100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
RA1 colleges $8.04   Add to cart

Class notes

RA1 colleges

 28 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

College aantekeningen RA-1

Preview 4 out of 71  pages

  • March 7, 2021
  • 71
  • 2018/2019
  • Class notes
  • Blom
  • All classes
avatar-seller
Week 1 RA-1: diabetes mellitus
ZSO: energiemetabolisme
Enzymen
- Enzymen katalyseren stofwisselingsreacties zonder daarbij
zelf te worden verbruikt.
- Enzymactiviteit is bepalend voor het verloop van de
stofwisseling.
o = Snelheid waarmee een enzym een reactie
versneld
- Bouw en werking
o Ruimtelijke vorm met veel knikken en lussen
o Actief centrum met specifieke ruimtelijke structuur
o Enzym werkt op een substraat
▪ Substraat past precies in het actieve centrum
▪ Enzym-substraat complex
▪ Na reactie laat het ontstane molecuul los van het actieve centrum >
volgende reactie kan plaatsvinden
o Enzymen zijn substraat-specifiek
▪ Inwerken op één specifieke stof
- Activeringsenergie
o Chemische reactie: beweging van moleculen en de botsing van moleculen
o Energie die een systeem nodig heeft om een chemische reactie te laten
verlopen
o Enzymen > minder activeringsenergie nodig
- Enzymactiviteit
o Snelheid waarmee een enzym een reactie versneld
o Uitgedrukt in hoeveelheid substraat die per tijdseenheid wordt omgezet of in
de hoeveelheid reactieproduct die per tijdseenheid ontstaat.
o Beinvloed door temperatuur, zuurgraad, concentratie van deelnemende
stoffen en door bindingen van enzymen met stoffen die de activiteit kunnen
verhogen of remmen.
o E + S → ES → E + P
▪ Rate 1 = k1[E][S]
▪ Rate 2 = k2[ES]
▪ Rate = snelheid = V = d[P]/dt
▪ Snelheid omhoog door hogere
substraat of hogere
enzymconcentratie
▪ Vmax = maximale snelheid
▪ Hoge [S] > enzymen
gesatureerd, dus uiteindelijk
kan de reactie niet sneller
verlopen omdat alle bindingsplekken dan bezet zijn.
o Enzymen hebben hun eigen optimumtemperatuur en pH.
▪ Boven de 50 graden denaturatie



1

, - Co-factoren
o Soms een speciaal ion of molecuul nodig om goed te kunnen werken. Dat
wordt dan een co-factor genoemd. Het eigenlijke enzymmolecuul heet dan
een apo-enzym.
o Co-factor kan anorganisch of
organisch zijn.
▪ Anorganisch: metaalionen
▪ Organisch > co-enzym
(vitamines)


Vertering en opname
- Monosachariden (water, mineralen, vitaminen) kunnen zonder verteringi in het
bloed worden opgenomen.
- Eiwitten, disachariden en polysachariden moeten eerst worden verteerd.
o Eiwitten > aminozuren
o Sachariden > monosachariden
o Vetzuren > twee vetzuurmoleculen afsplitsen
▪ Vrije vetzuren + monoacylglycerol
- Vetten
o Glycerol + drie vetzuurmoleculen
o Brandstof voor het lichaam
o Bouwstof voor fosfolipiden
o Onverzadigd (plantaardige oliën)
o Verzadigd (dierlijke vetten)
o Cholesterol > aanmaak door de lever
- Koolhydraten
o Mono (glucose/fructose), di (sacharose en lactose), poly (zetmeel, glycogen)
o Overtollig deel > glycogen > lever en spieren
o Opgeslagen in vet
o Bouwstof voor de cel
- Eiwitten
o Polymeren van aminozuren
o 20 verschillende aminozuren, lichaam kan er 12 zelf maken (in de lever)
o Bouwstof voor het lichaam
o Transport van stoffen
o Uitgescheiden met urine als ureum
o Energie leveren door stoffen als pyruvaat
- Hydrolysereactie > splitsen van een chemisch molecuul onder opname van water
- Vetering: combinatie van mechanische vertering en chemische vertering
o Mechanisch: lengtespieren, kringspieren, snijtanden
▪ Totale oppervlak van het voedsel vergroten
▪ Darmperistaltiek
o Chemisch: amylase, pancreas, galblaas, zoutzuur
▪ Mondholte: speeksel door speekselklieren. Bevat amylase > zetmeel
afbreken tot maltose
▪ Maag: gastrine > maagsap. Bevat zoutzuur, slijm en pepsinogeen.


2

, • Pepsinogeen > inactief pro-enzym > pepsine (door zoutzuur)
• Splitsing van eiwitmoleculen tot polypeptiden.
• Zoutzuur doodt bacteriën, slijm beschermt tegen zuur.
▪ Dunne darm: zure brij stimuleert bepaalde cellen in het duodenum tot
uitscheiding van secretine en cholecystokinine.
▪ Lever en pancreas:
• Secretine > stimulatie van gal en NaHCO3 (neutraliseert
maagzuur)
• Cholecystokinine > afgeven van gal en secretie enzymen uit
alvleesklier.
• Alvleessap bevat trypsinogeen en peptidase, amylase en lipase.
o Peptidase: afbraak tot di- en tripeptiden en aminozuren
o Amylase: zetmeel naar maltose
o Lipase: splitsing triglyceriden tot vetzuurmoleculen en
monoacylglycero,
o Gal: kleurstoffen en zouten. Maken kleine vetdruppels
(emulgeren). Vergroot oppervlak vetdruppels.
- Opname of resorptie voornamelijk in de dunne darm
o Ongeveer 6 meter lang, sterk geplooid
o Darmvlokken (darmvilli) > haarvaten en lymfevaten
o Microvilli > enorme oppervlakte, dus opname zeer
groot.
o Opname van water, voedingsstoffen en
veteringsproducten
▪ Passief transport (A): concentratie in
darmepitheelcellen lager dan in de
darmholte. Diffunderen(C) van
voedingsstoffen via het membraan of via membraaneiwitten (vettige
stoffen en gassen)
• Transporteiwit (D) (glucose, ionen, water)
• Osmose
▪ Actief transport (B): opname selectief of tegen het concentratieverval
in door transporteiwitten uit de darmholte. Kost energie
Glycolyse
- Glucose energie wordt in mitochondriën omgezet in ATP
- Omzetting van glucose naar energie:
- Glycolyse
o Glucose splitsen in twee delen > 2 pyruvaat
(C2H4O5)
o Cytoplasma
o Pyruvaat opgenomen in mitochondriën
o Netto 2 ATP vorming (bruto 4 vorming,
maar voor activering 2 verbruikt)




3

, o Netto 2 NADH vorming (leveren ATP in oxidatieve fosforylering)




o ATP is een geschikt molecuul voor transport van energie
o NAD+ neemt twee energierijke elektronen en een H+ op
▪ NAD+ + 2e- + H+ → NADH + H+
o Eindproduct is pyruvaat
▪ Tussen producten zijn glucose-6-fosfaat, fructose -1,6-bifosfaat en
fosfo-enolpyruvaat
o Katalysatie door pyruvaatkinase



Citroenzuurcyclus
- Eindproduct glycolyse is twee pyruvaat
- Acetyl-co-A vorming door decarboxylering van pyruvaat
door het enzyme pyruvaat dehydrogenase
- Citroenzuur vorming als de acetyl-groep vna acetyl-co-A
o Co-enzym A wordt hergebruikt
- Vindt plaats in de mitochondriën
- Energie uit glucose gebruikt voor de vorming van
energierijke elektronen, gebonden aan NADH en FADH2




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller DieuwertjeKok. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.04. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72042 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.04
  • (0)
  Add to cart