Organisaties: zijn verbanden tussen mensen die een gemeenschappelijk doel nastreven, zoals winst
maken of het beschermen van waarden. (Bedrijven, maatschappelijk middenveld)
Voordelen rationalisering:
Verdere uitbouw wetenschap waardoor grotere beheersing van sociale processen en natuur
Efficiënte vormgeving van arbeidsorganisaties
Universele regels en gelijke behandeling
Het meten van opbrengsten
Nadelen rationalisering:
Middelen gaan doelen overheersen
Differentiatie in arbeidsverdeling leidt tot vervreemding en grote machtsverschillen
Onpersoonlijke en formele opstelling in relaties tussen mensen
Hoge eisen voor werknemers waardoor veel mensen zich ziek moeten melden als gevolg van
stres. En het ontstaan van een onder klasse die door de samenleving wordt uitgesloten
Toename van macht van bureaucratische organisaties
Paradigma’s rationalisering:
Functionalisme-paradigma: voordelen van rationalisering benadrukt. Het leidt tot een
ontwikkeling van de kapitalistische economie en tot groei van materiële welvaart.
Conflict-paradigma: nadruk gelegd op ontstaan van maatschappelijke
ongelijkheidsverhoudingen door rationalisering. De strijd tussen klassen van de maatschappij
over schaarse en waardevolle goederen.
Rationele-actor-paradigma: door rationalisering actoren het proces kunnen beheersen om
de eigen doelen te bereiken
Paragraaf 14.2
Kenmerken moderne westerse samenleving:
1. Politieke kenmerken: - volkssoevereiniteit: door verkiezingen maakt de bevolking haar
voorkeur voor het bestuur van het land. – klassieke(vrijheid van meningsuiting en van
godsdienst)-/ sociale grondrechten(verzorgingsstaat). -Democratie
2. Economische kenmerken: - globalisering door meer een wereldmarkt. -gemengde economie:
een rol van de overheid en ruimte voor de vrije markt en een toegenomen welvaart. -
kenniseconomie.
3. Demografische kenmerken: - urbanisatie(verstedelijking). – heterogene samenleving:
ontstaan door globalisering en individualisering.
4. Culturele en sociale kenmerken: - Seculier: de macht van geloof is afgenomen en de
ratio(wetenschap en recht) toegenomen. - Bindingen zijn minder hecht maar veelvuldige en
veelsoortige binden zijn ontstaan. - Scheiding privaat en publiek: mensen trekken zich terug
in hun eigen huis en minder in het publieke leven. - Zelfontplooiing en persoonlijke
autonomie: mensen zijn meer gericht op zichzelf.
, Ideologie van modernisering:
Modernisering verwijst naar feitelijke veranderingen in de samenleving zoals de kernconcepten.
Sommige mensen zien dit echt ook als een wenselijke verandering die vooruitgang brengt en goed is
voor mensen dan spreek je van een ideologie. Dit vooruitgangsgeloof is:
Universalistisch: dat wil zeggen dat deze cultuuruniversalisten ervan uitgaan dat de traditionele
verhoudingen overal plaats zullen maken voor een moderne westerse samenlevingsvorm, die overal
gelijk is.
Evolutionistisch maatschappijbeeld: samenlevingen veranderen richting een moderne samenleving
aangestuurd door technologie en wetenschappelijke kennis. De vraag is niet of modernisering over
plaats gaat vinden maar wanneer.
Cultuurrelativisten: bekritiseren de ideologie van modernisering. Moderniseringsproces is relatief en
verschilt en kent vele varianten.
Paragraaf 14.3
Verandering vormingsvraagstuk:
Civilisatieproces: proces waarbij mensen hun driften/emoties te beheersen, steeds meer
onder controle krijgen (voornamelijk begonnen vanaf 1500)
Identiteit: collectieve identiteit steeds meer vervaagd. De groep van familie, kerk of religie
had vroeger een veel belangrijkere plek in het leven maar zijn nu veel zwakker.
Bricolage: het ‘bij elkaar knutselen’ van je eigen identiteit door meer vrijheid in het maken
van eigen keuzes.
Informalisering: mensen gaan informeler met elkaar on en daarmee zijn contacten flexibeler
geworden.
Verandering verhoudingsvraagstuk:
Informalisering: verhouding tussen mensen is informeler geworden. De verhoudingen zijn
minder hiërarchisch en meer gelijkwaardig geworden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller robinbos1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.