Complete, uitgebreide samenvatting van het boek Risicomanagement van de schrijvers Sonja Janicijevic, Paul Claes en Rob Lengkeek. Alle hoofdstukken worden behandeld, inclusief de informatie van de hoorcollege's.
Samenvatting Risicomanagement
Hoofdstuk 1
Riskmanagement: hield zich bezig met risico’s die konden worden verzekerd, zoals brand, fraude
ongevallen, etc.
1.1 Behoefte aan zekerheid
De bekende psycholoog Abraham Maslow onderscheidt vijf
fundamentele typen van menselijke behoeften, die qua
belangrijkheid zijn te rangschikken op verschillende niveaus.
Mensen proberen risico’s te interpreteren vanuit hun
ervaringskader. Vaak houdt dat in dat ze de verschijnselen
terugbrengen tot gebeurtenissen die al vaker hebben
plaatsgevonden.
1.2 Introductie van het begrip risico
Risico: het gevaar van schade of verlies.
Gevaar impliceert onzekerheid over de uitkomst. Schade of verlies toont dat we met risico’s een
gebeurtenis met een negatieve uitkomst duiden.
1.3 Globale begripsbepaling van risicomanagement
Primaire levensbehoeften: ook wel 'noodzakelijk goed', is een goed dat voorziet in de
eerste levensbehoefte van de consument. Zo zijn water, voedsel en lucht primaire goederen. Het
moet hierbij wel om goederen gaan die echt essentieel zijn.
Camaliteitenkarakter: wanneer een ramp ernstige schade veroorzaakt. = een grote ramp.
De term risicomanagement wordt gebruikt voor de analyse en de beheersing van risico’s die zijn
verbonden aan het omgaan met allerlei zuiver financiële risico’s.
Dynamische risico’s: een risico dat bewust wordt opgeroepen met de bedoeling een positieve
uitkomst (winst) te realiseren, maar met de kans op een negatieve uitkomst (verlies). Deze risico's
worden ook wel 'speculatief risico' of 'ondernemersrisico' genoemd en zijn in het algemeen niet
verzekerbaar.
Statische risico’s: risico’s die kunnen leiden tot schade of verlies en die onlosmakelijk verbonden zijn
aan de activiteiten en middelen van een onderneming.
1.4 Redenen voor risicomanagement
Enkele invloedsfactoren:
- Sarbanes Ocley: Een wet die organisaties rechtstreeks verplicht tot het toepassen van
risicomanagement.
- Corporate-governancecodes richten zich op een verantwoord ondernemingsbestuur en
hoewel de hoofdaandacht daarbij uitgaat naar het strategisch en financieel beheer.
- International Financial Reporting Standards (IFRS): is een set van afspraken over hoe het
jaarverslag van een verslagplichtige organisatie eruit dient te zien. Voor allerlei categorieën
van zaken is vastgelegd hoe / wanneer ze in een jaarverslag opgenomen dienen te worden.
- Basel-akkoorden: met de Basel-akkoorden worden de akkoorden aangeduid die in de
afgelopen decennia zijn gesloten door het Basel Comité voor internationaal toezicht. De
bedoeling ervan is de financiële veiligheid en gedegenheid van banken te bevorderen en
daarmee de stabiliteit van de financiële wereld als geheel te versterken.
1
,Solvency II-richtlijn
Deze richtlijn is erop gericht om, net als de Basel-akkoorden, de solvabiliteit van verzekeraars en
daarmee de uitkeringszekerheid van verzekerden te beschermen. De richtlijn bestaat uit drie pilaren
die de volgende onderwerpen regelen:
1. Financiële eisen;
2. Eisen ten aanzien van governance, risicomanagement en supervisie;
3. Eisen ten aanzien van rapportage en transparantie
De verzekeringsindustrie heeft op een andere manier een belangrijke invloed gehad op de
ontwikkeling van risicomanagement. Om tot een verstandig acceptatiebeleid en een verantwoorde
prijsbepaling voor verzekeringen te komen, hebben de verzekeringsmaatschappijen zich van oudsher
verdiept in allerlei risico’s en op dit gebied grote deskundigheid verworven.
1.5 Ontwikkeling van risicomanagement
Verzekeringsdenken
De verandering van oriëntatie bij insurance managers leidde er in 1975 toe dat hun
beroepsorganisatie, de American Society of Insurance Managers (ASIM), haar naam veranderde in
Risk and Insurance Management Society (RIMS).
De in andere Europese landen gevestigde risicomanagementorganisaties worden overkoepeld door
de in Brussel gevestigde Federation of European Risk Management Associations (FERMA).
Enterprice risk management (ERM) = met deze term wordt geduid op de beheersing van alle risico’s
van een organisatie, het zogenoemde organisatie breed risicomanagement.
Dit risicomanagement richt zich hierbij ook op de dynamische risico’s (ondernemersrisico’s).
Het COSO II-raamwerk geeft een definitie van risicomanagement, aanwijzingen voor de manier
waarop risicomanagement kan worden gestructureerd, gemeenschappelijke uitgangspunten voor
risicomanagement en een gemeenschappelijke ‘taal’ voor het voeren van risicomanagement.
ERM omvat het beheer van alle risico’s van een organisatie, terwijl het ‘traditionele’
risicomanagement zich voornamelijk richtte op de verzekerbare risico’s. ERM kan dus worden
beschouwd als een verbreding die zowel het traditionele risicomanagement in zich opneemt als ook
andere risicogebieden. In de praktijk vormt het ERM dan ook vooral een platform om centrale
uitgangspunten voor risicobeheersing te formuleren, kennis over risico’s ventraal inzichtelijk te
maken, de interdisciplinaire effecten van de risico’s onderling te delen.
Hoofdstuk 2
2.1 Definitie en formule van risico’s
Risico’s: de mogelijkheid dat zich een gebeurtenis voordoet in een gegeven periode en situatie. Die
een negatief effect heeft, waardecreatie verhindert of bestaande waardes uitholt.
Risico = kans X gevolg
Kansen kunnen de negatieve effecten van risico’s verminderen, zij bevorderen het behalen van
doelstellingen en dragen bij tot het behoud of de creatie van waarden.
Risico’s ontstaan doordat ondernemingen of instellingen onderhevig zijn aan allerlei bedreigingen.
Bedreiging: de aanwezigheid van een of meer omstandigheden waaruit mogelijk aantasting van
waarde, schade, verlies of letsel kan ontstaan.
2
,Elementen van een bedreiging:
Een belang dat geschaad kan worden, een persoon die letsel kan oplopen of een doelstelling
die mogelijk niet wordt gerealiseerd.
Betreft de vraag wie of wat negatief kan worden aangetast:
Persoonlijk welzijn:
De persoonlijke gezondheid als emotionele waarde en als economische
waarde.
Het vermogen om inkomen te werven.
Eigendommen:
De economische waarden die zijn vastgelegd in materiële en immateriële
vermogensbestanddelen.
De capaciteit om met de vermogensbestanddelen inkomen te werven.
De emotionele waarden die zijn verbonden aan bepaalde zaken.
Vrijheid van wettelijke verplichtingen.
Doelstellingen waarvan de realisatie niet kan worden zeker gesteld:
Strategische doelstellingen
Financiële doelstellingen
Commerciële doelstellingen
Organisatorische doelstellingen
De gevaren of krachten die de schade of het letsel veroorzaken.
Heeft betrekking op de vraag waardoor de negatieve aantasting ontstaat.
Natuurlijke schadeoorzaken
Menselijke schadeoorzaken
Economische schadeoorzaken
Juridische, politieke en maatschappelijke schadeoorzaken
Het gevolg van de schade.
Is het logische gevolg van de uitkomst van de eerste twee vragen.
Relatie tussen ‘risico’ en ‘bedreiging’
De volgende uiteenlopende zaken of omstandigheden die iets met risico te maken hebben, worden
ermee aangeduid:
De mensen, eigendommen, belangen en activiteiten die aan letsel, schade of verlies
blootstaan.
De schadeoorzaken.
De gevaren of bedreigingen.
De omvang van de mogelijke verliezen of nadeel.
De term risico wordt ook gebruikt om de meetbare kans aan te geven dat een bedreiging inderdaad
tot letsel, schade of nadeel leidt.
Onzuiver gebruik van de term risico. Maar om kansaspecten aan te duiden:
De mogelijkheid van schade of verlies.
De waarschijnlijkheid van schade of verlies.
De verschillen in frequentie waarmee schaden of verliezen voorkomen.
De subjectieve onzekerheid met betrekking tot verliezen.
2.2 Dynamische en strategische risico’s:
3
, Soorten risico’s:
Dynamische risico’s Statische risico’s
Worden bewust opgeroepen Zijn ongewenst
Kans op verlies, maar ook op winst Alleen kans op verlies
In de regel niet te verzekeren In principe wel te verzekeren
Voorbeelden: Voorbeelden:
Investeringsrisico, marktrisico, beleggingsrisico Brand, inbraak, aansprakelijkheid
Statische risico’s onderscheiden zich van dynamische risico’s doordat zij zich in het algemeen steeds
weer opnieuw voordoen wanneer de omstandigheden in hoofdzaak gelijk zijn.
2.3 Soorten risico’s en risico categorieën
Interne risico’s (endogene risico’s): hebben hun oorsprong in de organisatie van het bedrijf of de
instelling zelf.
Externe risico’s (exogene risico’s): komen voort uit de omgeving van het bedrijf of de instelling.
Risico-categorieën:
= thema’s waarbinnen risico’s worden
benoemd en gegroepeerd.
Waarom?
o Structureren
o Uniforme risicotaal
o volledigheid
Diverse soorten
aansprakelijkheidsrisico’s:
werkgeversaansprakelijkheid
productaansprakelijkheid
milieuaansprakelijkheid
Reputatierisico’s: zijn gevolgen van
andere risico’s de reputatie van een
organisatie wordt doorgaans pas
aangetast wanneer zich een ander
risico heeft voorgedaan.
2.4 Indeling van risico’s naar grootte
‘’Het risico is gelijk aan de kans dat een gedefinieerde gebeurtenis tot een negatief effect leidt
vermenigvuldigd met de waarde van het effect.’’
De basisindeling van risico’s is als volgt:
I kleine kans op kleine schade
II kleine kans op grote schade
III grote kans op kleine schade
IV grote kans op grote schade
Een risico wordt groot genoemd wanneer de gevolgen een zodanige bedreiging vormen dat het
nemen van het risico niet langer acceptabel is voor degene die het loopt.
Groot risico Bedreigend voor de continuïteit van de onderneming.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Dewidenboer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.36. You're not tied to anything after your purchase.