Dit document bevat alle uitwerkingen van oefenvragen en tentamenvragen van het vak Jurist in bedrijf 1. Dit vak wordt in blok 2 van het 2e jaar gegeven van de studie HBO-Rechten aan de Hanzehogeschool, te Groningen. Deze uitwerkingen kan je gebruiken als antwoordmodel bij de oefenvragen en als hulp...
Week 1a:
Wat moeten worden verstaan onder het begrip verbintenis?
Een recht waartoe een debiteur recht heeft en een crediteur zich tot een recht
heeft verplicht.
Verbintenis is een objectief gegeven. Een verbintenis is een vermogensrechtelijke
rechtsbetrekking tussen 2 of meer personen op grond waarvan de ene partij
(schuldenaar) verplicht is tot een bepaalde prestatie, waartoe de andere partij
(schuldeiser) is gerechtigd.
Het is nooit een overeenkomst. Het vloeit voort uit een overeenkomst.
Overeenkomst is een bron van een verbintenis.
Bekijk de volgende voorbeelden en geef gemotiveerd aan welke verbintenissen ontstaan.
a. Wilma en Leon spreken af dat Leon een huis gaat huren van Wilma voor 750
euro per maand. Verplichting van betaling tot huur. Als huurder heb je recht op
een fatsoenlijke woning en ben je verplicht tot betalen van de huur. Leveren van
de woning: crediteur.
b. Herman leent een wetboek van Truus.
Verschaffen van leengenot > krijgen
Bruikleenovereenkomst: teruggeven in de staat waarin het heeft bevonden.
c. Henk en Suzan spreken af om vanavond naar de film te gaan.
Is geen vermogensrechtelijke verhouding
Wat is een rechtshandeling?
Handeling die met een beoogd gevolg tot stand is gekomen. Is bewust tot stand gekomen
(menselijk handelen)
Rechtsfeit > Juridisch rechtsgevolg, er gebeurt iets (niet beoogd)
Geef aan wat een meerzijdige rechtshandeling is.
Is hetzelfde als een overeenkomst, 1 overeenkomst. Meerdere personen zijn nodig om de
rechtshandeling te bereiken.
Schenking > overeenkomst, meerzijdige rechtshandeling
Casus 1: de geleende fiets
Winfried leent zijn fiets uit aan Robert. De volgende dag ontmoet hij Freek en hij vertelt dat hij
een fiets heeft die Freek wel kan kopen. Freek besluit meteen te handelen en koopt de fiets
voor 100 euro. Zij spreken ook af dat Freek direct eigenaar wordt. Winfried krijgt de 100 euro
van Freek en zegt dat hij de fiets bij Robert kan ophalen. Als Freek bij Robert aanbelt, weigert
de laatste de fiets aan de nieuwe eigenaar mee te geven. Heeft Robert een rechtsgrond voor
zijn weigering? Betrek in jouw antwoord ook de eventueel relevante jurisprudentie.
Koopovereenkomst tussen Winfried en Freek. Overeenkomst komt tot stand door wil en
verklaring en art. 3:33 BW. Voor Freek een verplichting van 100 euro betalen aan Winfried.
Voor Winfried verbintenis eigendom over geven aan Freek.
Bruikleenovereenkomst tussen Winfried en Robert. Hier is sprake van een meerzijdige
verbintenis. Winfried heeft de plicht tot uitlenen van de fiets. Robert: bruikleenovereenkomst
(teruggave van de fiets). En er zijn afspraken gemaakt over de geleende fiets. Deze afspraken
,kunnen niet zomaar eenzijdig worden veranderd. Robert heeft geen overeenkomst met Freek.
Sprake van een absoluut recht > eigendomsrecht
absolute rechten werken voor relatieve rechten.
Nee robert mag niet weigeren, vanwege absolute rechten.
Arrest: van lindenboom tegen gemeente Amsterdam
Casus 2: Kamerhuur
Theodoor heeft een huis met een ongebruikte zolder. Karst wil de zolder wel huren. Ze spreken
af dat Karst de zolder gaat huren voor 390 euro per maand.
1. Is er sprake van een rechtshandeling? Zo ja, welke? Meerzijdige
rechtshandeling, want meer dan 1 persoon. Art. 3:33 BW 2 mensen
hebben hun wil en verklaring uitgesproken.
2. Ontstaan er verbintenissen? Ja
3. Geef gedetailleerd aan welke verbintenissen in de casus ontstaan.
Theodoor > crediteur (krijgt huur van Karst) Theodoor debiteur >
wanneer hij de zolder moet leveren.
Karst > debiteur hij moet huur betalen aan Theodoor. Crediteur:
Karst krijgt de zolder van Theodoor.
4. Maak een lijst van verbintenissen die normaliter voortkomen uit een
huurovereenkomst. Huur, genot, onder welke voorwaarden?
Huurbedrag betalen
5. Welke andere bronnen van verbintenissen ken je?
Arbeidsovereenkomst, huwelijk, bruikleen,
6. Is een verbintenis hetzelfde als een relatief recht? Ja, want je kan je
rechten maar van een specifieke groep mensen eisen en niet van
iedereen zoals bij absolute rechten.
Casus 3: De windvlaag
Bij een noordwesterstorm met zware regenbuien waait een raam van het huis van Tanja open.
Door de enorme rukwinden breekt het glas en de regen heeft hierdoor vrij spel. Tanja is echter
niet thuis. De buurman van Tanja, Michiel, ontdekt dit als hij ’s avonds van zijn werk thuiskomt.
Hij klimt op het dak van Tanja haar huis en stapt door het open raam naar binnen: door de
glasscherven in de sponning scheurt hij zijn nieuwe jeans. Michiel herstelt de schade zo goed
mogelijk door een houten plaat voor de sponning te plaatsen. Als Tanja thuiskomt is ze Michiel
dankbaar voor zijn inspanningen. Michiel zegt haar dat hij dit graag voor zijn buurvrouw heeft
gedaan, maar wijst Tanja wel op het feit dat zijn nieuwe jeans gescheurd is. De prijs die hij
hiervoor betaald heeft was € 115.- .
Zijn de herstelwerkzaamheden van Michiel aan te merken als een rechtshandeling? Het is
zijdelings een gevolg maar heeft hij niet beoogd. Gevolg van zijn eigen actie. Niet beoogd > wel
rechtmatig, hij had een goede reden het huis binnen te gaan.
Hoe wordt het gedrag van Michiel juridisch genoemd? Zaakwaarneming art. 6:198 BW jo. Art.
6:200 BW, geen opdracht vanuit de wet, hij doet het willens en wetens. Waarom is het
zaakwaarneming? Je gaat willens en wetens op een redelijke grond, voor een ander belang dan
die voor jezelf. Er is geen bevoegdheid, want geen afspraak dat de buurman het huis binnen
zou gaan. Als je dan zelf zijdelings schade hebt, heb je recht op een schadevergoeding. Arrest:
Lindenboom cohen.
Ontstaan er verbintenissen? Zo ja, geef gedetailleerd aan welke verbintenissen in de casus
ontstaan, en motiveer dit met behulp van de wet. Er ontstaat een verbintenis tot
, schadevergoeding, waarbij tanja (debiteur) een plicht heeft en de buurman (crediteur) heeft
recht op die schadevergoeding. Art. 6:198/199 BW
Casus 4: rechtsfeiten en rechtshandelingen
1. Jan staakt zijn studie HBO-rechten en schenkt zijn boeken aan een neefje dat in
augustus 2012 aan deze studie zal beginnen. Geef aan of deze schenking een eenzijdige
rechtshandeling of een meerzijdige rechtshandeling is. Motiveer. Geef bijbehorend
wetsartikel. Meerzijdige rechtshandeling. Degene die schenkt heeft een plicht en
degene die krijgt heeft een recht. Art. 7:175 lid 2 en art. 6:213 BW
2. Jan baalt er eigenlijk zo van dat hij gefaald heeft in zijn studie dat hij ‘s avonds bij het
uitgaan ruzie zoekt en in een café een bezoeker een blauw oog slaat. De bezoeker
heeft doktersbehandeling nodig. Geef aan of deze mishandeling (een onrechtmatige
daad) een rechtsfeit, een rechtshandeling of beide is. Motiveer. Geef het bijbehorende
wetsartikel.
Een rechtsfeit, geen rechtshandeling. Onrechtmatige daad is een rechtsfeit, omdat het
niet beoogd (niet gewild) is. Art. 6:162 BW
Het heeft een juridisch rechtsgevolg.
3. Als Jan de volgende morgen heel vroeg thuiskomt, neemt hij ongevraagd het
postpakket aan voor zijn buurvrouw, van wie hij ten onrechte denkt dat ze niet thuis is.
Welke rechtspositie neemt Jan in? Motiveer en noem het bijbehorende wetsartikel.
Ongevraagd betekent dat hij iets uit zichzelf doet > zaakwaarneming, dus een rechtsfeit. Artikel
6:
Verplichte arresten volgende arrestenlijst zie Blackboard
Voorbereiden:
Opgave en casus maken van week 1b
U dient bij de beantwoording van de opgaven en casus steeds een
gemotiveerd antwoord te geven.
U dient bij de beantwoording van de casussen steeds een gemotiveerd
antwoord te geven. U doet dit telkens op de volgende manier:
de casus analyseren en ontleden
bepaal vervolgens welke van de leerstukken uit de opgegeven
literatuur van toepassing zijn
pas deze toe op de casus (gebruik bij uw argumentatie de wet,
eventueel toepasselijke jurisprudentie en/of de doctrine.)
, Opgave:
1. Beoordeel de onderstaande stelling gemotiveerd:
Voor het ontstaan van een verbintenis uit onrechtmatige daad is de wil van de betrokken
partijen irrelevant. klopt
Casus 1: De Kaakslag
Na de zoveelste ruzie met zijn buurman Arie zet Bert zijn muziekinstallatie weer eens op volle
sterkte. Arie, die TV kijkt, kan de nieuwslezer niet meer verstaan en ontploft van woede. Hij belt bij
Bert aan en slaat hem tegen de grond op het moment dat hij de deur opendoet. De linkse directe van
Arie komt zo hard aan dat Bert in het ziekenhuis moet worden opgenomen met een kaakfractuur.
Bert, marktkoper, derft 2 weken lang inkomsten omdat hij in het ziekenhuis ligt, krijgt een hoge
rekening van het ziekenhuis gepresenteerd en lijdt pijn en ongemak. Hij moet 8 weken lang met
dichtgenaaide kaken rondlopen, zodat hij slechts vloeibaar voedsel kan nuttigen en daar wordt Bert
niet vrolijk van.
Bert spreekt Arie aan tot vergoeding van de schade op grond van een onrechtmatige daad. Wat dient
Bert te stellen en te bewijzen voor een succesvol beroep? Motiveer je antwoord, mede aan de hand
van de wet/ en of jurisprudentie.
De eisen voor het ontstaan van schadevergoeding op grond van onrechtmatige daad artikel 6:162
BW:
1. Schade lid 1 > ja Bert zijn kaak is gebroken en ligt in het ziekenhuis, hierdoor maakt
hij ziekenhuiskosten.
2. Onrechtmatige daad artikel 6:162 lid 2 BW > inbreuk op persoonlijkheidsrecht,
namelijk tastbaarheid van zijn lichaam.
3. Rechtsvaardigheidsgrond lid 2 > nee, er was geen sprake van overmacht, noodweer
of toestemming.
4. Toerekenbaarheid aan de dader lid 3 > de schuld valt te wijten aan de dader.
Doordat hij zich ergerde is hij gaan slaan. Ook is de dader niet minderjarig en lijdt hij
niet aan een ziekte
5.causaal verband lid 1: als de Arie er niet was heen gegaan en niet ging slaan, kwam
bert niet in het ziekenhuis en had hij geen gebroken kaak.
6. relativiteitsvereiste > artikel 6:163 BW de gedraging is tegenover Bert
onrechtmatig. De benadeelde heeft schade geleden aan zijn gezicht en hiervoor ziekte
kosten moeten betalen.
Conclusie: er kan een beroep worden gedaan op artikel 6:162 BW
Casus 2: De tuinman
Arie is tuinman, in dienst bij baron Van Nijenhuis. Op een dag is hij bezig een aantal bomen naast de
oprijlaan te snoeien. Hij heeft een gruwelijke hekel aan dergelijke karweitjes en wil het dan ook zo
spoedig mogelijk opknappen. Als een wildeman gaat hij tekeer. Boom na boom wordt door hem
gekortwiekt. Hij gaat zo op in zijn werk dat hij totaal geen aandacht heeft voor zijn omgeving en ook
de nodige veiligheidsmaatregelen achterwege laat. Hij heeft dan ook niet in de gaten dat zijn
werkgever bezoek heeft gekregen. Op de oprijlaan staat de auto van een vriend van baron van
Nijenhuis geparkeerd. Tijdens het snoeien, valt een zware tak op de motorkap van de geparkeerde
auto. De auto raakt zwaar beschadigd. De vriend van Baron van Nijenhuis wil vergoeding van de
veroorzaakte schade vorderen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lucyplomp. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for $4.87. You're not tied to anything after your purchase.