers niet doorheen.

Vorm van dekweefsel: opperhuid.
 Buitenste laag: hoornlaag: dode/verdroogde cellen die bij aan- en uitkleden slijten.
 Onderste laag: kiemlaag: door delende cellen vd kiemlaag groeit hoornlaag weer aan.

Melanocyten: pigmentvormende cellen in de kiemlaag oiv uv-straling. Deze kleurstof:
 Beschermt samen met een verdikking vd huid het DNA id celkern van levende cellen. Anders raakt DNA beschadigd: huidkanker.
BARRIÈRES AAN DE BINNENKANT
Slijmvlies: dekweefsel waarin slijmbekercellen slijm afscheiden dat bacteriedodende stoffen bevat.
 Ademswegen en verteringsstelsel: aan binnenzijde bedekt met slijmvlies.
 Longen: slijmvlies kleverig waar bacteriën aan plakken.

Dekweefselcellen vd luchtwegen: trilharen brengen vervuilde slijm richting keelholte
Nuttige bacteriën: regelen pH, te zuur voor schadelijke bacteriën.
§12.3 NIET-SPECIFIEKE AFWEER
Virussen: maken gebruik van cellen om zich te vermeerderen. Bestaat uit:
 Erfelijk materiaal (DNA/RNA) met daaromheen een eiwitkapsel

Virus in een cel:
1. Met de eiwitten: virus hecht aan receptoren vd gastheercel.
2. Door endocytose: virus komt binnen.
3. Virus-RNA komt vrij in de cel.
4. Ribosomen op RER: vertalen virus-RNA naar viruseiwitten (het polymerase-enzym maakt nieuwe virus-RNA-strengen bij)
5. Virus-eiwitten en virus-RNA: leveren nieuwe virussen die voor afwerking naar Golgi-systeem gaan
6. Bij het verlaten vd gastheercel: cel sterft (:apoptose). De virussen infecteren andere cellen.

, Niet-specifieke afweer: opruimsysteem, witte bloedcellen en bloedeiwitten maken lichaamsvreemde deeltjes onschadelijk
 Ruimt bacteriën, virussen, parasieten, splinter of andere stoffen die ih lichaam ongewenst zijn onschadelijk.

Complementeiwitten: eiwitten ih bloedplasma die geïnfecteerde/vreemde cellen opruimen. Eiwitgroep bindt aan ziekteverwekker.
Antigenen: specifieke eiwitten van bacterie en werken als herkenningseiwit voor je afweersysteem.
WITTE BLOEDCELLEN
Complementsysteem bestrijdt ziekteverwekkers. Effecten vd complementeiwitten:
1. Maakt gaten ih celmembraan vd bacterie: bacterie sterft
2. Hinderen bacterie beweging
3. Trekken aandacht van witte bloedcellen vd afweer: macrofagen en dendritische cellen.

Naast het complementsysteem bestrijden witte bloedcellen ook ziekteverwekkers. Witte bloedcellen:
 Komen ook in lymfe- en weefselvloeistof voor
 Ontstaan ih rode beenmerg van oa je platte botten
Ih beenmerg delen stamcellen voortdurend. De dochtercellen differentiëren tot allerlei type bloedcellen. Zoals granulocyten.

Granulocyten: witte bloedcellen waarvan het grondplasma blaasjes met gifstoffen voor bacteriën/schimmels/parasieten bevat. Ze
maken indringers onschadelijk door:
1. Blaasjes: met gifstoffen.
2. Enzymen: voor vertering van indringers
3. Cytokinen: die trekken fagocyten aan en bevorderen de ontstekingsreactie (activeren macrofagen/dendritische cellen)

Cytokinen: signaalstoffen die aan cellen vd dichtstbijzijnde bloedvatwand hechten.
 Hierdoor: plaats vd infectie gemarkeerd voor andere witte bloedcellen.
 Op plaats vd infectie: plek kleurt rood/is warm doordat cytokinen ontspannende werking hebben op spiercellen rond slagadertjes
o Er treedt een ontstekingsreactie op.

Ruimte vd epitheelcellen vd haarvaten neemt toe.
 Hierdoor kunnen macrofagen en dendritische cellen makkelijker bij infectie komen

Macrofagen (fagocyt): ruimen alles op wat niet in lichaam Dendritische cellen (fagocyt): schakelen ziekteverwekkers uit met
thuishoort. stoffen die ze produceren.
 Nemen via fagocytose deeltjes op in verteringsblaasje.  Na contact met ziekteverwekker: activering specifieke afweer.
 Voegen enzymen toe die het opgenomen deeltje verteren
 Verlaten de haarvaten op plaatsen met veel cytokinen. (daar
zijn vaak bacteriën te vinden)

ZIEKE CELLEN OPRUIMEN
MHC-I moleculen: vormen vlaggenstokken waaraan de cel allerlei (antigeen)vlaggen kan hangen
 Hieraan zijn antigenen op het celmembraan gekoppeld.

Natural killercellen: witte bloedcellen die celmembranen controleren op lichaamsvreemde antigenen.
 Ontdekken dat een besmette cel virusantigenen koppelen aan MHC-I-moleculen.

Als het idd lichaamsvreemde antigenen zijn, zijn er 2 manieren waarop NK-cellen geïnfecteerde cellen doden:
1. Perforine uitscheiden: hierdoor ontstaan gaten ih celmembraan vd besmette cel: cel sterft
2. Eiwitten activeren enzym DNase: breekt zoveel DNA af dat cel niet meer werkt en sterft: apoptose (geprogrammeerde celdood)

Denguevirus: infecteert cellen van algemene afweer; macrofagen en dendritische cellen zijn doelwit. Ook onderdrukken ze cytokinen.
§12.4 SPECIFIEKE AFWEER EN ANTISTOFFEN
Fagocyten: witte bloedcellen die ziekteverwekkers insluiten en vervolgens zelf ook dood gaan. Activeren cellen van specifieke afweer.
Specifieke afweer: afweer gericht tegen bepaald type ziekteverwekker

Lymfevatenstelsel: bestaat uit lymfevaten gevuld met lymfevocht. (speelt belangrijke rol id specifieke afweer)
Lymfeknopen: verdikking lymfevaten, vb: liezen, oksels, keel en om darmen. Grote lymfeknopen: Milt en neus/keelamandelen. De milt:
1. Opslagplaats voor witte (en rode) bloedcellen
2. Breekt oude rode bloedcellen af
3. Ruimt bacteriën op.

Lymfocyten: niet-gedifferentieerde witte bloedcellen (opgeslagen in lymfeknopen). 2 type lymfocyten:

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller JudithVWO. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52355 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.21  3x  sold
  • (1)
Add to cart
Added