100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting VWO Feniks Historische context 4: Verlichtingsideeën en de democratische revoluties $3.80   Add to cart

Summary

Samenvatting VWO Feniks Historische context 4: Verlichtingsideeën en de democratische revoluties

 21 views  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

Een samenvatting van de vierde historische context voor VWO (kan ook voor HAVO) over Verlichtingsideeën en de democratische revoluties. Inclusief een overzicht van de belangrijkste verlichtingsfilosofen met de belangrijkste punten genoteerd per filosoof. Verder bevat de samenvatting de belangrijks...

[Show more]

Preview 2 out of 5  pages

  • No
  • Historische context 4: verlichtingsideeën en de democratische revolutie
  • March 4, 2021
  • 5
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • 6
avatar-seller
HISTORISCHE CONTEXT 4
Verlichtingsideeën en de democratische revoluties

Welke ideeën ontstonden tijdens de Verlichting over de ideale samenleving?

Inleiding:
 In 17e eeuw benaderden wetenschappers de natuurfenomenen verstandelijk.
 Er ontstonden twee stromingen:
1. Empiristen: kennis en wetenschap wordt vooral verkregen door ervaringen,
precieze waarnemingen en natuurkundige proeven.
2. Rationalisten: leggen nadruk op het verstand, de rede.
 Deze twee stromingen  wetenschappelijke revolutie.
 De ideeën van de filosofen uit de Verlichting zijn geworteld in die van de
humanisten.
 De vorsten van deze tijden waren niet gediend van de kritiek op hun
absolutisme en verboden het drukken en verspreiden van boeken die hun
macht aantasten.

De Republiek:
 De nieuwe denkbeelden en opvattingen leidden in de Republiek tot veel
meningsverschillen.
 Humanist Coornhert vond dat moraal en ethiek niet meer op religie gebaseerd
moest zijn.
 Natuurwetenschapper Simon Stevin vond dit echter te ver gaan: de
maatschappij had juist een sterk geloof nodig.

René Descartes (1596-1650):
 Vestigde zich in 1628 in de Republiek
 Descartes wilde antwoorden die niet aan twijfel overhevig zijn. Hierbij
betwijfelde hij of de mens bij de waarnemingen niet bedrogen wordt.
 Het enige waarvan hij zeker was, was zijn denken  cogito ergo sum (ik denk,
dus ik ben)
 God bestond volgens hem wel, God plaatste lichaam en ziel bij elkaar.
 In zijn boek probeerde hij het gehele universum wiskundig-mechanisch te
beschrijven, gelovigen vonden dit onaanvaardbaar  zijn theorieën waren
gevaarlijk.
 Hij schreef ook in het Frans, in plaats van het gebruikelijke Latijn. 
denkbeelden sneller verspreid  maatschappelijke orde in gevaar.

Baruch de Spinoza (1632-1677):
 Staat bekend als diepzinnig denker over geloof en maatschappij.
 Hij wenste de totale vrijheid van het denken en spreken.
 Hij was kritisch over de Bijbel; hij wilde een vrije staat en de Bijbel beperkt het
vrije denken.
 De staat moest geheel in dienst staan van het welzijn van de bevolking, hij
zag democratie hierbij als voorwaarde.
 Alleen in een democratie zouden bestuurders echt voor de arme mensen
zorgen.
 Het beeld van God als persoon is onjuist  ‘De hele werkelijkheid is God’.
John Locke (1632-1704):

,  Empirisch filosoof: hij stelde dat de menselijke geest geen aangeboren ideeën
bezit.
 Bij geboorte is de mens een onbeschreven blad, waarop kennis wordt
geschreven door het opdoen van ervaringen.
 In Engeland heerste in Lockes tijd de rooms-katholieke koning Jacobus II.
Tegen de protestanten in trachtte hij de positie van de katholieken in ere te
herstellen.
 Jacobus streefden naar absolute macht, maar dit ging voor zelfs sommige van
zijn politieke medestanders te ver  Mary en William kwamen op de troon,
sindsdien was Engeland een parlementaire democratie.
 Locke was naar de Republiek gevlucht maar kwam door William III terug.
 Locke vond dat mensen een sociaal contract hadden gesloten als gelijken en
behielden daarbij hun vrijheid. Het volk was soeverein.
 Ook vond hij dat de rol van de kerk geminimaliseerd moest worden.

Voltaire (1694-1778):
 Hij was een deïst: hij geloofde in God als schepper, maar na de schepping
grijpt God niet meer in.
 Hij keurde elke geloofs- en kerkorganisatie af, omdat ze tegen vrijheid
ingingen.
 Hij vond dat de staat misbruik maakten van de kerk om de macht van de
koning te legitimeren, om volk dom en volgzaam te houden.

Montesquieu (1689-1755):
 Groot tegenstander alleenheerschappij.
 Trias politica: de uitvoerende, wetgevende en rechterlijke macht waren
gescheiden en hielden elkaar in evenwicht.
 In zijn ogen was hiervoor wel een sterke bovenlaag voor nodig, bestaande uit
adel en rijke stedelingen.

Jean-Jacques Rousseau (1712-1778):
 Dacht bij het begrip ‘volk’ aan het gehele volk  in Contrat Social legt hij uit
hoe een staat ontstaat doordat het volk een regering aanstelt.
 Koning heeft macht om te regeren gekregen van het volk.
 Soevereine macht behoort echter tot het volk, een koning moet in het welzijn
van het volk handelen.

Immanuel Kant:
 Rationalist en deïst.
 Hij bracht empirisme en rationalisme samen.
 Volgens hem komt kennis tot stand door zowel ervaring als rede. Deze twee
kunnen niet zonder elkaar.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evagaal. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.80
  • (0)
  Add to cart