Anatomie en fysiologie interne k1
Hartvaatsysteem deel 1; hartfunctie
De bouw en functie van hart en het vaatstelsel beschrijven en de circulatie van het bloed
(zuurstofarm en zuurstofrijk) door het hart, de grote en kleine circulatie beschrijven.
Tractus circulatorius: pompt het bloed rond (hart, arteriën, venen en capillairen)
- Systemen:
o Transportsysteem
O2 en CO2
Voedingsstoffen
Afvalstoffen
Immuunsysteem
o Regelsysteem
Transport hormonen
Warmteregulatie
Circulatieprobleem heeft koud been
- Circulatie:
o Longcirculatie (kleine circulatie)
o Systeemcirculatie (grote circulatie/lichaamscirculatie)
Dit geeft inzicht in symptomen bij problemen met de circulatie
Zuurstof arm bloed
o Bloed in rechter atrium
o Contractie atria
o Bloed in rechter ventrikel
o Contractie ventrikel
o Bloed in aa. pulmonalis
oxygenatie van bloed in long capillairen
o Bloed van uit vena pulmonalis
o Bloed in linker atrium
o Contractie atrium
o Bloed in linker ventrikel
o Contractie ventrikel
o Bloed in aorta
Stroomopwaarts wordt bepaald hoeveel bloed er naar welk orgaan gaat. (net voor de capillairen (in
arteriën))
, - Bouw:
Vaatstelsel:
Arterieel systeem: brengen bloed naar organen toe (vaak zuurstofrijk)
Longslagader (pulmonalis): brengt bloed naar longen toe neemt zuurstof op
Enige slagader die zuurstofarm is
Aorta en grote arteriën; elastische arteriën; erg rekbaar
Kleine Arterien en ateriolen; musculeuze arterien; glad spierweefsel.
Capillairen; bevatten veel epitheel uitwisseling van stoffen tussen bloed en
weefsel plaats
Venulen en venen; venenwand is dunner en slapper dan arteriewand.
Distribuerende functie
Veneus systeem: voeren bloed van organen af (vaak zuurstofarm)
Drainagesysteem
Depotfunctie
- Bouw hart;
Vuistgroot orgaan met stevige spierwand (myocard =hartspier)
o Aan binnenzijde myocard bevind zich het endocard = platte epitheelcellen met
bindweefsel laag.
Ligt schuin in de borstholte; 2/3 ligt links, 1/3 ligt rechts van de mediaanlijn.
o In de thoraxholte, achter het borstbeen. Ter hoogte van 2 de tot 5de
intercostaalruimte. Steunt op het middenrif.
Punt van het hart is naar voren, naar links en naar onderen gericht.
Om het hart zit een hartzakje; een dubbele laag met een kleine hoeveelheid vloeistof
ertussen.
o De vloeistof zorgt ervoor dat de twee lagen soepel over elkaar glijden.
o De binnenste laag is het epicard , de buitenste laag heet pericard .
o Vaak wordt met het woord pericard het hele hartzakje aangeduid.
Lymfatisch systeem
o Hart: ligt in het midden van de thorax
Pompfunctie
Holle spier
Haalt zijn zuurstof niet uit het bloed, maar heeft een eigen circulatie (aorta
kransslagaderen (coronaire vaten))
Coronaire ziekte: coronaire vaten krijgen geen zuurstof hartinfarct
Vier delen:
Rechter boezem (atrium) worden gescheiden door atrium
septum
Linker boezem (atrium)
Rechter kamer (ventrikel) worden gescheiden door ventrikel
septum
Linker kamer (ventrikel)
Kleppen: zorgen ervoor dat het bloed niet terug kan stromen naar de atria,
maar doorstroomt naar de ventrikels
Atrio-ventrikulaire kleppen: mitralisklep, tricuspidalisklep, chordae tendineae en
papillairspieren
Semilunaire kleppen: aortaklep en pulmonalisklep
Pericard: twee gladde laagjes aan de buitenkant van het hart, waardoor er geen
wrijving plaatsvindt
Pericardholte: vloeistof tussen de gladde lagen
o Ziektes: endocarditis, myocarditis en pericarditis
Ventrikel hebben dikke wand
Linker ventrikel dikste wand ( moet meer druk leveren)
o Bestaat uit spierweefsel, net als het tussenschot (septum)
Kleppen;
Atrioventriculaire kleppen (AV-kleppen) ; tussen atrium en
ventrikel
o De linker AV-klep = mitralisklep
o De rechter AV-klep = tricuspidalisklep
Werking; Ze zijn via dunne bindweefseldraden ( chordae
tendineae) verbonden met spiervezels aan de binnenzijde van de
ventrikel (papillairspieren ). Deze zorgen ervoor dat de kleppen
, bij sluiting van de kleppen niet ‘omklappen’ en zich naar de verkeerde kant openen. Zo
wordt het eenrichtingsverkeer van het bloed bij de kleppen bewerkstelligd.
Aortaklep en pulmonalisklep; kleppen aan begin van de grote arteriën.
Kleppen bevatten geen spierweefsel, ze gaan open en dicht onder invloed van drukverschillen.
Hart en grote vaten
Bovenzijde;
Aorta
o Vormt een boog vlak boven het hart.
o Zodra de aorta uit het hart komt,
ontspringen er twee takken naar de
hartspier: de linker- en
rechterkransslagader (coronairarterie).
Arteria pulmonalis (longslagader)
o Splitst vlak boven het hart in een linker-
en rechtertak die naar de longen gaan.
Weerszijden
Vena cava inferior/superior (onderste en
bovenste holle ader)
o Bloed toevoeren naar het hart
Linkerbovenzijde
Venae pulmonales; vier aders (longaders)
Doorsnede van het hart
Bovenste ruimtes arteria/boezems
o Monden de vena cava inferior en de
vena cava superior uit (onderste en
bovenste holle ader)
Bloed naar hart afkomstig van benen
(vena cava inferior) en hoofd en
armen (vena cava superior).
o Linkeratrium monden vier pulmonale venen
uit.
Onderste ruimtes ventrikels/kamers
o Ontspringen grote slagaders
Linkerventrikel; aorta
Rechterventrikel; pulmonlisstam
(truncus pulmonalis)
Splits in twee longslagaders
(arteriae pulmonales)
Vaatstelsel
De aorta heeft veel vertakkingen . De eerste vertakkingen
zijn de coronairarteriën .
In de aortaboog, vlak boven het hart, ontspringt vervolgens
een reeks vertakkingen.
De hartslag kan worden gevoeld aan slagaders die aan de oppervlakte liggen
, zoals de polsslagader (arteria radialis), halsslagader (arteria carotis) of de liesslagader
(arteria femoralis).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Ilseklaasses. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.