100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Histologie samenvatting $11.75
Add to cart

Summary

Histologie samenvatting

 79 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Behaald resultaat met deze samenvatting: 18/20 Deze samenvatting omvat alle delen van het boek en de lessen! als je dit leert ben je er zeker door en heb je een hele brede kennis voor histologie van het jaar daarop. Bovendien raad ik sterk aan om het document van open vragen (op ditzelfde account) ...

[Show more]

Preview 4 out of 82  pages

  • Yes
  • March 3, 2021
  • 82
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Histologie
Hoofdstuk 1: Waarnemingsmethoden
Onderdelen van de microscoop
Optisch deel

- Oculair: lens waardoor men kijkt
- Objectieflens: boven preparaat
- Condensorlens: zorgt dat het licht op het preparaat valt
- Lichtbron
- Velddiafragma: lichtsterkte regelen
- Condensordiafragma: lichtstromingen uitsluiten
- Voorzetlens

Mechanisch deel:

- Statief
- Tubus
- Voorwerptafel
- Co-axiale hoogteregeling
- Revolver
- Netschakelaar
- Potentiometer

Grootte van cellen en celorganellen
Gemiddelde grootte van een cel

- Rode bloedcel: 7µm !!!!!!!!!
- Eicel: 200 µm = 0.2 mm
- Zenuwcel: tot 10-tallen cm lang door uitlopers
- Spiercel: kunnen een hele spier overbruggen, gaan van pees tot pees, meerkernig
- Gemiddelde cel: 10-20 µm

Gemiddelde grootte van celorganellen

- Mitochondriën: 1 µm
- Ribosomen: partikel in een cel, geen celmembraan, 20 nm
- Kern: dubbel membraan, 5 µm
- Eiwit: 5-6 nm




1

,Oplossend vermogen van een microscoop
Kleinste afstand tussen 2 punten die men nog kan zien als 2 punten

- Kwaliteit objectieflens  bepalend voor het oplossend vermogen
o Kwaliteit bepaald door de numerieke apertuur
- Kortere golflengte bij EM  kleinere dingen zien  hogere resolutie
- Resolutie: (K x λ)/NA
o Voor een LM: 0.2 µm  λ = 550 nm
o Voor een EM: 0.2 nm  λ = 0.005 nm
- Coupe: men kan geen kruimels in een boterham zien als de kruimel kleiner is dan 1/10 van
de boterham = praktische resolutie
o Resolutie van het oog: 0.2 mm
o Coupes zijn gekleurd bij LM
o EM: stoffen moeten elektronen kunnen tegen houden  contrast brengen in het
beeld  zware metalen




Weefselvoorbereiding
Fixeren

- Weefsel in een chemicaliën oplossing dat desintegratie van weefsels (eiwitten) tegengaat 
stopt het metabolisme van weefsels
- Kan ook door bevriezing, best op zeer vers weefsel
- EM: vaak dubbele fixatie  na glutaaraldehyde osmiumtetroxide
- LM: Bouin  formaldehyde en picrinezuur
- Immersie: weefsel wordt ondergedompeld in het fixatief
- Perfusie: door de bloedvaten van het orgaan  beste manier

Inbedding

- parafine (LM) of epoxyharsen (EM)  verdraagt geen water  dehydratatie voor fixatie
- na afkoeling: snijden van het parafineblokje (stalen mes voor LM en glas- of diamantmes
voor EM) en opgevangen op een dekglaasje
- na snijding van coupes: gedeparaffineerd en kleuring
- Op een hars  weefsel blijft stabiel en gaat niet ontbinden

Kleuring

- Haematoxyline of methyleenblauw  basische kleurstof  reageert met zuren  kleurt
DNA en RNA donkerblauw
- Eosine  zure kleurstof  kleurt eiwitten roze  acidofiele eiwitten
- Uranylacetaat en loodnitraat voor kleuring bij EM preparaten




2

,Helderveld lichtmicroscoop VS transmissie elektronenmicroscoop
- Lichtmicroscoop: lamp  we zien kleur
- EM: draad waar elektronen doorlopen  loopt spits uit  elektronenwolkje  aantrekking
van elektronen van kathode naar anode door spanningsverschil
- Elektronen vallen op een fluorescerend scherm , geen oculair
- Bij EM: enkel zicht in de mazen van het grid  zwarte lijnen
- EM: kolom wordt vacuüm gezogen  elektronen kunnen niet afbuigen, elektronen gaan
door het preparaat

Scanning elektronenmicroscoop
- Gevriesdroogd preparaat en nog eens gekliefd
- Preparaat wordt punt voor punt gescand
- Vooral voor oppervlaktestructuren
- Breukvlak preparaat wordt bedekt door een goudlaagje  elektronen vallen hier op 
maken secundaire elektronen los  worden opgevangen door de detector  vormen een
beeld

Fluorescentiemicroscoop
- Inbrengen van fluoriscerende stoffen  zeer gericht inbrengen
o Wanneer de stof licht ontvangt zendt deze terug licht uit met een hogere golflengte
- Blauw licht valt op weefsel  exciteren van het fluorochon  zend emissielicht uit 
hogere energie  gaat door een half doorlaatbare spiegel
- Problemen bij dikke coupes
- Kan ook natuurlijk voorkomen bv door vitamine A

Confocale laser-scanning miscroscoop
- Resolutie in de dikte van de coupe
- Lichtbron = laser, zendt blauw licht naar het specimen en gaat ook scannen
- Spiegel is half doorlaatbaar en weerkaatst emissielicht  komt op spiegel  spiegel gaat
scannen en gaat punt voor punt op het specimen vallen
- Systeem van gaatjes  enkel licht uit een bepaald vocaal vlak wordt doorgelaten  rest
wordt weg gefilterd door het roostertje




Kleuringstechnieken
- Eiwitten: buiten de kern en in mitochondriën
- Polysachariden
o Verschillende soorten verschillen kennen
o Kunnen bijzonder gekleurd worden
- Lipiden: vetcellen en lever
- Kleurstoffen gebruiken voor alle bovenstaande
o Fluorochromen


3

, HE kleuring
- Ringstructuren met dubbele bindingen veroorzaken de kleurstof en veranderen deze ook
o Dubele bindingen wisselen van plaats  lichtabsorptie verandert  andere kleur te
zien
o Azoverbinding op zich is ook een oorzaak van een kleur

Azan kleuring


Orceïne kleuring
- Kleurt enkel elastine vezels



PAS-kleuring
Wordt op verschillende manieren gebruikt

- Zichtbaar maken van koolhydraatketens (gevormd door polysacharidenketens)
- Kleuring gaat enkel aangrijpen met een dialdehyde structuur  verkregen om het weefsel te
behandelen met periootzuur
- Schiff’s reagens zorgt voor een dieprode kleur


Oil red O vetkleuring
Fysische kleuringsmethode  lost beter op in vet dan in het aangeboden solvent

- Niet oplosbaar in water
- Intens rood gekleurd
- Oil red O gaat uit het solvent en vestigt zich in neutrale vetten  vetten zichtbaar als
dieprode bollen
- Dehydratatie in alcoholen  vet lost op (bij klassieke coupe)
o Coupes maken zonder te dehydrateren in alcoholen  bevriezen  vriescoupes
 Water kristalliseert  kan weefsel kapotmaken door scherpe randen van de
kristallen
 Heel snel invriezen in stikstof  zeer kleine kristallen
 Antivriesmiddel bij de eerste fixatie  voorkomen van grote kristallen
o Microtoom in een ijskast  vriesmicrotoom




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lemmeslodders. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.75. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

55628 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.75  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added