100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Alle uitgewerkte vragen van histologie en histopathologie CLN $12.94   Add to cart

Exam (elaborations)

Alle uitgewerkte vragen van histologie en histopathologie CLN

 139 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Alle uitgewerkte vragen van histologie en histopathologie CLN: Dit document bevat uitgebreide antwoorden op de lijst met examenvragen van ZOWEL histologie als histopathologie. Zijn examen bestaat uit 4 open vragen van deze lijst (2 histologie, 2 pathologie). Dit document bevat een overzicht per hoo...

[Show more]

Preview 3 out of 21  pages

  • March 5, 2021
  • 21
  • 2020/2021
  • Exam (elaborations)
  • Questions & answers
avatar-seller
lOMoARcPSD|875697




Open vragen CLN
Histologie
Bespreek de functionele histologie en voorkomen van de verschillende types capillairen.
 Functionele histologie
o Diameter van 5-9 um
o Enkele laag aansluitende endotheelcellen
 Functie:
 Glycocalyx van endotheelcellen heeft negatieve elektrische lading,
stoot bloedcellen en trombocyten met gelijkaardige nagatieve lading af
 Aanwezigheid van microfilamenten  endotheelcellen kunnen contraheren
 spelen rol bij opbouw bloeddruk
 Niet-trombogeen oppervlak: scheidt stoffen uit die bloedstolling
tegengaan (heparine, plasminogeen activator, Von Willebrand-factor)
 Bepaalt lokale vasculaire tonus via omringende gladde spiercellen,
endotheline 1, angiotensin converting enzyme, nitric oxide en prostacycline
 Activeert angiotensine I tot angiotensine II via ACE
 Inactiveert bradykinine, serotonine, prostaglandinen, norepinefrine
en trombine
 Metboliseert lipoproteïnen dmv lipasen aan celoppervlak tot triglyceriden en
cholesterol
 Produceert stollingsfactoren
 Produceert bloedgroepantigenen
 Bevat lichaampjes van Weibel-Palade (enkel grote vaten)  brengen P-
selectine tot expressie  witte bloedcellen gaan na rollen aanhechten op
endotheel  diapedese
 Groeifactoren uitscheiden (oa VEGF)
o Maken uitwisseling tussen bloed en omgevende weefsels mogelijk
o Marginal folds = randplooien die ontstaan door aanhechting van twee endotheelcelranden
o Volgende structuren kunnen aanwezig zijn:
 Lamina basalis rond capilair, gevormd door endotheel en sluit aan op
omgevende collageen
 Fenestrae, meestal in groepjes gelegen, vormen zeefplaten die porositeit van
de wand veroorzaken
 Diafragma, gelegen in fenestrae, bepaerkt als dunne membraan de vrije
doorgang van vloeistof en/of deeltjes
 Verschillende types capillairen
o Continue capillairen
 Komen het meest voor
 Ononderbroken epitheellaag en lamina basalis
 Transport door transcytose (vesikeltransport door cytoplasma vd cel)
 In spieren, bindweefsel, exocriene klieren en zenuwweefsel
o Gefenestreerde capillairen met diafragma
 Fenestrae bevatten diafragma en zijn omgeven door lamina basalis
 Transport door fenestrae (beperk door mazen diafragma)
 In endocriene klieren en het darmkanaal


1

, lOMoARcPSD|875697




o Gefenstreerde capillairen zonder diafragma
 Omgeven door dikke lamina basalis
 Transport: open fenestrae laten vloeistof en kleine deeltjes door
 In nierglomerulus
o Leversinusoïden
 Bekleed met aangeengesloten laag endotheelcellen, voorzien van fenestrae
met diameter van 105 nm zonder diafragma, geen lamina basalis
 Omgeven met speciaal type pericyt, ‘fat-storing’-cel aka ‘stellate cell’
 Transport: vloeistof en deeltjes tot grootte 105 nm kunnen passeren,
grotere deeltjes hebben geen toegang’
 In lever
o Discontinue sinusoïden
 Grotere gaten of spleten tussen endotheel
 Transport: makkelijke uitwisseling van cellen tussen bloed en weefsel
 In hemopoëtische organen, zoals beenmerg en milt
o Lymfecapillairen
 Begrensd door niet-gefenestreerd, tamelijk los endotheel, zonder basale lamina

Bespreek de cellen in het hart die bloeddruk en hartfrequentie bepalen.
Hartfrequentie:
 Prikkelvormig geleidingssysteem = coördinatie contractie van atria en ventrikels, zodat hart
als efficiënte pomp fungeert
 Bestaat uit gespecialiseerd hartspierweefsel en omvat:
o Sinoatriale knoop (SA-knoop) of sinusknoop: in wand rechteratrium tussen uitmondigen
v. cava superior en inferior
o Atrioventriculaire knoop (AV-knoop): in wand rechteratrium bij septum
 Opbouw weefsel van de knopen:
o Kleine hartspiercellen
 Weinig myofibrillen
 Veel mitochondriën
 Veel glycogeen
o Gelegen in bindweefsel met bloedvaten
o SA- en AV-knoop elektrisch gekoppeld via internodale banen
 Verloop AV-bundel
o Bundel van His ontspringt in AV-knoop in septum tussen de ventrikels  splitsing in 2
bundeltakken
o AV-bundel = zelfde cellen als knopen
o Na splitsing = omvang cellen neemt toe, tot diameter > gewone hartspiercellen
= Purkinjevezels
 Purkinjevezels:
o Vormen geleidingssyteem
o Opbouw:
 Centraal gelegen kern
 Weinig myofibrillen die verspreid liggen aan periferie
 Rijk aan glycogeen
 Slecht ontwikkeld sarcoplasmatisch reticulum maar veel mitochondriën
o Elektrisch gekoppeld door nexusverbindingen

2

, lOMoARcPSD|875697




 Contratie hartspiercellen
o Prikkelgeneratie = hartspiercellen contraheren spontaan, zonder impuls van
zenuwstelsel (zelfs in vitro)
o In situ: hartspiercellen = verbonden via nexusverbindingen via laterale celmembranen tot
functionele complexen  cellen met snelste contactie leggen tempo op aan andere cellen =
pacemaker
o Pacemaker = cellen van SA-knoop
 Direct tov atriale hartspiercellen
 Indirect door stimulatie AV-knoop en ventrikels via Purkinjevezels
 Innervatie hart
o Veel zenuwvezels en ganglioncellen rond SA- en AV-knoop  frequentie hartslag
beïnvloeden via SA-knoop
o Prikkeling van parasymphaticus (n. vagus) = vertraging hartslag
o Prikkeling via sympathicus = versnelling hartslag
Bloeddruk:
 Motorische zenuwen
o Beïnvloeden contractiestoestand arteriën
o Algemene opbouw: perikaryon + dendrieten + axon
 Baroreceptoren:
o Bevinden zich in adventitia van a. carotis communis (en andere plaatsen)
o Bestaan uit concentratie vrije zenuwuiteinden, die gestimuleerd worden door rekking
o Registreren veranderingen in bloeddruk  doorgeven via n. glosso-pharyngeus
o Baroreflex:
 Houdt bloeddruk (bijna) constant
 Snelle negatieve feedback:
 verhoogde bloeddruk  verhoogde baroreflex  verlaging hartslag en
bloeddruk
 verlaagde bloeddruk  verlaagde baroreflex  verhoging hartslag en
bloeddruk
 Begint te werken in minder dan de duur van een hartcyclus (fracties van
een seconde)  helpt bij boeddrukval bij rechtstaan
 Atriale hartspiercellen:
o Kleiner dan hartspiercellen in ventrikels
o Nauwelijks ontwikkeld T-buizen systeem (= diepe buisvormige invaginaties loodrecht op
celmembraan, vormen netwerk rond myofibrilen, gelegen bij elke overgang tussen A- en
I- band, vormen diade met cisternen van de SR)
o Verhoogde frequentie nexusverbindingen
o Bevatten atriumgranua met natriuretische factor (ANF) = effect op bloeddruk
en elektrolytenhuishouding
 Hormoon afgegeven door atria hart
 Reksensoren detecteren hogere bloeddruk  verhoogde afgifte ANF  minder
natriumresportie in verzamelbuis nefronen  verhoging natriumsecretie 
verminderde osmose  afname van bloedvolume  verlaging bloeddruk
 Reksensoren detecteren lagere bloeddruk  verminderde afgifte ANF  meer
natriumresportie in verzamelbuis nefronen  verhoogde natriumresorptie 
toename bloedvolume  verhoging bloeddruk
 Dilaterende werking op afferente arteriole nier  lage bloeddruk = minder dilatatie
 meer weerstand  minder bloed naar nieren  toename bloedvolume
3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lemmeslodders. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $12.94. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$12.94  1x  sold
  • (0)
  Add to cart