,Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1................................................................................................................................................... 3
1.1.1 Wat kunnen we over sociale invloed vertellen?..........................................................................................3
1.1.2 Waarin verschilt sociale psychologie van de meeste verwante disciplines?...............................................3
1.2 de macht van de situatie................................................................................................................................3
1.3 de macht van sociale interpretatie.................................................................................................................4
Hoofdstuk 8................................................................................................................................................... 6
8.3 Normatieve sociale invloed: de behoefte om geaccepteerd te worden.........................................................6
8.3.1 Conformisme en sociale goedkeuring..........................................................................................................7
8.3.5 Wanneer conformeren mensen zich aan normatieve sociale invloed?.......................................................8
8.5.3 Andere redenen waarom we gehoorzamen................................................................................................8
Hoofdstuk 9 Groepsprocessen: invloed in sociale groepen..............................................................................9
§9.1 Wat is een groep?.........................................................................................................................................9
§9.2 Groepen en het gedrag van individuen......................................................................................................10
§9.3 Groepsbeslissingen: zijn twee (of meer) personen beter dan één?............................................................11
Hoofdstuk 2 Gedrag en gedragsverandering................................................................................................. 12
§2.1 Gedrag........................................................................................................................................................12
§2.2 Theorie van gepland gedrag.......................................................................................................................12
§2.3 Persuasieve communicatie: het Elaboration Likelyhood Model.................................................................14
§2.4 Het verwerken van argumenten.................................................................................................................16
§2.5 Overtuigingen en hun waardering..............................................................................................................16
2
,Hoofdstuk 1
1.1.1 Wat kunnen we over sociale invloed vertellen?
De sociale psychologie onderscheidt zich van andere disciplines omdat ze zich niet zozeer
bezighoudt met sociale situaties in een objectieve betekenis, maar doordat ze zich in eerste
instantie richt op de manier waarop mensen beïnvloed worden door hun interpretatie,
construct, van hun sociale omgeving.
De manier waarop mensen de sociale wereld waarnemen, begrijpen en
interpreteren.
Determinanten: bepalende factoren in een ontwikkeling of toestand.
Communicatieprofessionals willen gedrag beïnvloeden. Daarom is het belangrijk om te
weten:
Waarom gedragen mensen zich zoals ze doen. (Beweegredenen psychologie)
Bestuderen van jouw gedrag.
Wat is van invloed op gedrag. (Anderen/ context sociale psychologie)
Wat is de invloed van anderen op jouw gedrag.
1.1.2 Waarin verschilt sociale psychologie van de meeste verwante
disciplines?
Psychologie het begrijpen en voorspellen van menselijk gedrag
Sociale psychologie de invloed van anderen op het begrijpen en voorspellen van.
Menselijk gedrag
Als persoonlijkheidspsychologen proberen sociaal gedrag te verklaren,
concerteren ze zich over het algemeen op individuele verschillen: in aspecten
van de persoonlijkheid van de betrokkenen die maken dat ze anders zijn dan
anderen
Bij het verklaren van sociaal gedrag concentreren persoonlijkheidspsychologen zich over het
algemeen op individuele verschillen: aspecten van de persoonlijkheid van mensen die hen
onderscheiden van andere mensen.
Andere sociale wetenschappen houden zich meer bezig met brede sociale, economische,
politieke en historische factoren die invloed hebben op de gebeurtenissen in een bepaalde
gemeenschap.
Sociologie richt zich niet op de psychologie van het individu, maar kijkt naar de
samenleving als geheel.
Voor sociaal psychologen is het analyseniveau het individu in de context van
een sociale situatie.
1.2 de macht van de situatie
Fundamentele attributiefout je verklaart het gedrag van iemand vanuit zijn
persoonlijkheid, zonder rekening te houden met andere factoren.
3
,1.3 de macht van sociale interpretatie
Sociale situatie: de objectieve eigenschappen van de situatie bepalen, zoals hoe belonend
die situatie is voor mensen, en vervolgens te kijken naar het gedrag dat door die objectieve
eigenschappen ontstaat.
Behaviorisme
Stroming in de psychologie die de stelling verdedigt dat men om menselijk gedrag te
kunnen begrijpen, slechts hoeft te kijken naar de bekrachtiging de eigenschappen
van de omgeving dat wil zeggen: hoe positieve en negatieve gebeurtenissen in de
omgeving verband houden met specifieke gedragingen
Gestaltepsychologie:
Moedigt ons aan om de geest en gedrag als een geheel te zien én te behandelen
Deze aanpak schept orde in de chaos door losse informatie te combineren en naar
patronen te zoeken.
Naïef realisme: de overtuiging dat ieder van ons dingen waarneemt ‘zoals ze echt zijn’. Als
andere mensen dezelfde dingen dus anders zien, moet dat wel zijn omdat zij
bevooroordeeld zijn.
Beide partijen verzetten zich tegen een compromis uit angst dat hun
‘bevooroordeelde’ tegenstander daar meer mee opschiet dan zijn.
Hoofdstuk 6
6.1.1 Cognitieve dissonantietheorie
Cognitieve dissonantie is de onaangename spanning die iemand ervaart bij tegenstrijdige
overtuigingen, ideeën of opvattingen of bij handelen in strijd met de eigen overtuiging.
Vb.: je lag de hele dag in bed films te kijken, terwijl je eigenlijk moest leren. Je
dissonantie is dan dat je in bed films zat te kijken, omdat je de hele dag ziek
was
Leon Festinger (1957) was de eerste die onderzoek deed naar de manier waarop dit
krachtige fenomeen in zijn werk gaat
Hij verwerkte zijn ontdekkingen in wat met recht de belangrijkste en meest
prikkelende theorie van de sociale psychologie genoemd kan worden
Dissonantie is het sterkste n het meest verontrustend als mensen zich gedragen op
manieren die hun zelfbeeld bedreigen
Cognitieve dissonantie leidt altijd tot een bepaalde spanning en als reactie daarop
proberen we haar te reduceren
4
, Zelfbevestiging iemand richt zich op één of meer van zijn goede eigenschappen om de
aandacht van het slechte gedrag af te leiden
Impact bias we overschatten de intensiteit en de duur van onze negatieve emotionele
reacties
Het proces van dissonantiereductie voor een groot deel onbewust verloopt. Op die manier
lukt het ook beter
Vb.: je wordt afgewezen voor een date, je past bewust dissonantiereductie
toe. Je denkt in jezelf degene die je heeft afgewezen is een idioot
Zelfachting: positief zelfbeeld
Mensen met de hoogste zelfachting voelen de meeste dissonantie als ze zich
gedragen op een manier die botst met de hoge dunk van zichzelf en ze zullen meer
moeite doen om die te reduceren dan mensen met een gemiddelde zelfachting
Mensen met een lage zelfachting voelen niet zoveel dissonantie als ze wat stoms
doen
Vb.: ‘ik heb iets stoms gedaan’ consonant is met de cognitie ‘ik ben een
niksnut, ik doe altijd vreselijke dingen’
3 fundamentele manieren om dissonantie te reduceren
Door ons gedrag te veranderen zodat het in overeenstemming komt met de
dissonante cognitie
Door te proberen ons gedrag te rechtvaardigen, door een van de dissonante cognities
te veranderen
Door te proberen ons gedrag te rechtvaardigen door nieuwe cognities toe te voegen
6.1.2 Rationeel gedrag vs. rationaliserend gedrag
De behoefte om ons geval eigenwaarde in stand te houden tot denken is niet altijd
rationeel, het is eerder rationaliserend
Mensen die druk bezig zijn om dissonantie te reduceren, zijn er zo op gespitst om
zichzelf van hun gelijk te overtuigen dat ze zich uiteindelijk vaak op irrationele en
disfunctionele manier gaan gedragen
We vervormen de informatie op een manier die past bij onze reeds bestaande ideeën
Als we eenmaal een vaste meningen of overtuiging hebben, vervormen de meesten
van ons nieuwe informatie zodanig dat die onze bestaande meningen en
overtuigingen bevestigt
5
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller christinezhong03. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.98. You're not tied to anything after your purchase.