De term marketing werd al rond 1900 gebruikt in de VS. Meer dan een eeuw later heeft marketing
een enorme vlucht genomen.
Het doel van marketing is om als organisatie een band op te bouwen met je afnemers. Als een
organisatie de behoeften en wensen van afnemers als uitgangspunt neemt, is de kans groot dat zij
het product of dienst van deze organisatie accepteren en er een langdurige relatie ontstaat.
Bij marketing zijn de 4 P’s met elkaar verbonden:
- Product: assortiment, kwaliteit, design, service etc.;
- Prijs: prijsstrategie, korting, betalingswijze etc.;
- Promotie: salespromotion, adverteren, public relations etc.;
- Plaats: distributiekanalen, locatie, opslag, transport etc.
Samen vormen ze de marketingmix.
Afgelopen decennia is binnen het vakgebied marketing de focus verschoven van productief denken
naar marktgericht denken. Bij marktgericht denken ligt de nadruk op de wensen en behoeften van
de verschillende afnemers, en niet op het product of de dienst zelf. Op basis hiervan wordt het
product samengesteld.
Een organisatie die uitgaat van een productieconcept is gefocust op lage kosten en grote
verkrijgbaarheid. Bij het productconcept kiezen afnemers het technisch best mogelijk product. Het
verkoopconcept legt de nadruk op verkoop en promotie van producten. Het uitgangspunt hierbij is
dat een product vanzelf gekocht wordt, als het maar vaak genoeg onder de aandacht wordt gebracht.
Bij het marketingconcept staat niet het product, maar de behoefte en wensen van afnemers
centraal. Het maatschappelijke marketingconcept is gelijk aan het marketingconcept, met dien
verstande dat organisaties ook nog maatschappelijk verantwoord ondernemen. Het laatste
decennium zijn veel organisaties hier op overgegaan, mede door dat de politiek en maatschappij dit
verlangen. Het laatste en meest recente concept is het integratieconcept, waarbij er een relatie
tussen aanbieder en afnemer tot stand komt, zodat men samen de best passende producten
ontwikkelt.
In de definities van marketing staan de volgende elementen centraal:
- Je richting op de wensen en behoeften van afnemers;
- Waarde creëren bij deze afnemers door op deze wensen en behoeften in te spelen;
- Toegevoegde waarde leveren om een langetermijnrelatie met deze afnemers mogelijk te
maken.
Binnen de dienstverlening komen er nog 3 P’s bij: personeel, proces en (winkel)presentatie.
,Het marketingproces is een dynamisch proces. Tussen de aanbieder en afnemer vindt uitwisseling
plaats van producten met een tegenwaarde en informatie. Dit dynamische proces vindt plaats binnen
een marketingomgeving. Een aanbieder werkt nooit alleen, maar heeft te maken met leveranciers,
distributeurs, concurrenten en publieksgroepen. Bovendien wordt elke organisatie beïnvloed door
onder meer economische, sociaal-culturele en politiek-juridische ontwikkelingen. Die
marketingomgeving wordt in de sport de sportomgeving genoemd.
1.3
Kijkend naar de verschillende definities die worden gegeven over sport kunnen we stellen dat deze
veelal het volgende bevatten:
- Sport heeft een competitie-element;
- Sport verlangt een fysieke inspanning;
- Sport kent spelregels;
- De invloed van de uitslag bepaalt de kwaliteit van de ervaring.
3 soorten bewegen:
- Sportief bewegen: bewegen is een doel op zich;
- Bewegen met een a-sportief doel: fietsen naar de supermarkt;
- Jezelf niet-verplaatsend bewegen: spinningsessie.
Andere unieke kenmerken van sport zijn:
- De uitslag is niet voorspelbaar;
- Het spel is niet beheersbaar;
- Consumenten maar ook bedrijven zijn veelal nauw betrokken bij het product of identificeren
zich ermee;
- De uitslag bepaalt veelal de kwaliteit van de beleving;
- Sport heeft de potentie om mensen te binden;
- Sport levert waardevolle en memorabele ervaringen op.
Sport heeft tevens ook kenmerken die inherent zijn aan diensten:
- Sport is gedeeltelijk ontastbaar;
- Bij sport is er interactie tussen afnemers en aanbieders;
- Bij sport is geen voorraadvorming mogelijk;
- Sport kan niet worden gestandaardiseerd.
1.4
,Er worden 2 onderscheiden gemaakt: marketing van sport en sport als marketingmiddel.
Bij marketing van sport horen alle organisaties die sportgerelateerde producten of diensten op de
mark zetten (NIKE, KNVB, gemeente).
Sport als marketingmiddel inzetten betreft activiteiten waarbij sport wordt ingezet om andere
doelstellingen te realiseren (Ziggo, organiseren van de OS).
Binnen de sport zijn verschillende markten te onderscheiden. Alle markten die rondom de sport zijn
gegroepeerd zijn samen de sportmarkt. Deze worden later weer verder onderverdeeld.
Binnen die sportmarkt worden sportproducten aangeboden. Dit is moeilijk te definiëren. Het kan een
bewegingsprogramma zijn maar ook een thuiswedstrijd van Ajax.
Bij sport als marketingmiddel kan gesteld worden dat de sportsponsoring het grootste en
belangrijkste vakgebied is.
Hoofdstuk 2: De sportmarkt
2.2
Om de juiste toegevoegde waarde te kunnen leveren moet een organisatie de markt afbakenen. Bij
deze marktafbakening kan er gebruik worden gemaakt van het Abell-model. De kubus binnen dit
model geeft aan waar de organisatie zich op richt. De delen van de assen die buiten de kubus vallen
geven een bepaalde dynamiek in de markt aan waarlangs een organisatie zich zou kunnen
ontwikkelen, een groeistrategie (hfst6).
Op basis van die analyse kan er een missie geformuleerd worden met de drie componenten uit het
model. Op basis van de marktafbakening kan de markt cijfermatig bekeken worden. dit noemen we
he kwantificeren van een markt. Hierbij maakt men een inschatting van hoeveel afnemers er zullen
zijn, hoeveel ze afnemen en wat de te verwachten omzet is.
Om te kijken of een markt aantrekkelijk is kan er worden gekeken naar:
- Het aantal afnemers in de markt;
- Afgenomen eenheden product in de markt;
- Omzet in de totale markt.
4 soorten markten:
- Potentiële markt: het max aantal afnemers met dezelfde globale behoefte;
- Beschikbare markt: de potentiële markt min de afnemers die door barrières niet tot aanschaf
overgaan;
- Bediende markt: de doelmarkt die bediend gaat worden door eigen organisatie
- Gepenetreerde markt: de markt waar al ruiltransacties mee zijn.
De marktomvang kan ingeschat worden door al bestaande cijfers te bekijken.
2 groepen eindafnemers:
, - Actieve sportconsumenten: breedtesportmarkt, beoefenen zelf sport maar niet
professioneel;
- Passieve sportconsumenten, topsportmarkt, zien en beleven van sport.
2.3
Binnen de breedtesport 3 onderscheidingen:
- Georganiseerde sport: beoefend bij NOC*NSF;
- Anders georganiseerde sport: institutioneel georganiseerd, bijv. fitness;
- Ongeorganiseerde sport: door sporter of groep zelf bedreven wordt zonder afspraken.
Voornamelijk de ongeorganiseerde sport heeft veel aanhangers.
Primaire relaties = organisaties die het fysieke sporten van een breedtesportbeoefenaar faciliteren.
Zowel profit als non-profit.
Profitorganisaties = organisaties die winst als doelstelling hebben
Not-for-profitorganisaties = winst niet als doel.
Primaire relaties zijn niet noodzakelijk.
Secundaire relaties = organisaties die goederen en diensten leveren aan de breedtesporter, zodat die
zijn sport kan beoefenen.
Directe relatie = houdt in dat de organisatie direct contact heeft met de eindafnemer, de consument.
Indirecte relatie = richt zich op andere organisaties. Deze business-to-businessrelatie heeft een
aantal kenmerken:
- Het besluitvormingsproces is langdurig;
- De besluitvorming is rationeler van aard;
- Er zijn meerdere personen binnen de organisatie bij betrokken;
- De relatie heeft een formeler karakter;
- De relatie kan geautomatiseerd zijn.
2.4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ADSGM. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.25. You're not tied to anything after your purchase.