Als je eet , drinkt of inademt, komen er stoffen je lichaam binnen. Deze stoffen worden in je cellen
veranderd met allerlei chemische processen. Hierdoor worden de stoffen gemaakt waaruit je lichaam
is opgebouwd. Voor de vorming van deze stoffen, voor beweging en voor de handhaving van je
lichaamstemperatuur is energie nodig. Deze energie is meestal afkomstig van de glucose van planten.
Om energie in een bruikbare vorm te krijgen wordt glucose in de cellen omgezet. Alle chemische
reacties in cellen samen noemen we stofwisseling. Enzymen versnellen deze reacties.
Par 2
Voor de levensprocessen in cellen is energie nodig. Energie heb je nodig om te bewegen , om je
lichaam warm te houden en voor groei en herstel. Verder worden voortdurend oude cellen
vervangen door nieuwe cellen. Cellen nemen voedingsstoffen, water en zuurstof op uit hun milieu en
geven afval stoffen af, in de cellen ontstaan door chemische reacties nieuwe stoffen. Planten
gebruiken energie uit licht om energierijke stoffen zoals glucose, vetten en eiwitten te maken. Alle
omzettingen van stoffen en energie in de cellen van je lichaam worden bij elkaar
stofwisselingsprocessen genoemd genoemd. Stofwisseling is het totaal van alle chemische processen
in de cellen van een organisme
Elk individu is opgebouwd uit verschillende typen stoffen. Dit kan je onderverdelen is organische en
anorganische stoffen. Elke stof is opgebouwd uit moleculen en moleculen uit atomen.
Organisch Anorganisch
Groot complex Klein simpel
Levende natuur Levende de én levenloze natuur
Bevat altijd CHO Kan ieder element bevatten
Bevat vaak N/S Vaak niet meer dan 2 verschillende elementen
Een voorbeeld van organische stof is glucosemolecuul C₆H₁₂O₆
De binden tussen koolstof en waterstof atomen bevatten veel chemische energie
Spiercellen en andere cellen krijgen energie voor levensprocessen, meestal verbranding van glucose
Glucose is een organische stof die een centrale rol speelt bij de energie voorziening en de opbouw
van organismen.
Een eiwitmolecuul kan uit duizenden atomen bestaan en zijn hierdoor veel groter dan glucose
moleculen.
De moleculen van anorganische stoffen kunnen heel verschillende atomen bevatten.
We kunnen stofwisselingsprocessen in twee groepen indelen : de assimilatieprocessen en de
dissimilatieprocessen, enzymen spelen hierbij een grote rol. Enzymen zijn stoffen die chemische
reacties in de cellen mogelijk maken.
Assimilatie is de opbouw van organische moleculen uit kleinere moleculen. Hierdoor worden
organische stoffen gevormd waaruit een individu bestaat. Deze stoffen worden gebruikt voor groei,
vervanging en herstel en voor het vormen van reserve stoffen. Bij assimilatieprocessen wordt altijd
energie gebruikt, die energie wordt opgeslagen in de moleculen van de gevormde organische stoffen.
Energie in moleculen noemen we chemische energie.
, Fotosynthese is een voorbeeld van assimilatie, bij fotosynthese wordt lichtenergie omgezet in
chemische energie in glucose moleculen.
In voortgezette assimilatie wordt bijvoorbeeld door de cel verder verwerkt tot grotere moleculen
met verschillende functies zoals zetmeel , vetten en eiwitten.
Dissimilatie is de omzetting van energierijke grote organische moleculen tot kleinere moleculen, de
chemische energie die hierbij vrijkomt wordt voor andere doeleinden gebruikt. De chemische energie
wordt omgezet in andere energievormen zoals bijvoorbeeld bewegingsenergie of als warmte.
Zenuwcellen kunnen de chemische energie omzetten in elektrische energie, als ze impulsen geleiden.
Sommige dieren maken zelfs lichtenergie van bij het uitstralen van licht
De energie kan ook weer worden opgeslagen als chemische energie, als er andere organische stoffen
mee worden opgebouwd, bvb eiwitten of vetten.
Par 3
Dissimulatie bestaat uit keten van chemische reacties
Een voorbeeld van dissimilatie is verbanding. Bij verbranding wordt glucose afgebroken en ontstaan
er water en koolstofdioxide. De chemische energie uit glucose wordt grotendeels vastgelegd in ATP,
een ander deel komt vrij als warmte ( ook bij energieomzetting ontstaat warmte)
In elke cel vindt voortdurend dissimulatie plaats, een cel zonder leeft niet. Als een organisme meer
energie gebruikt ( beweging, lichaamstemperatuur op temp houden, groei, herstel) zal er meer
dissimilatie plaatsvinden. De benodigde energie voor organismen is meestal afkomstig van de
dissimilatie van glucose
Glucose kan met zuurstof ( aeroob) of zonder zuurstof ( anaeroob) worden gedissimileerd.
Anaerobe dissimilatie wordt ook gisting genoemd, hierbij kan melkzuur ontstaan.
Net als in mensen en dieren cellen vind ook in plantencellen dissimilatie plaats ( kiemende
erwtenzaden)
De aerobe dissimilatie ( verbranding) van glucose vind voornamelijk plaats in de mitochondriën.
Hierbij worden koolstofdioxide moleculen en watermoleculen gevormd, dit zijn
verbrandingsproducten. De zuurstof die hiervoor nodig is kan door de cellen uit het milieu worden
opgenomen. Het koolstofdioxide die hierbij ontstaat kan aan het milieu worden afgegeven.
Chemische energie die tijdens de fotosynthese in een glucosemolecuul is opgeslagen komt nu weer
beschikbaar. Deze energie wordt tijdelijk omgezet in de chemische energie van ATP moleculen.
Daarna kan de energie worden benut bij levensprocessen
De meeste soorten organismen kunnen ook dissimileren zonder zuurstof ( anaeroob), ook hierbij
wordt de energie die vrijkomt opgeslagen in ATP moleculen. Er kan bij anaerobe melkzuur ontstaan
in spieren, maar ook alcohol ( ethanol). Dit proces heet alcoholgisting. Ethanol bevat veel chemische
energie en daarom is er per glucose molecuul ook veel minder energie beschikbaar bij anaeroob in
vergelijking tot aeroob.
In een zuurstofarme omgeving breken melkzuurbacteriën glucose af tot melkzuur. Deze anaerobe
dissimilatie wordt melkzuurgisting genoemd. Ook bij veel dieren en mensen kan door anaerobe
dissimilatie melkzuur ontstaan, vooral in spieren. Dit gebeurd als in korte tijd veel energie nodig is
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller raynacaitlin. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.