Samenvatting Pesten op school - Achtergronden en interventies, inclusief Quizlet-oefenkaarten!
40 views 9 purchases
Course
Onderwijskunde
Institution
LOI - Leidse Onderwijsinstellingen
Book
Pesten op school
Fijne duidelijke samenvatting van het hele boek (2e druk), inclusief link + wachtwoord voor Quizlet-oefenkaarten (laatste pagina). De samenvatting geeft je alles wat je moet weten en met de kaarten kun je dit goed oefenen! Echt een aanrader!
Samenvatting Pesten op school
Achtergronden en interventies
Hoofdstuk 1 - Pesten: definitie, prevalentie, verloop en problematiek
1.1 - Inleiding
Deelvraag hoofdstuk: Wat is pesten en waarom is aandacht voor pesten belangrijk?
1.2 - Wat is pesten?
‘Een leerling wordt gepest of tot slachtoffer gemaakt, wanneer hij of zij bij herhaling wordt
onderworden aan de negatieve handelingen van één of meer medeleerlingen.’ Maar ook: ‘Pesten is een
subtype van agressief gedrag, waarbij één of meerdere individuen bij herhaling een betrekkelijk
machtloze ander aanvallen, vernederen en/of buitensluiten.’ Drie cruciale kenmerken van pesten:
Intentie: de dader heeft de bedoeling iemand kwaad te doen.
Herhaling over tijd: het pesten vindt herhaaldelijk en over een langere periode plaats.
Machtsverschil: er is een verschil in macht tussen de dader en het slachtoffer.
Pesten is dus een vorm van agressief gedrag, maar niet alle agressie tussen leerlingen kan als pesten
worden beschouwd. Pesten is weloverwogen en proactief, zonder sprake van uitlokking. Het gebeurt
vaak op de momenten dat er weinig of geen volwassenen in de buurt zijn.
1.3 - Vormen van pesten
Net als agressie kan pesten vele gezichten hebben:
Fysiek: slaan, schoppen, duwen, knijpen.
Verbaal: schelden, beledigen, belachelijk maken, dreigen.
Materieel: spullen opeisen, afpakken of kapot maken.
Indirect, relationeel, sociaal: aantasten sociale relaties en reputatie (roddelen, buiten sluiten).
Cyberpesten: pesten via elektronische middelen, zoals email, mobieltjes en internet.
Racistisch: schelden of opmerkingen maken over ras of huidskleur.
Seksueel: schelden of seksueel getinte opmerkingen of gebaren maken.
1.4 - Prevalentie
Prevalentie: het percentage kinderen dat pest en wordt gepest.
Cijfers over de prevalentie kunnen sterk uiteenlopen. Dit heeft verschillende oorzaken, waaronder de
manier waarop pesten is gemeten. De meest voorkomende meetwijzen zijn:
Zelfrapportage: door kinderen over zichzelf.
Peer rapportage: door kinderen over andere kinderen.
Rapportage door leerkrachten en ouders.
Systematische observaties: meest objectieve methode.
Met de vraag: Wie pest wie?: pesten komt ook vaak voor in verschillende tweetallen (dyades).
Onderzoeken wijzen uit dat 25-30% van de kinderen als dader en/of slachtoffer bij pesten is
betrokken. 70-80% van de kinderen heeft wel eens met pesten te maken gehad. Toch zijn deze
percentages lastig vast te stellen. Zelfs bij gebruik van dezelfde methodes kunnen percentages
verschillen, doordat onderzoekers andere criteria gebruiken om pestrollen te bepalen.
1
,1.5 - Sekseverschillen
Verschillende internationale onderzoeken hebben onder andere de volgende dingen bewezen:
Jongens zijn over het algemeen meer betrokken bij pesten dan meisjes, vooral als dader.
Jongens en meisjes worden ongeveer even vaak gepest.
Pesten van de andere sekse komt minder vaak voor dan pesten van dezelfde sekse.
Jongens tonen vaker directe agressie dan meisjes.
Jongens pesten (en worden dus gepest) vooral met fysieke en direct verbale vormen.
Meisjes pesten (en worden dus gepest) vaker op een relationele manier en met indirecte agressie.
1.6 - Leeftijds- en cohortverschillen
De prevalentie is niet op alle leeftijden gelijk. Pesten lijkt toe te nemen gedurende de basisschool, met
een piek in de hoogste groepen (8 tot 11 jaar). Daarna neemt de prevalentie weer wat af. De vorm van
pesten verandert wel als de kinderen ouder worden. Op de basisschool komen directe vormen van
pesten het meest voor. Op de middelbare school nemen de directe vormen af en nemen relationele
vormen toe, net als seksueel pesten en digitaal pesten.
Kinderen van nu zijn van een ander cohort: ze leven in een andere wereld dan de kinderen van tien
jaar geleden. Onderzoek wijst uit dat pestgedrag bij kinderen geleidelijk is afgenomen, misschien wel
door de toegenomen aandacht voor (het terugdringen van) pesten op scholen.
1.7 - Consistentie van pestrollen in verschillende settings
Er bestaat een sterke mate van overeenstemming tussen pesten en gepest worden op school en thuis
en op school en dagverblijf. Anders bleek het voor zomerkampen: daderschap bleek zowel op school
als op het zomerkamp hoog, maar voor victimisatie (gepest worden) bleek het minder consistent.
Gepest worden op school betekent dus niet gelijk dat je ook gepest wordt op zomerkamp.
1.8 - Longitudinale studies: stabiliteit van pestrollen en ontwikkelingstrajecten
Bij longitudinaal onderzoek worden dezelfde proefpersonen voor een langere tijd gevolgd. Het kan ons
iets vertellen over het verloop van betrokkenheid bij pesten. Uit onderzoek blijkt dat zowel pesten als
gepest worden voor het basis- en voortgezet onderwijs over langere periode stabiel kunnen zijn, maar
er zijn ook uitzonderingen. Bij de overgang naar het voortgezet onderwijs is er vaak een korte toename
van pesten, mogelijk veroorzaakt door de strijd om een hoge positie in de (nieuwe) sociale hiërarchie.
Zodra die hiërarchie gevormd is, neemt het pesten weer af, waarschijnlijk omdat de nieuwe positie
wordt geaccepteerd. Een kleine groep blijft pesten/gepest worden. Met name deze kinderen kunnen
veel problemen ervaren.
1.9 - Problemen: antecedenten en consequenties van pesten
De meeste studies zijn correlationeel van aard: het gaat meer om het gelijktijdig samenhangen, dan
om gevolgen of consequenties. Het kan ook om antecedenten gaan: ‘dat wat voorafgaat aan het
pesten’ (dus de aanleiding). Emotionele problemen, zoals angst en depressie, kunnen zowel een
antecedent als een consequentie zijn. Betrokkenheid bij pesten geeft erg veel problemen:
Slachtoffers: vooral internaliserende, maar ook externaliserende problemen.
Omstanders: voelen zich angstig en onprettig.
Daders: problemen in sociale relaties met leeftijdgenoten en (externaliserende) gedragsproblemen.
Dader-slachtoffers: zowel problemen van slachtoffers als van daders.
2
, Internaliserende problemen: emotionele problemen (naar binnen gericht), zoals depressie.
Externaliserende problemen: gedragsproblemen (naar anderen toe), zoals agressie.
Zowel internaliserende als externaliserende problemen zijn antecedenten én consequenties van
victimisatie (bij slachtoffers). Deze wederzijdse invloeden suggereren een vicieuze cirkel die het in
stand houdt. Voor zowel daders als slachtoffers lijkt de stop-hypothese van toepassing: als slachtoffers
niet meer gepest worden en daders stoppen, dan doen de problemen zich vaak niet meer voor. Daders
die in de late adolescentie nog pesten, lopen een verhoogt risico delinquent gedrag te gaan vertonen.
1.10 - Cyberpesten
Cyberpesten verschilt van pesten, omdat het 24 uur per dag kan plaatsvinden. Het is meestal anoniem
en er is sprake van een wereldwijd publiek. Het valt dan ook vaak buiten de radar van docenten. Net
als traditioneel pesten komt het vaak voor en gaat het gepaard met vergelijkbare problemen voor
slachtoffers en daders, al blijkt de gemiddelde impact van cyberpesten wel groter te zijn.
Hoofdstuk 2 - Meten van gedrag in pestsituaties
2.1 - Inleiding
Deelvraag hoofdstuk: Hoe kun je het theoretische begrip pesten vertalen naar meetbare variabelen?
2.2 - Observaties
Om te weten wat er echt gebeurt wanneer er gepest wordt op school, is observatie de aangewezen
methode. Directe observatie kan het verloop van de interactie goed vastleggen. Er zijn twee manieren:
Onsystematische, ongestructureerde observatie: wordt uitgevoerd vóór systematische
observatie. Is bedoeld om bepaalde gedragspatronen te ontdekken.
Systematische, gestructureerde observatie: gedragingen die worden geobserveerd zijn van te
voren vastgesteld en omschreven. Het is duidelijk hoe gedrag wordt geregistreerd.
Voordelen observatie Nadelen observatie
Aanwezigheid observator kan gedrag beïnvloeden.
Oplossing: gebruik van video-opnames.
Kan relevante en objectieve informatie opleveren.
Niet al het pestgedrag is goed vast te leggen.
Oplossing: gebruik van video-opnames en microfoons.
Je moet wachten tot het zich voordoet en het dan
Kan laten zien wat er écht plaatsvindt. registreren (event-sampeling).
Kost veel geld en tijd.
2.3 - Zelfrapportage (self-report)
Zelfrapportage is in onderzoek naar pesten de meest gebruikte onderzoeksmethode. Hierbij wordt aan
de kinderen zelf gevraagd of ze pesten of gepest worden. De bekendste, meest gebruikte
zelfrapportagevragenlijst is de Olweus Bullying Questionnaire, met vragen over verschillende vormen
van pesten en slachtofferschap. Belangrijk is wel dat de kinderen de vragen goed begrijpen. Een
Nederlandse variant, gebaseerd op de Olweus Bullying Questionnaire, is de Prima-pestmeter.
Pesten is een complex fenomeen. Onderzoekers en jongeren hebben vaak verschillende opvattingen
over wat pesten inhoudt. Als bij onderzoek niet duidelijk wordt gemaakt om welk gedrag het gaat,
levert dat volgens bepaalde onderzoekers geen betrouwbare metingen op.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Miepz. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.26. You're not tied to anything after your purchase.