100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting klinische pathologie, Medische kennis toets periode 3 leerjaar 1 HBO-V $5.90
Add to cart

Summary

samenvatting klinische pathologie, Medische kennis toets periode 3 leerjaar 1 HBO-V

 31 views  2 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

samenvatting van het boek klinische pathologie. bevat H4, 5, 7.7, 10.2 t/m 10.6, 13.5, 15.1 t/m 15.4 + 15.4.2 17.2, H18. Leerjaar 1 periode 3 HBO-V

Preview 3 out of 26  pages

  • No
  • H4, 5, 7.7, 10.2 t/m 10.6, 13.5, 15.1 t/m 15.4 + 15.4.2 17.2, h18
  • March 3, 2021
  • 26
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Klinische pathologie week 3

10.3 Epilepsie
Bij epilepsie treden er aanvallen op doordat veel hersencellen tegelijkertijd ontladen. Bij normale
hersenactiviteiten geven hersencellen ook impulsen af, maar niet zo veel tegelijk.
Convulsies = stuiptrekkingen
Convulsies treden op door:
- Een te lage bloedglucose
- Een te laag bloedcalcium
- Een elektroshock

2 vormen van epilepsie:
- Gegeneraliseerde epilepsie (30%)
- Partiële epilepsie (60%)

Bij gegeneraliseerde epilepsie beginnen de abnormale ontladingen over de hele hersenen. Bij
partiële epilepsie beginnen de abnormale ontladingen op een plek.

10.3.1 Gegeneraliseerde epilepsie
- Hele hersenschors geeft tegelijk impulsen af
- Aanvallen beginnen plotseling en symmetrisch (zonder aura)
- Oorzaak:
o Afwijkende natriumkanalen (hersencellen prikkelen elkaar hierdoor te makkelijk)
- Symptomen:
o Absences (letterlijk “afwezigheidjes”)
o Bewustzijnsverlies binnen enkele seconden
o Ogen kunnen wegdraaien
o Na absence weer door alsof er niets is gebeurd

Bij tonisch clonische insulten door gegeneraliseerde epilepsie verliest de patiënt plotseling het
bewustzijn en valt verstijfd neer. Alle skeletspieren zijn verkrampt (tonisch) door impulsen vanuit de
hersenen. Vaak ontstaat er cyanose (blauwe kleur). Na een tonisch clonisch insult zijn sufheid,
hoofdpijn en een natte broek normaal. De patiënt herinnert zich niets van de aanval. Tonisch clonisch
insulten bij gegeneraliseerde epilepsie treden vooral ’s morgens op na het ontwaken.
Myocloniën = aanvallen met symmetrische spierschokjes zonder bewustzijnsdaling (treedt vooral ’s
ochtends op)
- Onderzoek:
o Aanvalsbeschrijving van familie, verzorgers, verplegers (heteroanamnese)
o Elektro-encefalografie (EEG) waarbij de elektrische activiteit v/d hersenen wordt
onderzocht
- Behandeling:
o Beschadiging voorkomen door ruimte te maken
o Leefregels (niet auto rijden en fietsen)
o Anti-epileptica:
 Lamotrigine
 Valproïnezuur (Depakine)
 Levetiracetam (Keppla)

10.3.2 Partiële epilepsie (focale epilepsie)
- Een deel v/d hersenen geeft abnormale impulsen af
- Meestal vooraf een aura (= persoonsgebonden voorgevoel waarop een aanval volgt)

1

, - Begint vaak asymmetrisch
- Oorzaken:
o Lokale hersenbeschadiging of tumor
- Symptomen:
o Opstijgend gevoel vanuit maagstreek
o Onaangename geur of smaak
o Onwerkelijk gevoel alsof alles nieuw is (jamais vu) of al eens is gebeurd (déja vu)
(tijdens aanval)
o Motorische verschijnselen bij behouden van bewustzijn (Jackson-aanval) (trekkingen
van mond, duim, grote teen)
o Visuele verschijnselen bij behouden van bewustzijn (afwisselend lichte en donkere
vlekken zien)

Een tonisch clonisch insult met aura ontstaat doordat de focale abnormale hersenactiviteit zich
uitbreidt over de hele hersenen. Men spreekt daarom ook wel van secundair generaliseerde
aanvallen. Afhankelijk van de plek van de behandeling of tumor ervaart de patiënt enkele seconden
voor een aanval zijn aura (bijv. gevoel van prikkeling, speciale kleur, gedachtestroom of speciaal
geluid).
Status epilepticus = serie aanvallen zonder herstel van bewustzijn tussen de aanvallen
- Hierbij dreigt zuurstofgebrek in de hersenen
- Bij zo’n aanval is ademhaling te lang verstoord, terwijl de inspanning juist de O 2-behoefte
vergroot
- Moet onderbroken worden met een benzodiazepine rectaal of intraveneus
- Onderzoek:
o Aanvalsbeschrijving van patiënt, familie, verzorgers of verpleegkundigen
o EEG
o Computertomografie (CT)
o Magnetic resonance imaging (MRI)
- Behandeling:
o Ruimte maken voor spierschokken en ademweg vrijhouden
o Toediening benzodiazepinen rectaal/ intraveneus (bij status epilepticus)
o Leefregels (niet auto rijden)
o Anti-epileptica:
 Carbazepine (Tegretol) of oxcarbamazepine
 Lamotrigine (Lamictal)
 Diazepam (Stesolid, Valium) om status epilepticus te onderbreken

10.4 Cerebrale uitval
Verlamming en gevoelsstoornissen treden contralateraal (aan de andere kant) op. Hersenschade
rechts heeft uitval van de linkerkant van het lichaam en omgekeerd. Uitvalverschijnselen kunnen
komen door beroerte (herseninfarct/ hersenbloeding), hersentumoren, trauma enz.

Verlammingen
- Ontstaat wanneer een deel van motorische schors uitvalt
- Vertrekken te weinig/ geen impulsen van de hersenen naar de spieren
Parese = wanneer de verlamming onvolledig is (wel beweging mogelijk aan verlamde deel)
Paralyse = patiënt kan het verlamde deel niet bewegen
Hemiparese = onvolkomen verlamming van 1 zijde van het lichaam
Hemiplegie = totaal verlamde lichaamshelft
- Hemiparese of hemiplegie komt door beschadiging of afsterven van motorische schors in de
contralaterale (andere) hersenhelft

2

, Sensibiliteitssenoren
Hypesthesie of anesthesie = uitval van het gevoel
- Bij hypesthesie voelt patiënt minder
o Patiënt klaagt over doof gevoel, tintelingen en prikkeling bij aanraking
o Patiënten hebben neiging lichaamshelft die ze minder of niet voelen, totaal te
negeren
- Bij anesthesie voelt patiënt helemaal niets
Hemihypesthesie = verminderd gevoel aan één zijde van het lichaam
Hemianesthesie = een totaal gevoelloze lichaamshelft

Gezichtsuitval
Een halfzijdige gezichtsvelduitval van beide ogen heet een hemianopsie. Bij schade in de
linkerhersenhelft, ziet de patiënt niet wat rechts van hem/haar is. Bij uitval van de rechterhersenhelft
is dit net andersom. persoon schrikt als iemand van de blinde kant komt, tegen dingen oplopen en
een bord half leegeten.

Afasie
Wanneer het taalcentrum uitvalt, ontstaat een afasie. Het taalcentrum van rechtshandigen ligt in de
linkerhemisfeer. Bij linkshandigen kan dit links of rechts zitten. Men onderscheidt:
- Expressieve afasie (Broca-afasie)
o Het taalbegrip is normaal, maar het uitdrukken (expressie) gaat slecht)
- Receptieve afasie (Wernicke-afasie)
o Patiënt begrijpt de taal niet, de ontvangst (receptie) is gestoord. Het spreken kan
vloeiend gaan, maar is onbegrijpelijk voor de omgeving
- Gemengde afasie (meest voorkomend)
o Zowel expressieve als receptieve afasie. Taalbegrip en taaluitingen zijn verstoord

Overige cerebrale uitvalsverschijnselen
Dysartrie = onvermogen tot correcte uitspraak
- De taal kan juist geformuleerd zijn, maar is slecht gearticuleerd, soms onverstaanbaar
- Komt door stoornis in fijne besturing van de spieren van keel en mond
- Eten en slikken gaat vaak ook slecht
Apraxie = onvermogen doelbewuste handelingen te verrichten
- Onhandig en onpraktisch bij wassen, scheren, eten etc.
- Overzicht ontbreekt (volgorde wordt onlogisch)
Agnosie = onvermogen om dingen te herkennen
- Patiënt weet niet wat een tandenborstel of pen is die je aanbiedt
- Iemand kan proberen een hemd aan te treken als een broek

Bijna alle patiënten met een cerebrale uitval ondervinden duidelijke psychische gevolgen. Dit kan een
direct gevolg zijn van uitval van delen van de hersenen. Opvallen zijn snelle stemmingswisselingen
zonder aanleiding.

10.5 Intracraniële drukverhoging (blz 221)
Een hydrocephalus kan komen door een belemmerende liquorafvoer (hydrocephalus non
communicans) of een verminderde liquorresorptie (hydrocephalus communicans). In beide gevallen
is de productie in zijventrikels en derde ventrikel naar de arachnoïdale ruimte ongestoord. Een
hydrocephalus non communicans komt vaak door een afsluiting van de aqueductus cerebri. Het
geeft verwijding van zijventrikels en derde ventrikel (er stroomt te weinig door naar vierde ventrikel
en arachnoïdale ruimte).


3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller laurienmeijer. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.90  2x  sold
  • (0)
Add to cart
Added