Contents
Reader: Milieubeleid als interactievraagstuk, Driessen, Goverde en Leroy...........................................2
Reader: Milieubeleid als vraagstuk van institutionele hervorming, Meijerink en van Tatenhove.......10
Reader: Inhoudelijke ontwikkelingen, doelstellingen en uitgangspunten van het milieubeleid, Leroy
en Wiering...........................................................................................................................................18
Ministerie van infrastructuur en milieu (2016). Omgevingswet in het kort, niet verplicht..................25
Den Butter Frank (2005). KBA als essentiële kennisbron in het milieubeleid......................................28
Van der Steen en van Buuren (2017). Doe maar gewoon omgevingswet............................................34
Groen, Mark en van de Laak, Peter (2015). Provinciale omgevingsvisies en dilemma’s......................41
Roovers, Geert (2015). Verkleinen kloof m.e.r. en besluitvorming......................................................43
Arnouts 2010, paragraaf 1.1.2.............................................................................................................46
Buijs, Mattijssen and Arts (2014).........................................................................................................48
Van der Steen, Scherpenisse, De Jong, Boonstra, Arnouts (2016) De volgende stap (…)
(natuurdomein)...................................................................................................................................54
Verandering en continuïteit in milieubeleid: een kader voor analyse en duiding. Leroy, Arts en van
Tatenhove (2003)................................................................................................................................64
1
,Reader: Milieubeleid als interactievraagstuk, Driessen,
Goverde en Leroy
6.1 inleiding
Netwerkenbenadering verdiend aandacht. Het werk vooral gebruikt om beleid beter te analyseren
en te verklaren, later is die benadering onder labels als netwerksturing, netwerkmanagement of
interactieve beleidsvoering toegepast om beleidsprocessen te sturen.
Verschuiving van government naar governance. Die verschuiving suggereert dat de mono centrische
sturing van de samenleving vanuit de overheid plaats maakt voor een poly centrische sturing door
een bont gezelschap van actoren – overheid, markpartijen, maatschappelijke organisaties en
burgers.
6.2 alternatieve besluitvormingsmodellen en het belang van sociale interactie
Beleidsprocessen worden gezien als opeenvolgende fase (agenda-vorming, beleidsvorming,
besluitvorming, uitvoering en evaluatie), in een kringloop. Bovendien zou de overheid de sturende
kracht zijn.
Hoewel deze veronderstelling conform het idee van democratie zijn, zijn er alleszins enkel
aanvullingen te maken. Allereerst zorgt het politieke systeem er alleen al uit overlevingsdrang, voor
dat het niet overbelast wordt. Er wordt niet op alle eisen ingegaan.
Het is dus begrijpelijk da zij problemen die niet of uiterst moeilijk op te lossen zijn liever niet
aanpakken.
De ambtenarij, overlegt bij de beleidsvoorbereiding en beleidsuitvoering met organisaties uit markt
en civil society. De eerste kantteking: de veronderstelling van een mono centrisch sturende actor, in
de casu de overheid, goeddeels een illusie is. In feite is sprake van een veelheid van actoren die elk
op hun manier, met hun strategie nu doelen en belangen nastreven. De interactie tussen deze
veelheid van actoren, die onderling in een bepaalde machtsverhouding staan, is het centrale object
van het interactieperspectief. Tweede kantteking: is dat beleidsprocessen zelden lineair gefaseerd
verlopen. Beleidsprocessen verlopen vaak chaotisch, schieten bij urgente agendering meteen naar
de oplossingsfase zen zijn in het algemeen vele meer iteratief dan lineair. Zij verlopen soms traag en
feitelijk. Derde kantteking: combineert als het ware de vorige: juist langdurige beleidsprocessen met
veel actoren, komt het voor dat sommige actoren verschillende rollen vervullen. In termen van een
carrière is een persoon eerst vakbondsman en later minister, eerst voorzitten van KVK en later
kamerlid. De entrepreneurs zorgen ervoor dat er een policy window opengaat dat politieke kansen
worden gegrepen en er afspraken ontstaan bijv. een projectvoorstel.
Niet een alles overziende en sturende overheid, maar de interactie en de machtsverhoudingen
tussen overheden en allerlei maatschappelijke actoren bepalen het procesverloop en het resultaat:
beleid is de resultaten van de interactie van die onderlinge machtsverhoudingen. Van het
interactieperspectief is de studie van de sociale interactie tussen die actoren in beleidsprocessen, en
van de wijze waarop hun interactie, ook gegeven hun machtsverhoudingen letterlijk beleidsbepalend
is.
Box 6.1
Hier worden drie meest gebruikelijke samengevat. Die elk op hun manier afstand nemen van het
fasemodel.
2
,Barrièremoddel:
Een barrière die bestaat uit een gevestigd waardepatroon. Deze zorgt voor discussie over de vraag of
het probleem collectief van aard en voldoende urgent is. Vervolgens kunnen institutionele barrières
optreden verbonden aan procedures en regels. De derde is de besluitvorming: voorstellen voor een
bepaalde aanpak kunnen worden verworpen of gewijzigd. Ten slotte kunnen in de
implementatiefase interpretatieverschillen ontstaan waardoor het gewijzigd, beperkt vertraagd of
niet wordt uitgevoerd. Het is dus een hindernisrace. Voor de ene partij is het een hindernis voor de
andere een kans om beleid om te buigen in hun richting.
Stromenmodel:
Dat het belang van het fasemodel voor het begrijpen van beleidsprocessen nog meer relativeert. Het
beleidsproces is nu de resultatie van drie onafhankelijke ontwikkelingen, voorgesteld als stromen:
een probleemstroom, een politieke stroom en een oplossingenstroom. Probleemstroom zitten d e
maatschappelijke vraagstukken die moeten worden aangepakt. In de oplossing stroom worden
allerlei oplossingen voorgesteld door deskundigen. Politieke stroom worden alleen politieke en
ambtelijke elites actief. Die stroom is ook gevoelig voor bredere maatschappelijk economische en
culturele ontwikkelingen die als content mede de politieke keuzes bepalen.
Rondenmodel:
Hier worden probleemdefinities, beleidsdoelen en oplossingen niet gekoppeld aan een actor. Het
betekend inzicht krijgen in welke actoren op welke momenten actief zijn en in welke rol. De
deelnemers aan een beleidsproces spelen immers verschillende rollen zoals de initiatiefnemer (de
actor die iets wil bereiken), supporter (die initiator steunt), criticus (tegenstander) en de
intermediair (die vanuit een onafhankelijke positie de partijen bij elkaar tracht te brengen). Beleid
komt in dit model tot stand in diverse rollenspellen, gespeeld in diverse ronden, waarbij vooraf wel
structurering bestaat in de vorm van regels en middelen.
Einde
Kortom interactieperspectief brengt een aantal correcties aan op het doel rationale fasemodel:
- Het politieke systeem wordt niet alleen vanuit de samenleving geboeid maar vanuit een
beleid van betrokken actoren.
- Een beleidsproces is geen regelkring, maar een voortdurende interactie tussen allerlei
betrokkenen
- De betrokkenheid van vele actoren en hun vaan tegengestelde belangen maken dat er geen
spraak is van een boven de partij verheven overheid die eenzijdig stuurt.
- Met de besluitvorming is de interactie niet afgerond: er is sprake van een doorgaande strijd.
Karakteristieken, voorwaarden en consequenties
Sociale interactie betekent dat onze samenleving bestaat uit actoren die communiceren en op elkaar
reageren.
Sociale interactie verwijst ook naar het feit dat actoren wederzijds van elkaar afhankelijk zijn.
In moderne geldeconomie: voedsel van boeren naar verwerkende industrie groothandelaren
winkels consumenten. Consumenten hebbe veelal geen idee van de rest van het netwerk.
Daarom hebben de actoren die cruciale posities bezetten ook een machtspositie die hen een
voorsprong geeft op andere actoren.
3
, In beleidswetenschappen ga het om beleidsnetwerken. Het zijn veranderende maar stabiele
patronen van sociale relaties tussen afhankelijke actoren, instant gehouden en veranderd door
reeksen van spellen, waarin de actoren proberen door strategisch gedrag zoveel mogelijk invloed uit
te oefenen op het beleidsproces. Er is sprake van een beleidsnetwerk wanneer aan de volgende
condities is voldaan:
- Aanwezigheid van meerdere actoren met uiteenlopende doelen visies en belangen
(multiformity)
- De betrokken actoren zijn op elkaar aangewezen. Interdependentie of wederzijdse
afhankelijkheid tussen hen is essentieel.
- Betrokken actoren hebben een relatieve autonomie: zij bepalen hun strategie mede op basis
van hun doelstelling.
Toch geldt voor beleidsnetwerken in het algemeen dat geen van de partijen in z’n eentje de dienst
kan uitmaken.
Dat beleidsprocessen in netwerken plaatsvinden heeft ook enkele consequenties:
- Het bestaan van deels convergerende, deels uiteenlopende belangen heeft gevolgen voor
het strategisch gedrag van actoren: ze zijn waakzaam, ze letten op elkaar proberen andere
voor de hoede te zijn. Kortom niet alleen iedere actoren, maar ook het netwerk als geheel
ontwikkelt een eigen strategie die sterk samenhangt met de interne machtsbalans en
machtsverhoudingen in de context.
- De interacties tussen de actoren binnen een beleidsnetwerk vertonen een stabiliteit en
duurzaamheid maar ook dynamiek, onder meer door processen van uitsluiting van andere
actoren en/of door een wijziging in de dominante probleemperceptie en oplossingsstrategie.
Box 6.2
Einde
Hier wordt duidelijk gemaakt dat de analyse van het feitelijke functioneren van een beleidsnetwerk
geen eenvoudige zaak is. Het vraagt om langdurige bestuderen van steeds weer wisselende
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller koendeweert. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.49. You're not tied to anything after your purchase.