In dit document vind je de volledige samenvatting van Hoofdstuk 3 uit het boek Aardrijkskunde BuiteNLand voor vwo 6 de 3e editie. Alle begrippen staan erin en alles staat goed en helder uitgelegd. Ook de bronnen worden behandeld. Ik ben zelf niet zo goed in aardrijkskunde maar met deze samenvatting...
Bron 5
1. Fotosynthese: met zonlicht en water en voedingstoffen wordt nieuw organisch materiaal
geproduceerd.
2. Vorming van organisch afval: bomen laten blad vallen en dit hoopt op.
3. Mineralisatie/humusvorming: bacteriën, schimmels en wormen starten de afbraak:
a. bij de afbraak ontstaat CO2 en stoffen als stikstof, calcium en kalium. Deze spoelen weg
wanneer ze niet direct worden opgenomen door planten.
b. bij gedeeltelijke afbraak ontstaat humus, wat stikstof, calcium en kalium goed vasthoudt
en water aan zich bindt.
4. Verwering: het materiaal van de grond verweert door inwerking van water, CO2 en
bacteriën waardoor voedingsstoffen vrijkomen
5. Neerslag en grondwater: dankzij neerslag is er water, dit kan tot uitspoelen van
voedingsstoffen leiden.
Er zijn allemaal voedsel-, energie-, en waterstromen die ervoor zorgen dat beukenbomen blijven
leven en door de voedselkringloop worden deze voedingstoffen gerecycled. Ze zijn opgeslagen in het
levend organisch materiaal van de bomen, het dode organische materiaal op de grond en de zwarte
humuslaag in de bodem.
Bodem: het bovenste gedeelte van de grond waarin planten wortelen en dat verkleurd is door
bodemvormende processen zoals de toevoeging van organisch materiaal en de in- en uitspoeling van
infiltrerend water.
In de tropisch regenwouden en naaldwouden zorgen dezelfde processen voor de voedselkringloop
maar temperatuur, vochtigheid en plantensoorten maken het verschil. In tropische regenwouden
gaan processen sneller door de hoge temperatuur, vochtigheid en een permanent groeiseizoen, er is
hier ook geen zwarte humuslaag. De afbraak van organisch materiaal, mineralisatie, gaat heel snel.
De voedingstoffen zullen dus niet snel worden opgenomen door de planten maar wegspoelen door
de grote hoeveelheid neerslag. Veel grond hier is dus ook niet vruchtbaar. De rode kleur van de
bodem wordt veroorzaakt door zeer sterkte chemische verwering.
Het naaldwoud heeft een kort groeiseizoen en de processen liggen vaak stil waardoor een grote laag
organisch afval ontstaat. Er is weinig verdamping en veel neerslag zal infiltreren en voedingsstoffen
uitspoelen. De grijze kleur geeft weinig humus aan en dat veel stoffen zijn uitgespoeld. Deze
uitspoeling wordt versterkt door de naalden, deze zorgen voor een zure bodem. Het verkleuren van
de ondergrond gebeurt alleen wanneer een bossysteem heel lang bestaat.
Zodra 1 onderdeel van het systeem verandert, verandert de rest ook. Bossen in hetzelfde klimaat
zien er ook anders uit door de verschillen in ondergrond. De grondsoort, reliëf en hoogteligging
hebben invloed op de geofactoren die met elkaar werken.
Paragraaf 1.2
Door verschillende klimaten ontstaan landschapszones waar weer grote verschillen in bestaan door
reliëf. Bossen groeien waar voldoende water is, het niet te koud is en het groeiseizoen niet te kort is.
Dus in de tropische, gematigde en boreale zone. De verandering van temperatuur heeft grote
gevolgen maar ook de hoeveelheid beschikbaar water speelt een rol dus neerslag en verdamping.
, Nuttige neerslag: neerslag die overblijft na verdamping. In bossen is deze groot omdat veel water de
grond intrekt richting grondwater en veel stoffen meeneemt: uitspoeling.
In droge gebieden op lagere breedte komt een neerslagtekort voor en er wordt nauwelijks organisch
materiaal gevormd. De witte of grijze kleur van woestijnen worden veroorzaakt door concentraties
van zout, kalk of gips wat ontstaat na een sporadische bui. Het grondwater stijgt dan tot onder het
oppervlak, verdampt, en de stoffen slaan hier neer.
Wanneer op gematigde breedte de nuttige neerslag nul is, verandert het naar een grassteppe met
veel opgehoopte humus. Dit zorgt voor een vruchtbare bovenlaag.
Op hoge breedte, in de polaire zone, groeien alleen grassen, mossen en heide door de lage
temperatuur en het korte groeiseizoen. Het organisch materiaal verteert erg traag waardoor de
bovenste laag van de bodem vooral uit veen bestaat.
Landbouw heeft ook invloed op het dynamisch systeem:
- de voedselkringloop wordt afgebroken. Het materiaal dat anders op de grond zou vallen wordt nu
onttrokken aan het systeem. Mest zal moeten worden toegevoegd om de bodem niet uit te putten.
- er vindt een verplaatsing van diversiteit naar monocultuur. Landbouw is hierbij namelijk het meest
productief alleen wordt het systeem wel kwetsbaar. Bij oogst komt de bodem bloot te liggen.
Daarnaast verspreid een planten of dierenziekte super snel wanneer een groot akkergebied slechts 1
gewas verbouwt. De hele oogst mislukt dan.
Niet elke bodem is geschikt voor landbouw. Het gaat ook om de hoeveelheid voedingsstoffen die van
nature in de grond zitten zoals kalium, stikstof en fosfor: chemische vruchtbaarheid. De fysische
vruchtbaarheid, de verdeling in de bodem van de vaste bestanddelen, water en lucht, worden
beïnvloed door de korrelgrootte van de grondsoort. Wortels moeten de grond in kunnen trekken.
Paragraaf 1.3
We proberen al lang de vruchtbaarheid van de bodem te verbeteren door bijvoorbeeld bemesting
(chemische vruchtbaarheid) of akkers te irrigeren (fysische vruchtbaarheid). Maar deze ingrepen
kunnen ook ervoor zorgen dat de grond achteruitgaat. Ook natuurlijke processen zoals verdroging en
verzilting zorgen voor een afname van de kwaliteit van de bodem, oftewel landdegradatie.
Bij bodemerosie verdwijnt de bovenste laag van de bodem vaak door winter of stromend water, dit
kan een probleem zijn omdat vaak deze laag vruchtbaar is. Versnelde bodemerosie ontstaat wanneer
door menselijke activiteiten de grond onbedekt raakt door:
- Ontbossing voor houtgebruik en bouwland.
- Overbeweiding waarbij er teveel vee is per hectare. De bodem herstelt niet meer en winderosie
versnelt dit nog eens.
- Akkerbouw omdat na oogst de bodem gevoelig is voor erosie, zeker bij monocultuur.
Bij neerslag raakt de toplaag los en voert het water bodemdeeltjes af, of wind kan deeltjes
meenemen. Het materiaal wat wegwaait/spoelt zal andere plekken bedekken en onbruikbaar maken.
Soms heeft dit een positief effect omdat de vruchtbare deeltjes dan deze grond vruchtbaar maken.
Maatregelen om bodemerosie te beperken in akkerbouwgebieden:
- Strip cropping, gewassen worden dan in stroken op een helling aan geplant
- Evenwijdig aan de hoogtelijnen ploegen
- Zo min mogelijk ploegen
- De resten van geoogste gewassen op de braakliggende akkers laten liggen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jiskastuij2. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.43. You're not tied to anything after your purchase.