Samenvatting financiering en verslaggeving & investeren Lweo
325 views 3 purchases
Course
Bedrijfseconomie
Level
VWO / Gymnasium
In deze uitgebreide samenvatting worden de lesbrieven financiering en verslaggeving & Investeren behandeld van de methode Lweo van bedrijfsec0nomie. De begrippen en formules worden behandeld met een goede uitleg. Deze samenvatting geeft je een enorm handig overzicht van deze lesbrieven.
Bedrijfseconomie samenvatting Financiering en verslaggeving
Hoofdstuk 1
Belangrijke opdrachten: 1.2, 1.4,
Naamloze vennootschap
- Nv is de rechtspersoon zelf (is aansprakelijk)
- Aandeelhouders zijn beperkt aansprakelijk: hebben stemrecht bij de algemene vergadering,
zijn aansprakelijk tot het bedrag van de aandelen, hebben recht op het aandeel van de winst
Aandelen op naam -> naam vermeld
Aandelen aan toonder -> naam niet vermeld
Obligatie = schuldbewijs van een nv
- Nominale waarde = wat erop staat
- Jaarlijkse rentevergoeding
- Verhandeld op effectenbeurs
- Koers = 100% nominale waarde
Speculeren = het kopen van o. a. effecten in de hoop dat in de toekomst de koers zal stijgen zodat ze
met koerswinst weer verkocht kunnen worden.
Netto contante waarde van een investering = contante waarde toekomstige positieve kasstromen –
investeringsuitgave.
Bullmarkt -> positief sentiment (koers gaat stijgen)
Bearmarkt -> negatief sentiment (koers gaat dalen)
Volatiliteit = mate van bewegelijkheid van een koers
AEX-koersindex -> geeft belangrijke aandelen in Nederland aan
De efficiënte-markttheorie = in de beurskoersen is alle publieke informatie verwerkt. De markt is
onvoorspelbaar: als er nieuwe info is zullen bedrijven hun verwachtingen aanpassen.
Passief beleggen -> lagere transactiekosten
Vermogensmarkt = geheel van vraag en aanbod van vermogen, het is een abstracte markt waarbij
vermogenstitels worden verkocht: aanbieders van vermogen vragen naar vermogenstitel
- Geldmarkt: vermogen uitgeleend < 1 jaar
- Kapitaalmarkt: permanent (bij aandelen) en tijdelijk vermogen wordt aangeboden > 1 jaar
Openbare kapitaalmarkt -> 1 geldnemer, veel geldgevers (met aandelen en obligaties),
iedereen kan deze vermogenstitels kopen
, Onderhandse kapitaalmarkt -> 1 geldnemer, 1 geldgever. Bv bank & bedrijf: zij
onderhandelen nog over omvang, duur, rente etc.
Gezinnen vragers naar vermogen: persoonlijke lening, doorlopend krediet of hypothecaire lening
Ondernemingen vragers naar vermogen: aandelen/obligaties of geld lenen van de bank
Rentevoet = rentepercentage dat iemand ontvangt als hij geld leent-> stijgt als de korte kredieten
hoger zijn dan het aanbod. Door inflatie stijgt het aantal leningen en stijgt dus de rente.
3 toezichthouders:
1. De Nederlandse Bank (DNB) -> houdt zich bezig met het prudentieel toezicht op de markt.
Checken of de financiële verplichtingen worden nagekomen adhv liquiditeit en solvabiliteit.
2. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) -> zorgt voor ordelijke en transparante
marktprocessen, zuivere verhoudingen tussen marktpartijen (eerlijke concurrentie) en
zorgvuldige behandeling met klanten (richt zich dus op gedrag)
3. Autoriteit Consument & Markt (ACM) -> houdt toezicht op concurrentie en het
consumentenrecht. Het draait om gelijk speelveld van de partijen. Fusies en overnames
moeten altijd vermeld worden bij het ACM.
Oprichting van een NV:
Notariële akte van de oprichting vereist, daarna ingeschreven in het handelsregister bij de Kamer van
Koophandel. Hierna kapitaal van 45.000 euro gestort.
Beëindiging van een NV:
Als een bedrijf failliet is verklaard, wordt er een curator ingeschakeld. Probeert eerst bedrijf met
personeel en al te verkopen. Als dit niet lukt probeert hij de winstgevende poten van het bedrijf te
verkopen. Als dat ook niet lukt worden alle activa verkocht. Uit opbrengst worden de schuldeisers
betaald: achterstallig loon voor personeel, belastingdienst, leveranciers en andere verstrekkers van
leningen.
De leiding van de NV:
Het bestuur/directie:
- dagelijkse leiding
- het optreden namens de nv
- het beheren van het vermogen
- het bijeenroepen en leiden van de algemene vergadering van aandeelhouders
- het opstellen va jaarrekening, bestaande uit: de balans , verlies- en winstrekening
- is altijd verantwoording schuldig aan de aandeelhouders
De algemene vergadering (met alle aandeelhouders):
- Vaststelling van de jaarrekening
- Benoemen van een registeraccount die de jaarrekening controleert
- Wijzigen van de statuten
- Ontbinden van de nv
De raad van commissarissen:
- Vaststellen jaarrekening
- Benoemen en ontslaan van de directie
, - Goedkeuren en verwerpen van voorstellen van de directie
De ondernemingsraad heeft vetorecht bij de benoeming van nieuwe commissarissen.
6 factoren belangrijke rol bij de rechtsvorm:
1. Aansprakelijkheid: aandeelhouders beperkt aansprakelijk (alleen het deel waarvoor hij
aandelen bezit), zakelijk vermogen (gescheiden van privé)
2. Leiding: directie hoeft niet per se aandelen te bezitten, moet over goede
ondernemingskwaliteiten beschikken.
3. De financiering: eigen vermogen verschaft door een groot aantal personen. Bij faillissement
flinke buffer: het eigen vermogen. Nv kan ook obligaties uitgeven.
4. Publicatieplicht: nv moet de jaarrekening publiceren (bestaande uit balans, verlies en
winstrekening + toelichting)
5. Continuïteit: er is geen eigenaar, dus overlijden is geen probleem. Nv is zelf de
rechtspersoon, want eigen vermogen speelt geen rol. De nv kan dus eindeloos voort blijven
bestaan.
6. Fiscale aspecten: nettowinst belast met vennootschapsbelasting. Oplopen tot 25%. Als ze de
nettowinst reserveert, geen belasting. Als ze het uitkeert aan aandeelhouders weer 25%
dividend betalen.
Nadeel: bij eenmanszaak of vof over eerste 14% winst geen belasting, nv wel. Dus bij
uitkeren eerder een eenmanszaak of vof, bij reserveren nv. 4
Ook: directeur bij eenmanszaak en vof krijgt alleen geld bij nettowinst, bij nv staat hij op de loonlijst
(niet afhankelijk van de winst). Ook krijgt hij gewoon werknemersverzekeringen, bij eenmanszaak of
vof alleen maar bijstand (heel weinig).
Besloten vennootschap
- Ook aandeelhouders beperkt aansprakelijk
- Verschil: geen aandelen uitgegeven en ook niet vrij overdraagbaar. Niet op de beurs
verkrijgbaar en dus geen koersvorming.
- De groep aandeelhouders is besloten (vaak familie), namen aandeelhouders in register.
- Publicatieplicht hetzelfde
- Directeur ook aandeelhouder. Nadeel continuïteit: overgedragen aan familie, die misschien
niet zo snugger is. Eigen vermogen ook beperkt, dus buffer minder.
Geplaatst aandeelvermogen = nominale bedrag waarvoor maximaal aandelen uitgegeven kunnen
worden
Geplaatst aandeelvermogen = maatschappelijk aandeelvermogen – aandelen in
portefeuille
Maatschappelijk kapitaal -> welk bedrag nv maximaal aandelen kan uitgeven zonder statuten te
veranderen.
In portefeuille nemen van aandelen = creëren van aandelen
Aandeelvermogen en aandelen in portefeuille verandert
Aandelenemissie a pari = aandelen worden tegen een koers geplaatst gelijk aan de nominale waarde
Emitteren = Het plaatsen/uitgeven van aandelen
Plaatsen -> aandelen in portefeuille neemt af, saldo bank neemt toe
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annabusé1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.43. You're not tied to anything after your purchase.