100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Dierkunde $6.94
Add to cart

Summary

Samenvatting Dierkunde

 28 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Een volledige samenvatting van het van Dierkunde, 1 ba biomedische wetenschappen aan de Universiteit Antwerpen. De samenvatting is duidelijk gestructureerd, opgebouwd aan de hand van de dia's van de prof en aangevuld met informatie uit de cursus.

Preview 4 out of 36  pages

  • March 2, 2021
  • 36
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Hoofdstuk 1
Eukaryoten (volledige celbouw) Prokaryoten (Bacteriën)
 Protista (eencelligen) - Archaebacteria
 Fungi (zwammen) - Eubacteria
 Plantae (planten)
 Animalia (dieren)

Eubacteria (prokaryoten)
 Microscopische organismen
 Eenvoudigste, primitiefste, onafhankelijk levende organismen
 Beweeglijke en onbeweeglijke vormen
 Meeste zijn unicellulair (sommige multicellulair)
 Meeste zijn saprotroof (eten dood materiaal) of parasitair
 Fotosynthese/chemosynthese
 Kunnen schadelijk/nuttig zijn voor de mens

Enkele groepen die in de evolutie belangrijke rol gespeeld hebben:
 Cyanobacteria (blaauwwieren) = leeft in water, fotosynthetische zuurstof producerende
organismen, ligt wss aan basis van ontstaan van planten
 Proteobacteria (purperbacteriën) = grote groep bekende ziekteverwekkers
(Salmonella), ze zijn relatie aangegaan met eukaryoten waaruit de mitochondria zijn
ontstaan
 Spirocheten (lange spiraalvormige bacteriën) = ziekteverwekkers (syphilis), hebben
aanleiding gegeven aan ontstaan van bewegingsorganellen in eukaryote cellen


Archaebacteria (prokaryoten)
 Microscopisch kleine organismen
 Meeste zijn anaëroob (zonder zuurstof kunnen leven)
 Sommige aëroob (met zuurstof leven)
 Sommige autotroof (bouwen organische stoffen uit anorganische stoffen, dus
fotosynthese)


Regnum Prosista (eencelligen, eukaryoten)
 Unicellulair
 Microscopisch klein
 Vele zijn foto-autotroof (chloroplasten en fotosynthetische pigmenten zoals
plant)=ALGAE
 Andere zijn niet-fotosynthetisch; voeden zich door actief organisch
materiaal/absorptie van opgeloste organische moleculen (heterotroof)=PROTOZOA
 Sommige nuttig, sommige schadelijk/dodelijk voor de mens
 Basisgroep waar plantae, fungi en animalia uit ontstaan zijn
Regnum Fungi (zwammen, eukaryoten)

,  Geen fotosynthetische pigmenten
 Heterotroof (nemen organische bestanddelen op vanuit hun milieu)
 Meestal eten ze dode organische materialen (afgevallen bladeren)
 Vele soorten eten levende materialen (sommige zijn dodelijke parasieten)
 Twee soorten: -Myxomycophyta (slijmzwammen zonder celwanden)
-Eumycophyta (echte zwammen met stijve celwanden)


Regnum Plantae (planten, eukaryoten)
 Multicellulair
 Foto-autotroof
 Stijve celwanden
 Slaan koolhydraten op onder vorm van zetmeel


Regnum Animalia (dieren, eukaryoten)
 Multicellulair
 Heterotroof
 Slaan koolhydraten op als glycogeen
 Geen celwand
 Spiervellen en zenuwcellen (autonome verplaatsing is mogelijk)
 Meestal seksuele voortplanting (beweeglijke zaadcel smelt samen met eicel tot
zygote die verder ontwikkelt dmv. Klievingspatronen tot blastula en gastrula

Naast eukaryote en prokaryote organismen ook (niet zeker of ze levend zijn of niet):

Virussen
 Kleine eenvoudige organismen
 Geen cellen
 Bestaan uit genoom (erfelijke info) met eiwitmantel rond
 DNA/RNA-virussen (hangt van de DNA-RNA-streng af)
 Kunnen zich enkel in gastheer voortplanten
 Kunnen zelf geen eiwitten aanmaken maar gebruiken daarvoor gastheer
 Retrovirussen= RNA wordt eerst vertaald naar DNA (omgekeerde richting)

Viroiden
 Kleiner en eenvoudiger dan virussen
 Cirkelvormige RNA-molecules
 Komen in plantencellen voor
 Maken geen eiwitten aan
 Gebruiken cellulaire apparaat om zichzelf te dupliceren
 Grote hoeveelheid brengen normale werking van cellen in de war => ziektebeeld bij
plant
Prions
 Eiwitten

,  Veroorzaken hersenaandoeningen bij dieren
 Worden verspreid via voedsel
 Trage werking in de gastheer
 Eiwit met speciale plooiing, komt in de buurt van normaal eiwit, zorgt voor plooiing
in normaal eiwit
 Planten niet voort maar zijn toch infectieus




Moleculaire biologie= studie van de chemische bouwstenen waaruit de cel en de
materialen zijn opgebouwd, en hoe die moleculen samen functioneren om zo leven te
vormen

Groepen van cellen met bepaalde functies raken gegroepeerd en vormen weefsels,
verschillende weefsels vormen organen

Morfologie
 Studie van vormen bv. Beschrijven van vorm van cellen, weefsels, organen

Fysiologie
 Studie van functies van verschillende onderdelen bv. De nier/spijsvertering

Populatie= een groep die min of meer is afgescheiden van andere soortgelijke groepen
van gelijkaardige dieren

Populatiebiologie= de studie van het functioneren van die groep (populatie)

Habitat= omgeving waarin het dier leeft

Gemeenschap= verschillende dieren die in een gebied samenleven

Ecosysteem= het geheel van de gemeenschap en de omgeving waarin die leeft

Egologie
 Studie van de interacties in een ecosysteem


Hoofdstuk 2
De dierlijke cel

Bouwstenen van organismen

Vroeger: levende wezens bestaan uit mengsels van vaste stof en vloeistoffen die door
omhulling samen werden gehouden. Begin 19 e E: opgebouwd uit cellen en hun producten,

, en cellen opgebouwd uit welbepaalde structuren. ontdekking van celdeling en
chromosomen deed men ervan overtuigen dat de cel fundamentele eenheid van leven is.

Vorm van de cel hangt af van functionele aanpassingen (en beetje van
oppervlaktespanning, viscositeit van protoplasma, mechanische actie van naburige cellen
en stijfheid celmembraan). Cel in weefsel heeft 14 vlakken.

Sommige cellen groot genoeg om te kunnen zien (eicel van vogel). Volume is constant
voor celtype en onafhankelijk van grootte van organisme (levercel in rund even groot als in
muis). In dierlijk lichaam heel veel cellen aanwezig, van maan tot aan de aarde.

Cytologie= studie van de cel en de processen die er in plaatsvinden



Inwendige structuur van de cel

Protoplasma= ingewikkelde organisatie van materialen waaruit een cel is opgebouwd,
hierin spelen zich alle levensprocessen af (waterige moleculaire en colloïdale oplossing)

Plasmamembraan= sluit het protoplasma af van buitenwereld

Kern/nucleus wordt afgescheiden van de rest van het protoplasma door kernmembraan

Membranen bouwen buitenste celmembraan met haar vele bochten op, zoals de wanden
van enkele cytoplasmatische organellen (celorganen) bv. Mitochondria en lysosomen.

Endoplasmatisch reticulum= holle netwerk in het cytoplasma waarin we een granulair en
agranulair deel kunnen onderscheiden. Tot dit holtesysteem behoren ook het golgi-
apparaat en de kernmembraan

In cytoplasmatische matrix mitochondria en lysosomen maar ook centriolen die grote rol
spelen bij celdeling en ook bij differentiatie van bewegingsorganellen van de cel (cilia en
flagella). Ook ribosomen in matrix, en groot aantal door een membraan omgeven kleine
blaasjes die voegsel of secreten bevatten

Cytoplasmatische matrix= vormt interne milieu van de cel en bevat naast alle opgesomde
organellen ook proteïne, enzymen, ribonucleïnezuren, vetdruppeltjes, glycogeenpartikels
en alles stoffen noodzakelijk voor het leven (maar geen desoxyribonucleïnezuren, deze
zitten hoofdzakelijk in de kern)



-protoplasma

Moleculen in protoplasma zijn constant in beweging tov elkaar. Terwijl ze veranderen,
nieuwe moleculen opbouwen en andere afbreken, gehoorzamen ze aan dezelfde wetten
als degene die gelden voor niet levende natuur.



-plasmamembraan

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lemmeslodders. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.94. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

55628 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.94
  • (0)
Add to cart
Added