Week 1
Goederen: zaken en vermogensrecht
Goederen (art. 3:1): alle zaken en alle vermogensrechten
Zaken (art. 3:2): de voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten
Onroerend: grond, nog niet gewonnen delfstoffen, beplantingen + gebouwen en werken
met de grond verenigd
Vermogensrecht (art. 3:6) - eigendom versus vorderingsrechten
Zakelijk of persoonlijk
Eigendom: zakelijk (ding)
Vorderingsrecht: persoonlijk (persoon)
Absoluut of relatief
Eigendomsrecht: absoluut --> kan worden gehandhaafd jegens iedereen
Vorderingsrecht: relatief --> rechtsbetrekking tussen 2 bepaalde personen: schuldeiser en
schuldenaar
Rechtshandeling
Een rechtshandeling is een handeling die gericht is op rechtsgevolg
Meerzijdige rechtshandelingen: meerdere personen (bv overeenkomst: iemand doet een
aanbod en de ander ervaart dit) - gericht tot iemand anders, diegene hoeft er niet mee in te
stemmen
Eenzijdige rechtshandeling: tot stand gebracht door één persoon – bv opzeggen
huurovereenkomst
Art. 3:32-3:39
Totstandkoming rechtshandeling
Wilsvertrouwensleer:
1. 1e grondslag: geopenbaarde wil (art. 3:33 BW) --> is hier een probleem mee?
Dan verder naar 2e grondslag:
2. Het opgewekte vertrouwen (art. 3:35 BW)
Grondslag 1: geopenbaarde wil
Geopenbaarde wil (partij die een fiets wil kopen, verzekering wil afleggen etc)
Vorm van de verklaring (art. 3:37 lid 1 BW): kan in iedere vorm
Moment tot stand komen (art. 3:37 lid 3): moet die persoon hebben bereikt
Er kan een situatie ontstaan waardoor er sprake is van discrepantie wil en verklaring: verklaring kan
door diverse oorzaken afwijken van wil, zoals vergissing, verspreking, verschrijving, dubbelzinnig
woordgebruik.
Grondslag 2: opgewekt vertrouwen
Opgewekt vertrouwen (art. 3:35 BW)
Is het vertrouwen gerechtvaardigd? Dan komt de rechtshandeling wel tot stand
Goede trouw (art. 3:11 BW) - diverse omstandigheden
Uitleg dubbele grondslag
1. Art. 3:33 BW:
In geval dat wil = verklaring: geldige rechtshandeling
In geval dat wil niet verklaring is: in beginsel geen rechtshandeling, tenzij je een geslaagd beroep kan
doen op art. 3:35 BW
2. Art. 3:35 BW:
Verklaring of gedraging van een ander
Die is opgevat als een verklaring/gedraging van een bepaalde strekking (subjectief)
En in de gegeven omstandigheden ook zo mocht opvatten (objectief)
,Als dit allemaal opgaat, is het gevolg: geen beroep op het ontbreken van de overeenstemmende wil
--> dus er komt een rechtshandeling tot stand
Art. 3:34 is een verlenging van art. 3:33 BW:
Geestelijke stoornis
Verband tussen geestelijke stoornis en de verklaring
Overeenkomst
Meerzijdige rechtshandeling, waarbij een of meer partijen jegens een of meer anderen een
verbintenis aangaan (art. 6:213)
Een overeenkomst kan tot stand komen door een aanbod en de aanvaarding daarvan (art.
6:217)
Overeenkomst leidt tot verbintenissen (verplichtingen)
Aanbod
Eenzijdige rechtshandeling
Ten onderscheiden van: uitnodiging om in onderhandelingen te treden – dit is geen aanbod
Aanbod omvat alle essentiële elementen die nodig zijn voor die overeenkomst
Vervalt door:
Verwerping (art. 6:221 lid 2)
Tijdsverloop (art. 6:221 lid 1)
Herroeping (art. 6:219 lid 1)
Onherroepelijk aanbod: als je zelf een termijn hebt genoemd
Aanvaarding
Eenzijdige rechtshandeling
In beginsel vormvrij (art. 3:37 lid 1) - maar art. 7:2 --> koop van woning moet schriftelijk
Moet inhoudelijk overeenstemmen met aanbod
Van het aanbod ‘afwijkende aanvaarding’ (dus bevat andere informatie) is eigenlijk een
nieuw aanbod
Misverstand
Art. 3:35: toespitsen op misverstand:
Wat hebben partijen over en weer verklaard en wat hebben zij afgeleid uit elkaars verklaringen en
gedragingen?
Week 2
Vertegenwoordiging
Standaardsituatie: A en B handelen zelf. A doet een aanbod en B aanvaardt --> er komt een
overeenkomst tot stand. Maar wat nou als bv A afwezig is, A een rechtspersoon is zoals de AH, A
onder curatele is gesteld?
Dan gaan we over op vertegenwoordiging --> er is sprake van een tussenpersoon die een aanbod
doet namens A.
Bevoegde vertegenwoordiging
A verleent volmacht aan T, vervolgens doet B een aanbod – art. 3:66 lid 1 BW:
1. Gevolmachtigde T verricht een rechtshandeling
2. In naam van A
3. Binnen de grenzen van zijn bevoegdheid
Gevolg: overeenkomst tussen A en B
Bronnen van vertegenwoordigingsbevoegdheid
1. Volmacht - A verleent volmacht aan T om hem (A) te vertegenwoordigen (art. 3:60 lid 1 BW)
2. Wettelijke vertegenwoordiging - ouder vertegenwoordigt minderjarig kind (art. 1:245 lid 4)
of curator vertegenwoordigt onder curatele gestelde (art. 1:386 jo. 3:337 BW)
, 3. Vertegenwoordiging van een rechtspersoon - door bestuurders (Boek 2)
4. Bevoegde zaak waarneming - art. 6:201 BW
Volmacht
Bevoegdheid die de volmachtgever verleent aan de gevolmachtigde om in naam van de
volmachtgever rechtshandelingen te verrichten.
Niet privatief: de volmachtgever mag zelf de bevoegdheid ook nog uitvoeren
Onbevoegde vertegenwoordiging
Geen overeenkomst tussen A en T dus ook niet tussen T en B
Er is geen toereikende volmacht gegeven --> T handelt niet binnen de grenzen van zijn
bevoegdheid
T moet schade aan B vergoeden (art. 3:70 BW)
Hoofdregel en 2 uitzonderingen
Hoofdregel: geen overeenkomst tussen de achterman en de wederpartij
Uitzondering:
1. Bescherming van gerechtvaardigd vertrouwen van wederpartij (B) --> art. 3:61 lid 2 – of:
2. Bekrachtiging door achterman (A) --> art. 3:69 BW
In beide gevallen is er wel een overeenkomst tussen A en B
1. Bescherming gerechtvaardigd vertrouwen toereikende volmacht
T verricht rechtshandeling in naam aan A
Verklaring of gedraging van A (toedoen A)
Gerechtvaardigd vertrouwen B op toereikende volmacht aan T
Vertrouwen van wederpartij moet zijn gebaseerd op een ‘verklaring of gedraging’ van A
Vertrouwen mag niet uitsluitend zijn gebaseerd op wat T (onbevoegde vertegenwoordiger) heeft
gezegd en gedaan
2. Bekrachtiging
A bekrachtigt overeenkomst (dus hij gaat er later toch wel mee akkoord)
Gevolg (art. 3:69 BW): overeenkomst A-B is dan toch geldig.
Wilsgebreken
Wilsvertrouwensleer (art. 3:33-3:35): verschil tussen wat je zegt en wat je daadwerkelijk
wilt – wil en verklaring
Wilsgebreken: de wijze waarop je wil zich heeft gevormd:
1. Bedreiging (3:44 lid 2)
2. Bedrog (3:44 lid 3)
3. Misbruik van omstandigheden (3:44 lid 4)
4. Dwaling (6:228)
Dwaling – art. 6:228 BW
Partij had bij het aangaan van de overeenkomst een onjuiste voorstelling van zaken
Partij zou bij een juiste voorstelling van zaken de overeenkomst niet hebben gesloten
Dwaling is te wijten aan:
1. Inlichting van de wederpartij
2. Wederpartij schond mededelingsplicht
3. Wederzijdse dwaling
Dwalende mag vernietigen, tenzij:
1. Dwaling betrof een ‘uitsluitende toekomstige omstandigheid’
2. ‘Voor rekening dwalende’ - o.a. koper schond eigen onderzoeksplicht
3. Dwaling niet kenbaar
3 gevallen
Inlichting wederpartij (art. 6:228 lid 1 sub a) - voorbeeld: Baris/Riezenkamp arrest
, Niet elke onjuiste mededeling
Niet van belang of de mededeling te goeder trouw of te kwader trouw is gedaan
Zwijgen (sub b)
Wederpartij had dwalende behoren in te lichten
Wederzijdse dwaling (sub c)
Beide partijen gingen bij het sluiten van de overeenkomst uit van dezelfde onjuiste
voorstelling van zaken, tenzij...
Voorbeeld: kunstkoop
Rechtsgevolg wilsgebreke
Rechtshandeling is vernietigbaar (3:44 lid 1 BW en 6:228)
Rechtshandeling is vooralsnog geldig
Partijen zijn gebonden totdat een van hen de overeenkomst vernietigt
Hoe vernietigen?
Buitengerechtelijke verklaring (art. 3:50 BW), of
Rechterlijke uitspraak
Vernietiging heeft terugwerkende kracht (art. 3:53) - achteraf gezien is er nooit een overeenkomst
geweest
Inhoud overeenkomst
Art. 6:248 lid 1 BW: de door partijen beoogde rechtsgevolgen
Overige factoren die de inhoud van de overeenkomst bepalen:
Wet, gewoonte, eisen van redelijkheid en billijkheid
Haviltex-maatstaf: het gaat niet alleen om de taal (wat er letterlijk in de wet staat)
‘Cao-norm’
Op enkele terreinen een andere uitlegnorm dan de Haviltex-norm
Ratio: uitleg is relevant voor rechtspositie van derden
In beginsel beantwoording doorslaggevend (objectief uit te leggen)
Overgang met Haviltex is vloeiend
Redelijkheid en billijkheid
Art. 6:248 lid 1 BW: aanvullende werking
Art. 6:248 lid 2 BW: beperkende werking – beding is niet van toepassing voor zover ‘naar
maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar’
Week 3
Nakoming: verrichten van een prestatie die beantwoordt aan de verbintenis. Je doet precies wat de
verbintenis van je verlangt.
Door wie? Aan wie?
Art. 6:27 BW
Als de betaling wordt gedaan door of aan een derden, is de betaling dan ook bevrijdend?
Door wie: de debiteur of een derden (art. 6:30 BW). Door een derden kan, mits er aan 2
voorwaarden is voldaan:
a. De derden moet handelen met de bedoeling om ook daadwerkelijk voor de ander te
betalen, niet voor zichzelf.
b. Soms staat er duidelijk in het contract dat een derden niet kan handelen.
Aan wie: in beginsel kun je niet aan een derden betalen, maar toch kan het (art. 6:32 jo. 34 BW):
a. Als de schuldeiser iemand heeft gemachtigd.
b. Art. 6:32 BW: bekrachtiging van de schuldeiser (je hebt aan de verkeerde betaald maar ik ga
er toch mee akkoord).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmagoedkoop. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.00. You're not tied to anything after your purchase.