Samenvatting Juridische Vaardigheden A (R_Jurvaar)
52 views 2 purchases
Course
Juridische Vaardigheden (R_JURVAAR)
Institution
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Book
Met kracht van argumenten
Deze samenvatting voor het vak Juridische Vaardigheden A bevat alle onderwerpen van de hoorcolleges en werkgroepen: juridische argumentatie, argumentatiestructuren, aristotelische syllogismen, modus ponens, modus tollens, hypothetisch syllogisme, drogredenen, retorica en framing en de retorische be...
Subject (onderwerp) en predicaat (eigenschap)
Alle juristen (subject) zijn academici (predicaat)
Middenterm (komt niet in conclusie voor)
Kleine term (subject conclusie)
Grote term (predicaat conclusie)
- Alle juristen (kleine term) zijn universitair opgeleid (midden term)
- Alle universitair opgeleiden (middenterm) zijn academici (grote term)
- Alle juristen (kleine term) zijn academici (grote term)
Distributie
Gedistribueerd (zegt iets over alle leden in de groep)
Ongedistribueerd (zegt niet iets over alle leden in de groep)
Alle juristen (gedistribueerd) zijn academici (ongedistribueerd)
Kwantiteit
Algemeen (zegt iets over alle leden van het subject)
Particulier (zegt iets over sommige leden van het subject)
- Alle juristen (algemeen) zijn academici
- Sommige juisten (particulier) zijn academici
Kwaliteit
Bevestigend (predicaat is van toepassing)
Ontkennend (predicaat is niet van toepassing)
- Alle juristen zijn academici (bevestigend)
- Alle juristen zijn geen academici (ontkennend)
,Algemeen bevestigend = AB
Alle juristen (gedistribueerd) zijn academici (ongedistribueerd)
Algemeen ontkennend = AO
Alle juristen (gedistribueerd) zijn geen academici (gedistribueerd)
Particulier ontkennend = PO
Sommige juristen (ongedistribueerd) zijn geen academici (gedistribueerd)
Cirkels Euler
P1: Sommige bewijsmiddelen zijn geen getuigenverklaringen.
P2: Alle bewijsmiddelen zijn schriftelijke stukken.
C: Sommige schriftelijke stukken zijn geen getuigenverklaringen.
Middenterm: bewijsmiddelen
Kleine term: schriftelijke stukken
Grote term: getuigenverklaringen
2
, Regels syllogisme van Soeteman
P1: Sommige bewijsmiddelen (ongedis) zijn geen getuigenverklaringen (gedis). -> PO
P2 Alle bewijsmiddelen (gedis) zijn schriftelijke stukken (ongedis). -> AB
C: Sommige schriftelijke stukken (ongedis) zijn geen getuigenverklaringen (gedis). ->
PO
Middenterm: bewijsmiddelen
Kleine term: schriftelijke stukken
Grote term: getuigenverklaringen
1. De middenterm moet ten minste een maal gedistribueerd zijn. -> Ja, in P2
2. Als een term in de conclusie gedistribueerd is, moet deze ook in de premisse
gedistribueerd zijn. (In de conclusie mag een term niet gedistribueerd worden
gebruikt, tenzij die term gedistribueerd was in een van de premissen) -> Ja, in
P1
3. A. Als een van de premisse ontkennend is, is de conclusie ontkennend. -> Ja
B. Als beide premisse bevestigend zijn, is de conclusie bevestigend. ->
Overslaan
4. Uit twee ontkennende premissen kan geen conclusie getrokken worden. ->
Voldaan
Indien je bij een van de vragen strandt, hoef je de andere vragen niet te
beantwoorden.
Redeneerschema’s met oorzaak-gevolgrelatie
Redeneringen met een oorzaak-gevolgrelatie
- Hypothetische propositie (als dan propositie)
Als de zon schijnt, dan ga ik naar buiten
Als p, dan q
Als p het geval is (de zon schijnt), dan treedt q op (ga ik naar buiten).
- De kleine letters p en q staan hier voor variabelen. Daarbij noemen we p het
antecedent (oorzaak) en q het consequent (gevolg).
- Een volledige redenering met een oorzaak-gevolg relatie bestaat uit een
hypothetische propositie (P!), een argument (P2) en een conclusie (C).
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller notarieelstudent. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.87. You're not tied to anything after your purchase.