100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting H3: Tijd van de monniken en ridders (Feniks, VWO) $4.67   Add to cart

Summary

Samenvatting H3: Tijd van de monniken en ridders (Feniks, VWO)

 47 views  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

Een samenvatting van het derde tijdvak over de monniken en ridders, inclusief kenmerkende aspecten per paragraaf genoteerd. De paragraven worden overzichtelijk per kopje uitgelegd, aan de hand van de belangrijkste punten en begrippen. Gemaakt voor VWO, maar ook HAVO kan er gebruik van maken.

Preview 2 out of 8  pages

  • No
  • Hoofdstuk 3
  • March 4, 2021
  • 8
  • 2018/2019
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
§3.1 Leenheren en leenmannen

Kenmerkend aspect: Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur.

Gallo-Romeinen en Franken:
 Een deel van de verschillende Keltische en Germaanse stammen was vrijwillig
in het Romeinse Rijk gaan wonen  verdedigden de grens, betaalden
belasting en leverden soldaten in ruil voor bescherming.
 Gallo-Romeinen: in Gallië was het christendom de staatsgodsdienst; cultuur,
bestuur, economie waren Romeins.
 Volksverhuizingen: noordelijke grenzen v/h Romeinse Rijk vielen weg  niet-
geromaniseerde Germaanse stammen trokken in grote aantallen de
provincies binnen
 Er was geen leger meer  mensen vluchtte en lieten alles onbeheerd achter
 voedselvoorziening en handel stortten in, hongersnoden ontstonden en
overal werd geplunderd en gevochten.
 Germanen namen veel van de Romeinse bestuursorganisatie en leefwijze
over: wel vormden ze een nieuwe elite.
 Oude Romeinse adel paste zich aan door bijv. te trouwen met leden van
Frankische families  nieuwe Frankische adel.

Het feodalisme ontstaat:
 Clovis werd met geweld en sluwe politiek na 20 jaar koning der Franken.
 Om een groot gebied te veroveren én te behouden, had Clovis steun van zijn
krijgslieden nodig = vazallen, deze waren door een eed van trouw aan hem
gebonden.
 Vazallen die voor hem hadden gevochten beloonde hij meestal met de buit
van hun overwinning.
 Mensen die administratieve en juridische taken voor Clovis uitvoerden,
werden ook vazallen genoemd en legde ook de eed van trouw af.
 Clovis’ rijk werd verdeeld over zijn zonen  die hadden moeite  macht in
handen van Karel Martel.
 Karel moest vaak veldslagen leveren, daarvoor had hij ruiters nodig.
 Ridders waren anders door hun bezit van paard en wapenrusting, waarvan de
aanschaffing zeer kostbaar was  wanneer de koning deze mannen aan zich
wilde binden, moest hij hen belonen met land = leen
 hieruit ontstond het feodalisme.

Karel de Grote:
 Karel verdeelde zijn rijk in graafschappen: deze graven waren
verantwoordelijk voor het koninklijk gezag in hun gebied.
 Zendgraven: deze reisden door het koninkrijk om de leenmannen te
controleren, de wetten bekend te maken en de naleving ervan te checken.
 Markgraven: kregen land in leen aan de grenzen v/h rijk  belangrijkste taak:
verdedigen v.h. gebied tegen invallen.
 Karel reisde ook rond in zijn rijk: daarom liet hij paltsen (burchten) bouwen
 Door gebiedsuitbreidingen en goed georganiseerd bestuur had Karel veel
aanzien  paus riep hem in 773 te hulp en na de 2e keer werd Karel in 800 tot
keizer gekroond.
Het Byzantijnse Rijk:

,  Oorspronkelijk oostelijke helft v/h Romeinse Rijk met als hoofdstad
Constantinopel.
 Keizer Justinianus (482-565) wilde ook West-Romeinse gebieden veroveren:
om dit te financieren, putte hij het echter zodanig uit, dat het niet lang
standhield.
 Constantinopel kwam tot grote culturele en economische bloei: het lag gunstig
aan de doorgang tussen de Middellandse en de Zwarte Zee; een grote
handelsplek.
 De Byzantijnse kerk week na verloop van tijd bijv. op veel punten af van de
christelijke. Omdat zijn rijk verzwakt was, moest de Byzantijnse keizer in 800
accepteren dat Karel de Grote ook keizer was.

De zwakte van het leenstelsel:
 Een leenman ontwikkelde zich vaak tot een machtige lokale heer, bij zijn dood
wilde hij zijn gebied nalaten aan zijn zoon  probleem voor de koning,
namelijk wanneer hij de leenman toestond om het na te laten aan zijn zoon,
verloor de koning controle. Stond hij het niet toe, kon hij in conflict komen met
de leenman en dat kon hij zich niet veroorloven.
 Sterke koningen, zoals Karel de Grote, slaagden er goed in controle te
houden over de leenmannen.
 Onder zwakke koningen werden leenmannen almaar machtiger en verloor de
koning meer controle.
 Verhouding leenheer en leenman werd minder persoonlijk: voor de leenman
ging het vooral om het verkrijgen en behouden van grondgebied.
 Leenmannen gingen zelf ook leenmannen benoemen = achterleenmannen.
Deze zwoeren trouw aan hun heer en niet de koning.

De Noormannen:
 Vanaf 8e eeuw: vanaf zee meer invallen gedaan door Noormannen.
 Scandinavische thuislanden boden weinig voedsel  Noormannen werden
aangetrokken door rijke steden en kloosters.
 Dorestad aan de Rijn werd verschillende keren geplunderd: Karel de Grote
had een enigszins kustverdediging met forten opgezet.
 Lodewijk de Vrome gaf Noormannen gebieden in leen, op voorwaarde dat zij
deze zouden beschermen tegen aanvallen van hun landgenoten.  Zo
slaagde Noorman Rollo er in 911 in Normandië in leen te krijgen van keizer
Karel de Eenvoudige.
 1066: einde van de Vikingtijd, Noorse koning had geprobeerd Engeland te
veroveren maar sneuvelde.




§3.2 Hofstelsel en horigen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evagaal. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.67. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.67
  • (0)
  Add to cart