100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Hoorcolleges Revoluties, staatsgrepen, regimechange $3.85   Add to cart

Class notes

Hoorcolleges Revoluties, staatsgrepen, regimechange

 32 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Aantekeningen van hoorcolleges (week 1 t/m 4).

Preview 2 out of 14  pages

  • March 4, 2021
  • 14
  • 2020/2021
  • Class notes
  • Lars behrisch
  • All classes
avatar-seller
Revoluties Hoorcolleges

Week 1 Arabische Lente
Zijn revoluties democratische transities?
Nacht van 9 op 10 november 1989  Berlijnse muur valt. Val van muur gaf veel hoop op
ontwikkeling van democratische regeringen in delen van Europa.
Jaren 90: geschiedenis was aan het ontwikkelen naar een democratie (End of History –
Fukuyama). Er zijn mensen die dit nog steeds geloven. Dus dat democratie het hoogste is
wat bereikt wordt en het ideal model.

Gaan revoluties altijd om democratie? Of was dit alleen in de jaren 90?
Nieuwe golf van revoluties: 2011  Arab revolutions – Arabische Lente: grote delen van de
bevolking gingen de straat op  leek erop dat massabeweging er in gingen slagen om
democratie te introduceren. Veel deelnemers wilden echter helemaal geen democratie, ze
wilden alleen allemaal tegen de regering ingaan en deze omver werpen (Mubarak en Benali
werden omvergeworpen, daarna Gadaffi).

Maar de liberals kregen niet de meeste votes bij verkiezingen: dus wilde men niet een
democratisch regime vestigen. Ondemocratische en Islamitische partijen kregen meeste
stemmen.

In Libië is een burgeroorlog aan de gang (Anarachie) en in Tunesië is de democratie zeer
zwak.

Oorzaken Arabische Lente
In 2008 was in Mahalla al een massale demonstratie (3 jaar voor Arabische revolutie). Grote
groepen demonstreerden tegen het regime en werkloosheid etc. Regime was erg autoritair
 het was erg duidelijk waar demonstranten tegen waren, waar ze voor waren was
onduidelijk. Maar wat waren de oorzaken van deze protesten? 
- De regimes waren ‘democratisch’ verkozen, maar de verkiezingen waren vaak
corrupt (net als in Rusland nu). Goldstone: Long-standing dictatorships become
‘corrupt personalist regimes’.
- Grote bevolkingsgroei, maar kleine economische groei  gebrek aan ecologische
bronnen (water etc.)  Stijging van de prijzen (net als bij Franse revolutie),
werkloosheid en frustratie onder verschillende klassen (ook de elite  net als bij FR
leidt dit tot opstand).
- Amerikaanse inval in Irak en de afzetting van Saddam Hussein leidde tot hoop bij veel
mensen, hoop op verandering (triggered hopes of change in country’s of the Middel
East). Westen steunde deze gevoelens.
- Ideologische factoren – democratie en islamisme – waren minder belangrijk, maar
Islamisme leidde later tot radicalisering en speelde belangrijke rol.
- Interventions: Westen supports democratic rebels. Rusland steunde regimes (was
tegen invloed van Westen  kwam te laat in Tunesië en Egypte, maar kwam op tijd
in Syrië en steunde Assad en hielp hem de macht te behouden.

, Tunesië 15 januari 2011: hier begon het allemaal (begon al wat eerder toen demonstrant
zichzelf in brand stak)  veel mensen de straat op tegen politiegeweld. Op sociale media
ging deze foto rond en kwamen grote protesten. Benali nam ontslag.

Twee weken later op 29 januari 2011 sloeg de vonk over op Egypte (Caïro). Tunesië was
trigger voor revoluties in buurlanden. Mensen riskeerden hun leven voor de protesten.
Protesten waren succesvol  Mubarak trad af. Op Tahrirplein verbleven mensen voor
weken en bleven er ook slapen etc. Zorgde voor grote verbondenheid, echter onduidelijk
hoe men nu verder moest.

Developments Arab Spring
- Tunesië en Egypte: weinig geweld tegen protesteerders, dictator nam ontslag,
constitutioneel proces gestart  proces om grondwet te maken (political framework
– basiswetten). Dit proces volgt vaak na revolutie (Amerika, Frankrijk etc.)
- Tunesië was constitutioneel proces succesvol, nieuwe regering gekozen.
Economische problemen en religieus radicalisme bleven echter grote obstakels.
- Egypte: Morsi (Moslimbroederschap) werd gekozen (politiek-islamitisch radicale
partij), constitutie ratified by referendum, er kwam echter bloedige militaire coup (Al
Sisi) in juli 2013 (einde van constitutie)
- Marokko en Jordanië: Koningen ondernemen kleine hervormingen
- Golfstaten: demonstraties hard neergeslagen, hadden ook het geld om support te
kopen.
- Libië: Gaddafi afgezet en staat verviel in clans (warlords – civil war) (state falls apart)

Syrian Civil War
Grote protesten in Syrië. VS steunden verschillende partijen. Assad echter sterk omdat hij
gesteund werd door Poetin.

- Maart 2011: Tieners schrijven met graffiti op de muur: the people want to bring
down the regime  opgepakt en gemarteld  demonstraties volgden.
- Regime gebruikte veel geweld om demonstraties neer te slaan: snipers doodden zelfs
kinderen en baby’s. (no mercy – men wilde het moraal om te demonstreren naar
beneden halen)
- Tegenover gestelde gebeurde, politie wilde geen baby’s etc. doodschieten. Politie en
soldaten vormden Free Syria Army. Vocht tegen Assad succesvol, daarna tegen
Russen minder succesvol door betere uitrusting Russen.
- VN bracht partijen bij elkaar  Rusland steunde echter Assad, dus overeenstemming
in Veiligheidsraad was moeilijk.
- 2015: rebellen waren aan het winnen – maar IS waren on the rise. Was groot
probleem voor Westerse partijen die oppositie steunden. Was kans voor Assad om
Islamisme te bevechten, waardoor Westen in spagaat kwam.
- Assad creërde echter voor een deel IS (liet veel gevangenen vrij, zodat ze IS op
konden bouwen): presenteerde zichzelf als het mindere kwaad (lesser Evil). Westen
verminderde steun voor rebellen en Rusland had excuus om rebellen en burgers te
bombarderen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller robertvanderstelt. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.85. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

78998 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.85  1x  sold
  • (0)
  Add to cart