schakelneuronen komen alleen voor in hersenen en ruggenmerg.
Systeem in je lichaam dat zorgt dat een bepaalde waarde rond de norm zal blijven. Een regelkring
bestaat uit een receptor (zintuigcel), conductoren (motorische- en sensorische zenuwen), controle
centrum (in het centrale zenuwstelsel), en effectoren (spieren of klieren). Feedback processen zijn
speciale regelkringen. Ook feedback processen bestaan uit een receptor, conductoren en een
regelcentrum in het centrale zenuwstelsel.
dynamisch evenwicht = bepaald evenwicht dat verandert maar uiteindelijk weer terugkeert naar
normaal niveau
homeostase = in stand houden van een dynamisch evenwicht in inwendig milieu
normwaarde = de waarde die iets behoort te hebben bvb minimaal 36,5 graden
negatieve terugkoppeling = afname van iets stimuleert het proces
positieve terugkoppeling = toename van iets stimuleert het proces
voor homeostase is communicatie nodig tussen de cellen, in meercellige organismen vindt dit plaats
door signaalmoleculen
signaalmoleculen = moleculen die cellen afgeven waardoor ze kunnen communiceren ( worden door
bepaalde cellen afgegeven en binden zich aan receptoren)
De cellen waarvoor de hormonen bedoeld zijn. Doelwitcellen bevatten specifieke receptoren voor de
hormonen. Deze receptoren liggen in het cytoplasma of in de celmembraan. Alleen specifieke
doelwitcellen zijn gevoelig voor het hormoon, en zullen reageren op het signaal/boodschap van het
hormoon.
receptoren = hieraan binden signaalmoleculen
hormonen = signaalmoleculen die hormoonklieren afgeven
endocriene klieren = klieren die zonder afvoerbuis meteen iets afgeven aan het bloed
exocriene klieren = klieren die met een afvoerbuis iets afgeven aan het bloed
secretie = afgifte van hormonen door cellen van de hormoonklier
excretie = afgifte van zweet of speekselklieren door afvoerbuis; afscheiding
hormoonreceptoren = receptoren die er voor zorgen dat hormonen werkzaam worden
doelwitorganen = organen met hormoonreceptoren
hormoonspiegel = hormoonconcentratie
bas 2
het hormoonstelsel bestaat uit een aantal hormoonklieren. De hypofyse ligt tussen de beiden
hersenhelften in, hij bestaat uit twee gedeelten. De voorkwab en de achterkwab. De secretie van de
hormonen dor de hypofyse wordt geregeld dit de hypothalamus ( een deel van de hersenen wat
boven de hypofyse ligt) de hypofyse produceert enkele hormonen die de werking van andere
hormoonklieren beïnvloed.
De hypofyse produceert onder andere fsh en lh. Deze hormonen stimuleren de ovaria en de testes.
,TSH uit de hypofyse beïnvloed de schildklier. De schildklier ligt in de hals, voor het strottenhoofd,
tegen de luchtpijp. Het produceert onder andere thyroxine . dit hormoon beïnvloed de stofwisseling
en bij kinderen ook de groei en ontwikkeling van het beenderenstelsel en het centrale stelsel. TSH uit
de hypofyse stimuleert secretie van thyroxine , thyroxine remt secretie van TSH. Als de concentratie
thyroxine in het bloed daalt neemt secretie TSH toe. Doordat de concentratie TSH stijgt, wordt de
secretie van thyroxine gestimuleerd en daardoor stijgt de concentratie van thyroxine weer.
Als de schildklier teveel thyroxine produceert neemt intensiteit van stofwisseling toe. Dit kan zorgen
voor gewichtsverlies en rusteloosheid. Als er te weinig geproduceerd wordt neemt de stofwisseling
af. Dit kan leiden tot gewichtstoename en vermoeidheid, je krijgt het snel koud en kan bij kinderen
ook geestelijke en lichamelijke gevolgen veroorzaken.
Dwerggroei kan ook een gevolg zijn van een te lage productie van thyroxine ( kan komen door te
weinig jood in je voedsel, deze stof is noodzakelijk voor het vormen van thyroxine). Dit gaat vaak
gepaard met beperkingen in de geestelijke ontwikkeling.
Het vrijkomen van oxytocine uit de achterkwab van de hypofyse zorgt voor ontstaan van weeën aan
het eind van de zwangerschap en tijdens de geboorte. Na de geboorte wordt door oxytocine
melksecretie ontwikkeld uit de melkklieren in de borsten. Het is verantwoordelijk voor het ontstaan
van een band tussen moeder, kind en partners en wordt daarom ook wel het hechtingshormoon
genoemd.
Het antidiuretisch hormoon ( ADH) regelt resorptie van water in de nieren bij de vorming van urine ,
hoeveelheid water in de urine geregeld. De osmotische waarde van het bloed blijft daardoor min of
meer constant.
Het groeihormoon ( GH) regelt groei en ontwikkeling, zorgt voor groei van beenderen tijdens de
puberteit. Te weinig van dit hormoon kan dwerggroei veroorzaken, teveel van dit hormoon kan
reuzengroei veroorzaken
De alvleesklier heeft als verteringklier een exocriene functie. Hij produceert verteringssappen die
worden afgegeven aan de twaalfvingerige darm
Eilandjes van langerhans- verspreid tussen de cellen van de alvleesklier liggen groepjes cellen met
een endocriene functie. Ze produceren de hormonen insuline en glucagon, deze hormonen regelen
dat de glucoseconcentratie min of meer constant blijft.
Glucoseconcentratie van het bloed wordt ook wel de bloedsuikerspiegel genoemd
In voedsel komt vaak koolhydraten voor, deze worden verteerd vrijwel altijd tot glucose. Dit wordt in
de dunne darm opgenomen in het bloed, hierdoor zal de bloedsuikerspiegel stijgen boven de
normwaarde. De eilandjes van langerhans gaan dan insuline produceren, dit stimuleert de cellen in
het lichaam om meer glucose op te nemen in het bloed. Cellen in de spieren en lever zetten glucose
om tot glycogeen, dit wordt in de cellen opgeslagen. Hierdoor zal de glucoseconcentratie dalen.
Wanneer je spiegel onder de normwaarde komt produceren de eilandjes glucagon, die zorgen er
voor glycogeen om te zetten in glucose waardoor de spiegel stijgt.
De bijnieren liggen als kapjes bovenop de nieren, een bijnier bestaat uit een bijnier schors en een
bijnier merg. In stressvolle situaties produceert de bijnier merg het hormoon adrenaline. Het is een
hormoon met een snelle kortdurende werking. Onder invloed van adrenaline zetten cellen in de lever
en spieren glycogeen om in glucose, hierdoor stijgt de spiegel in het bloed. Hierdoor gaat je hart
, sneller kloppen, ga je sneller ademen en verwijderen de bloedvaten naar de spieren in de hersenen
zich. Organen die niet belangrijk zijn voor de snelle reactie worden geremd. Zo zorgt adrenaline in
stressvolle situaties ervoor dat het lichaam snel genoeg kan handelen.
Bas 3
Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel en het perifere zenuwstelsel.
Het centrale zenuwstelsel bestaat uit de grote hersenen, de kleine hersenen , de hersenstam en de
ruggenmerg.
Het perifere zenuwstelsel bestaat uit zenuwen, de zenuwen verbinden het centrale zenuwstelsel met
alle delen van het lichaam
Het zenuwstelsel speelt een belangrijke rol bij het tot stand komen van gedrag.
Een prikkel is een invloed uit het milieu op een organisme
Onder invloed van prikkels ontstaan in de zintuigcellen impulsen. Dit wordt doorgestuurd naar de
hersenen en die zorgen voor een reactie
Zintuigcellen worden receptoren genoemd , ze vangen prikkels op uit het milieu en zetten deze om in
impulsen
Doordat zenuwcellen impulsen geleiden worden ze conductoren genoemd. Spieren reageren op
impulsen door samen te trekken of te ontspannen. Klieren reageren op impulsen door stoffen af te
scheiden
Spiercellen en kliercellen worden effectoren genoemd
Zenuwcellen worden ook wel neuronen genoemd, het zenuwstelsel is opgebouwd uit zenuwcellen.
Zij geven signaalmoleculen af die we neurotransmitters noemen. Een zenuwcel is opgebouwd uit een
cellichaam met uitlopers. In het cellichaam bevinden zich de kern en het grootste deel van
cytoplasma met mitochondriën, ribosomen en endoplasmatisch reticulum
Uitlopers van bepaalde zenuwcellen zijn omgeven door een myelineschede, deze bestaat uit cellen
van schwann (Cellen van Schwann zitten als opgerolde pannenkoeken om de uitlopers van
zenuwcellen. Hebben als functie om de impulsgeleiding van de axon te versnellen) tussen twee
opeenvolgende cellen van schwann zit een kleine onderbreking, een insnoering.
Zenuwcellen kunnen impulsen ontvangen en doorgeven, dit zijn een soort electische signalen. Een
uitloper die impulsen ontvangt en naar het cellichaam toe geleidt heet een dendriet. Een uitloper die
impulsen van het cellichaam af geleidt het een axon ( of neuriet)
De uiteinden van een dendriet en axon zijn meestal sterk vertakt, hierdoor kan een zenuwcel snel
contact hebben met veel andere cellen. De vertakkingen van axon eindigen in synapsen, dat zijn
plaatsen waar impuls van de ene cel naar de andere cel wordt doorgegeven. Een synaps is een spleet
tussen de uit einden van een axon en een zenuwcel en een doelwitcel. Dat kan een zenuwcel,
spiercel, endocriene cel of exocriene cel zijn.
Wanneer een impuls aankomt in het uiteinde van een axon, versmelten de blaasjes met
neurotransmitters in het uiteinde van axon met het celmembraan waardoor de inhoud in de
synaptische spleet wordt vrijgelaten. De neurotransmitters binden zich aan de receptoren in het
membraan van de doelwitcel en kunnen daardoor een reactie in deze cel op gang zetten of stoppen.
Door de bindingen van de receptoren kunnen impulsen aan een andere zenuwcel worden
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller raynacaitlin. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.