Elektriciteit
Begrippen
Stroomsterkte= de hoeveelheid voorbijflitsende elektronen.
Spanning= de energie die de elektronen met zich meedragen.
Geleiders= laten elektrische stroom door.
Halfgeleidend materiaal= stoffen die stroom maar een klein beetje geleiden, omdat ze
weinig vrij bewegende elektronen.
Isolatoren= laten geen elektrische stroom door.
Spanningsbron= een batterij, een accu, een dynamo of een stopcontact.
Stroommeter= meet de stroomsterkte in Ampère en wordt in serie aangesloten.
Spanningsmeter= meet de spanning in Volt en wordt parallel aangesloten.
Rendement= het deel van de elektrische energie die nuttig gebruikt wordt.
Ionen= moleculen of atomen die minimaal één elektron zijn kwijtgeraakt of hebben
opgenomen.
Coulomb= de hoeveelheid stroomsterkte die door een apparaat beweegt. 1 Ampère is dus
gelijk aan 1 Coulomb. 1 Coulomb is 6.241506 x 10^18.
Evenredig= als de spanning van de bron twee keer zo groot wordt, krijgt ieder elektron ook
twee keer zoveel elektrische energie.
Omgekeerd evenredig= als de dwarsdoorsnede van de draad twee keer zo groot wordt,
wordt de weerstand twee keer zo klein.
Soortelijke weerstand= de weerstand van een materiaal in een draad, als de draad één
meter lang zou zijn met een dwarsdoorsnede van één vierkante meter.
NTC-weerstanden= weerstandswaarde met een dalend temperatuur-coëfficiënt.
PTC-weerstanden= weerstandswaarde met een stijgend temperatuur-coëfficiënt.
Zonnecellen= worden meestal gemaakt van de halfgeleider silicium.
Parallelschakeling= de stroom uit de spanningsbron wordt gesplitst, waardoor ieder
apparaat zijn eigen stroom krijgt. Als één lamp stukgaat, blijven de andere lampen wel
branden, want alle lampen zitten in hun eigen stroomkring.
Serieschakeling= door elk lampje loopt dezelfde stroom, dus we spreken hier van een
spanningsdeling. De spanning wordt verdeeld over alle lampjes. Als één lamp stukgaat,
stoppen de andere lampen ook met branden, want de lampen zitten allemaal in dezelfde
stroomkring.
Meterkast= vanuit hier lopen voor elke groep aansluitdraden door het hele huis.
Overbelasting= als er op één groep te veel apparaten worden aangesloten.
Kortsluiting= als de stroomsterkte te groot wordt, door bijvoorbeeld elektriciteitsdraden die
elkaar raken als de isolatie stuk is.
Zekeringen= beveiligingen in het huis tegen overbelasting en kortsluiting. Tegenwoordig zijn
dit meestal automatische zekeringen die je met een knop weer in werking kan zetten.
Vroeger werd er veel meer gebruik gemaakt van smeltzekeringen. Deze bestaan uit een huls
van glas of porselein met een smeltdraad erin, die doorbrandt zodra de stroomsterkte te
groot wordt.
Alleen de spanningsdraad aanraken, zorgt voor een gevoelige ‘klap’. Als je alleen de
nuldraad aanraakt, gebeurt er niets. Als je ze allebei tegelijk aanraakt, overleef je het niet.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller gaellelangeveld. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $0.00. You're not tied to anything after your purchase.