Hoofdstuk 5 Onderzoek naar samenhang sterk opzetten
Relatie = samenhang = correlatie = verband
Statistische samenhang Houdt in dat er tussen de betrokken variabelen een samenhang bestaat op het niveau
van een groep objecten
Samenhang is niet altijd het een veroorzaakt niet altijd het ander als er een samenhang is
causaal verband Meestal mag je bij een verband (correlatie) tussen 2 variabelen niet gelijk causaal
verband trekken
Statistische samenhang getalsmatige samenhang
Daadwerkelijk causaal Toeval Externe verborgen oorzaak (komt van Effect van het onderzoek
verband buiten het onderzoek) zelf
In de richting die je verwacht Confounders (verborgen derde) Contaminatie / artefact
In de omgekeerde richting Geschiedenis en rijping Hawthorne-effect
Test-effect
Volgorde effect
Confounder /verborgen Verborgen variabele die sterk samenhangt met de onderzochte variabelen in het
derde variabele onderzoek
-Confounders kunnen een verband tussen andere variabelen versterken of zelfs
helemaal veroorzaken. schijnverband (er vindt onbewust selectie plaats)
Rijping (intern) bijv. mensen zijn uit zichzelf veranderd
Geschiedenis (extern) bijv. verandering plaatsgevonden in de maatschappij
Contaminatie In onderzoek spreken we van contaminatie als de objectiviteit van een onderzoek wordt
/artefacten aangetast door gevoelens/ideeën van de onderzoeker zelf. Dit kan zowel bewust als
onbewust plaatsvinden. Bewust is het als een onderzoeker heel graag wil dat er
bepaalde resultaten uit zijn onderzoek komen en daardoor bewust zijn onderzoek zo
gaat manipuleren dat dit er ook uitkomt. Onbewust is dat je bijv. mensen die in je
experimentele conditie onbewust toch anders benaderd dan mensen in de controle
conditie.
Als er in onderzoek een artefact optreedt dan is er sprake van een onterechte uitkomst
die onbedoeld is er veroorzaakt in het onderzoek zelf. Bijvoorbeeld doordat er in de
onderzoeksopzet iets verkeerd gegaan. Contaminatie leidt vaak tot een artefact
Bij zowel contaminatie als een artefact worden er dus problemen veroorzaakt vanuit het
onderzoek zelf.
-bewustwording van eigen gedrag (je weet dat je geobserveerd wordt)
-Hawthorne-effect: de samenhang die men vond tussen verlichting en werptempo was niet echt, maar bleek het
gevolg van het onderzoek zelf, mensen voelden zich gewaardeerd (aandacht) en gingen daardoor productiever
werken
Test-effect -herhaling van testen leidt tot verschil
-vergelijkbaarheid --> dus gelijke meetinstrumenten werken (vragenlijsten)
leereffect: je kent de test op een gegeven moment en scoort daarom beter
aandacht richten: vragenlijst over rijgedrag, past zijn rijstijl aan
vermoeidheid: belangstelling verliezen, minder gevoelig worden voor prikkels enz.
Volgorde-effecten Hetgeen wat je als eerste doet/vraagt heeft invloed op volgende wat je doet/vraagt.
(iemand die eerst een citroen eet zal een appel anders beoordelen dan iemand die eerst
peer) Aanbiedingsvolgorde contamineert.
Ceteris paribus conditie =al het overige gelijkzijnde
je zoekt naar gevallen die in alles overeenkomen, behalve wat het gevolg en de
mogelijke oorzaak die je wilt checken
Probleem Oplossing
, Confounder Experiment
Artefact Single / double blind & placebo
Volgorde effecten Tegengewicht geven
Experiment Toekenning op de onafhankelijke variabelen moet door de onderzoeker plaatsvinden -->
experimentele en controle groep --> randomtoewijzing aan groepen // eerst matching,
daarna toeval (bijv. zorgen dat er even veel jongens als meisjes in beide condities zitten)
-confounders krijgen door de gelijke of gerandomiseerde groepssamenstelling nauwelijks kans, je krijgt vat op
mogelijke geschiedenis-, rijpings-, of testeffecten. De controlegroep staat immers bloot aan dezelfde invloeden.
Voor – en nameting
Placebo Bied oplossing voor het feit het resultaat door de invloed van X of door de andere
factoren komt. Placebo-effect (aangeschoten van alcoholvrijbier)
Naïeve proefpersonen Als objecten niets of weinig van het onderzoek weten
Single-blind Deelnemer weet niet in welke groep hij/zij zit, onderzoeker weet dit wel
Double-blind Deelnemer en onderzoeker weten niet in welke groep hij/zij zit
Tegenwicht Het compenseren van een gewicht met een gelijk gewicht aan de andere kant v/d schaal
-Counterbalancing--> de volgorde waarin je stimuli presenteert varieert zodanig van
persoon tot persoon dat volgorde-effecten elkaar kunnen opheffen
-Compleet tegenwicht: alle mogelijke volgordes
-Incompleet tegenwicht: stimuli komen even vaak op elke plaats te staan
-Gerandomiseerd tegenwicht: de presentatie van stimuli van persoon tot persoon laat je
variëren door volledige willekeur
Achteraf-onderzoek Als een onderzoeker onafhankelijke variabele niet in de hand heeft en echt experiment
niet mogelijk is.
(gezondheid van rokers met niet-rokers, inkomens van mannen en vrouwen)
-Nadeel: je kunt niet randomiseren of matchen en daardoor heb je geen zicht op
confounders
-Echt experiment: onderzoeker heeft controle over de indeling van de groepen
-Quasi-experiment: achteraf-onderzoek dat toch sterk is opgezet door enkele
maatregelen op te stellen
Kijk wat de onafhankelijke variabele is. Bij welk van de samenhangen zou je als
onderzoeker de objecten zelf kunnen indelen in de groepen behorende bij de
onafhankelijke variabele? (je kunt mensen niet dwingen te roken of niet roken, maar je
kunt wel voor onderzoek een groep rokers en een groep niet-rokers zodanig
samenstellen dat ze op variabelen als geslacht, leeftijd en werk zoveel mogelijk
gelijkenis vertonen) prestratificatie: je stratificeert vooraf, direct bij het trekken van
de steekproeven
-Poststratificatie: achteraf stratificeren, door sommige respondenten buiten
beschouwing te laten, en groepen creëren (correctie voor confounders)
Achterafonderzoek heb je geen invloed bij experiment wel (dus bijv. een filmpje laten zien)
Multivariate analyse Wanneer een onderzoeker mogelijke verborgen derden vooraf onderkent en die
variabelen ook meet
-invloeden van meerdere variabelen kunnen tegelijk worden nagegaan, terwijl ook hun
onderlinge interacties worden meegenomen --> afhankelijke variabelen verklaren of
voorspellen uit een aantal onafhankelijke variabelen tegelijk
--> uitkomsten kunnen worden gecorrigeerd voor de invloed van andere variabelen,
zodat storende derden onder controle worden gebracht
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller andreakrist. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.27. You're not tied to anything after your purchase.