De stof voor het tentamen omvat heel het boek. Dit is een grote hoeveelheid tekst. Aan de hand van de uitgewerkte begrippenlijst weet je straks alle belangrijke termen voor het tentamen. Vrijwel alle onderwerpen in de hoofdstukken komen voor in de begrippenlijst.
Succes met leren!
Alle begrippen en definities uitgewerkt per hoofdstuk (1 t/m 9)
March 2, 2021
29
2020/2021
Summary
Subjects
marketing
e marketing
ebfu
ebfu
to go
e marketing to go
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
More summaries for
eMarketing to go! Tourism year 1
E-Marketing to go (E-Business fundamentals Breda University)
Airlines Websites and Systems - study guide
All for this textbook (3)
Written for
NHTV (NHTV)
Toeristisch Management
E-Business Fundamentals (EBFU)
All documents for this subject (9)
Seller
Follow
tg1
Reviews received
Content preview
Begrippen hoofdstuk 1
Access provider Een toegangsaanbieder; een bedrijf dat zorgt dat er een
verbinding gemaakt kan worden met internet.
Apple Pay Met je mobiel betalen. Dit is mogelijk door NFC
ARPANET Tegen het eind van de 1971 waren er 23 computers met
ARPANET verbonden. In dat jaar werd de eerste software
ontwikkeld waarmee ARPANET-gebruikers onderling
berichten uit konden wisselen; de eerste e-mail was een feit.
Het @-teken was al een bestaand teken en werd gekozen om
individuele gebruikers te adresseren die aangesloten waren op
een bepaalde ARPANET-computer
Auteursrecht Auteursrecht wordt met een Engelse term ook wel ‘copyright’
genoemd…het auteursrecht is het uitsluitend recht van de
maker van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst, of
van diens rechtverkrijgenden, om dit openbaar te maken en te
verveelvoudigen, behoudens de beperkingen bij de wet
gesteld.
Backbone De backbone van een regio of land is de ‘snelweg’ van
internet, in feite de hoofdbekabeling van internet.
Bandbreedte De overdrachtscapaciteit per tijdseenheid van een netwerk.
Big data Door internet en social media wordt veel data gecreëerd. Hier
komt het begrip big data vandaan. Big data biedt
mogelijkheden voor bedrijven om gedrag van consument
beter te kunnen analyseren.
Bittorent Is een techniek om bestanden uit te wisselen met anderen. Er
wordt een speciaal bestandje gebruikt – de torrent – dat
coördineert tussen de aanbieders en downloaders van een
bestand. Als je een bestand downloadt, worden de stukjes die
bij jou binnen zijn direct aangeboden aan de volgende
downloader. Op deze manier zijn bestanden zeer snel uit te
wisselen, en worden de kosten van dataverkeer gedeeld.
BitTorrent is vooral geschikt voor het uitwisselen van grote
bestanden. Het wordt o.a. gebruikt voor software, demo’ s van
games, muziek en video’ s.
Business model Wordt gebruikt om verschillende elementen van een bedrijf in
kaart te brengen.
Client/server model Kenmerkend voor dit model is dat de server permanent
beschikbaar is voor de clients en reageert. De server wacht op
een ‘verzoek’ van de client. De client computer neemt het
initiatief tot communicatie met de server. Dit model wordt
gebruikt bij e-mail en het World Wide Web.
Crippleware De software is gratis, maar er zijn onderdelen ‘geblokkeerd’,
of de functionaliteit is beperkt. Tegen betaling krijg je dan het
volledige pakket. De onderdelen die dichtgezet zijn of niet
werken, zijn vaak essentieel; dit is een verschil met freeware
of shareware. Na bijbetaling krijg je bij crippleware een betere
of complete versie die meer kan. Veel gebruikte manier bij
verkoop van software apps en games: een betaalde upgrade
kopen die zorgt dat de software beter werkt.
Domain name system Alle aanbieders van informatie op internet moeten via een
, ‘adres’ te vinden zijn: dit is geregeld via de domeinnamen in
het Domain Name System (deze zet IP-nummers om in voor
ons herkenbare namen).
E-business E-business omvat alle inzet van internet- en internet
gerelateerde technologie bij alle mogelijke bedrijfsonderdelen
en de interactie met partners in de waardeketen, zoals
leveranciers en distributeurs. Het omvat dus via internet
ondersteunde verkoop, inkoop, personeelsadministratie,
boekhouding etc. En de technologie die dit alles mogelijk
moet maken. Het is dus een zeer breed begrip: alle ICT
waarbij van internet of vergelijkbare techniek gebruik wordt
gemaakt binnen een bedrijf valt hier onder.
e-commerce Bij e-commerce gaat het om transactie. Het gaat alleen om
alles wat direct te maken heeft met in- en verkoop via internet.
e-marketing Is een verzamelterm voor alle activiteiten die door een
organisatie worden gebruikt om producten en diensten via het
internet onder de aandacht te brengen. E-marketing is
onderdeel van e-business.
Freeware Is een vorm van het verspreiden en gebruiken van software.
Bij freeware si de software voor altijd gratis te gebruiken.
(Zijn wel regels)
Geoblocking Hierbij wordt toegang tot een bepaalde dienst ontzegt,
gebaseerd op de geografische locatie van de gebruiker.
(Wordt gecontroleerd aan de hand van IP-adres)
GPS Systeem zoekt een aantal satellieten en bepaalt aan de hand
daarvan de locatie.
Hosting provider Doet nog meer dan een internet service provider. Websites
worden pas toegankelijk als ze op een computer staan die
gekoppeld is met internet en een internetadres hebben. En
website bestaat uit een verzameling bestanden. Alleen zijn
deze bestanden niet opgeslagen op je eigen pc, maar op de
computer van een gespecialiseerd bedrijf dat ‘’webruimte’’
aanbiedt hosting provider
Hotspot Is een locatie waar draadloos internet wordt aangeboden.
Hotspots werken met wifi-techniek.
Hypertext Is een speciale vorm van digitale tekst. Met behulp van
verwijzingen die we hyperlinks noemen, kunnen bestanden
foto’ s, tekst, video en al het andere dat digitaal beschikbaar is
worden binnengehaald. (links waar we op kunnen klikken is
hier een voorbeeld van)
iBeacon Verzamelnaam voor apparaten die via een Bluetooth Low-
Energie (BLE) signaal interactie hebben. (kan gebruikt
worden om pushnotificaties te sturen als je in een winkel
bent).
Influencer Gebruiken internet en social media elke dag. Zij willen
vooroplopen in alles. Bereik en status is belangrijk.
Internet of Things Steeds meer apparaten hebben toegang tot het internet en de
impact op ons dagelijks elven neemt enorm toe.
Internet service provider (ISP) deze bedrijven doen niets meer dan alleen de toegang tot
internet bieden.
, Location based services LBS, diensten, die beschikbaar zijn op de mobiele toestellen
met gebruikmaking van het mobiele datanetwerk en van de
locatie van het toestel.
Lurker Gaat om een persoon die op internet op fora, in chatrooms en
in sociaal media meeleest, informatie opvraagt maar die zelf
niets bijdraagt.
Mainframes Zeer grote computers, waar honderden tot duizenden
gebruikers gelijktijdig op konden werken. Vooral banken en
Airlines gebruikten zulke mainframes op grote schaal.
Malware Is de verzamelnaam voor kwaadaardige of schadelijke
software zoals virussen. Het is een samenvoeging van het
Engelse Malicious en het woord software: kwaadwillende
software.
Many-to-many Social media, individuele internetters plaatsen informatie die
voor veel andere te lezen is.
Mirror Een mirror webiste is een kopie van je website die ergens
anders ‘staat’. De bedoelding hiervan is dat de hoeveelheid
dataverkeer te spreiden is over meer servers bij drukte.
Platte date (nieuwsberichten, foto’s) waar geen interactie is
met een database kunenn soms geschikt zijn voor mirror.
Mobile marketing Het gebruik van marketing via een mobiel.
Near Field Zie NFC
Communication
Netneutraliteit Geen roaming kosten binnen Europa is hier een voorbeeld
van.
NFC Near Field Communication, een vorm van data-overdracht die
in opkomst is. Het gaat om draadloze communicatie tussen
twee apparaten; deze communicatie werkt pas als de
apparaten (erg) dicht bij elkaar zijn: het gaat om 10 tot 15 cm.
One-to-few Door technische ontwikkelingen kunnen bedrijven de
boodschap beter gericht naar een groep mensen sturen of die
een individuele boodschap geven. Dit is nog steeds populair.
Op internet zijn dit websites die specifiek gericht zijn op
gepaalde groepen en/of niches in de markt.
One-to-many Eén grote website met dezelfde informatie voor iedereen.
One-to-one Meer persoonlijke gericht communiceren tussen bedrijven en
mensen.
Open source software Software waarvan de ghele broncode vrij beschikbaar is; de
broncode is de programmeertaal waarmee/waarin ‘iets’ is
geschreven.
Peer-to-peer (P2P) Is een netwerk op basis van gelijkwaardigheid van de
verschillende aangesloten computers: dus alle deelnemende
computers zijn in staat om acties te starten en te beëindigen.
Het onderscheid met het client/server model is van belang,
omdat dit om een totaal andere opzet van bijvoorbeeld
verkoopprocessen of communicatie vraagt. We komen deze
term vooral tegen rond netwerken, waarbij bestanden worden
uitgewisseld (file sharing). Denk aan websites als
Bittorent.com en Thepiratebay.org. Er is geen hiërarchie in
deze structuur.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tg1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.42. You're not tied to anything after your purchase.