aardrijkskunde samenvatting hoofdstuk 2 wonen in nederland
wonen in nederland hoofdstuk 2 grote rivieren in de lage landen
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Secondary school
VWO / Gymnasium
Aardrijkskunde
6
All documents for this subject (2444)
Seller
Follow
lnj4603
Reviews received
Content preview
Samenvatting aardrijkskunde Wonen in Nederland
Hoofdstuk 2 Grote rivieren in de Lage Landen
Hoofdvraag: Wat zijn de oorzaken en gevolgen van overstromingsrisico’s van de grote
rivieren, van wateroverlast en watertekorten en met welke maatregelen kunnen deze
problemen worden opgelost?
§1 Brede rivieren door oneindig laagland
Deelvragen
1. Wat zijn de kenmerkende eigenschappen van de Rijn en de Maas en hun
stroomgebied?
2. Hoe beïnvloeden de eigenschappen van het stroomgebied de waterafvoer?
3. Welke gevolgen hadden de ruimtelijke aanpassingen in de rivieren voor de
waterafvoer en de bevaarbaarheid?
Laaglandrivieren
Eems en Westerschelde zijn estuaria. Een klein deel van Noordoost-Nederland maakt deel
uit van het stroomgebied van de Duitse Ems. De Scheldedelta valt gedeeltelijk onder het
stroomgebied van de Schelde.
Stroomgebied: het hele gebied dat afwatert op een bepaalde rivier en zijn zijrivieren.
Stroomstelsel: rivier met alle zijrivieren en vertakkingen die deel uitmaken van
hetzelfde stroomgebied.
De Rijn: de slagader van West-Europa
Twee zijrivieren van de Rijn ontspringen in de Zwitserse Alpen. De Rijn is van oorsprong een
gletsjerrivier, maar wordt ook aangevuld door regenwater gemengde rivier.
Twee derde van de rivier en stroomgebied ligt in Duitsland.
De Rijn stroomt door zes landen (Rijnoeverstaten) en mondt uit in de Noordzee.
De Rijn is een belangrijk transportader tussen de Noordzee en het achterland.
Waterscheiding: de grens tussen twee stroomgebieden.
Het lengteprofiel van de Rijn
1
, Het lengteprofiel bestaat uit de bovenloop, middenloop en benedenloop.
Bovenloop: bevat doorlatende kalk- en zandsteenlagen. Het verval in de bovenloop
is groot. De stroomsnelheid is dus hoog. De erosie is groter dan meer
stroomafwaarts.
o De Bovenrijn stroomt tussen het Zwarte Woud en Vogezen door een slenk
met aan weerskantenharde, granietachtige gesteenten.
Middenloop: ligt tussen Bingen en Keulen met ondoorlatende leisteenafzettingen en
basaltrotsen (Lorelei).
o Op sommige plaatsen, zoals bij de Lorelei, zijn vulkanische afzettingen door
de oude gesteentelagen gebroken en moet et water zich door een smalle
kloof persen. De harde basaltrotsen in de ondiepe rivierbedding vormen een
gevaar voor de schaapvaart en een obstakel voor de waterafvoer.
Benedenloop: vanaf Keulen, ook wel Niederrhein genoemd. Het verhang is heel
gering. De stroomsnelheid wordt er steeds lager, waardoor de sedimentatie
toeneemt. Vanaf de grens zoekt de
rivier door de Rijndelta zijn weg
naar zee.
o De Rijntakken zijn bedijkt,
met achter de dijken laag
liggende polders.
De Maas: een grillige rivier
De maas is ca. 900 km lang met bronnen
in Noordoost-Frankrijk. Het Franse deel is
bevaarbaar vanaf Sedan. Het
stroomgebied heeft daar weinig verhang.
Het is licht golvend. Veel neerslagwater
zakt daar weg in de poreuze kalkbodems
en komt mondjesmaat weer terug in de
rivieren (lange vertragingstijd).
Het Belgische deel stroomt door
diep ingesneden, harde gesteenten
(leisteenmassief) die slecht
doorlaatbaar zijn. De bebossing in
het reliëfrijke heuvelland voorkomt
erosie, maar door de dunne bodems is er weinig indringing en stroomt de neerslag
toch snel af naar de vele kleine riviertjes. Dat betekent dat de vertragingstijd kort is.
o Het water doet er maar 12 uur over om de afstand tussen Namen en
Maastricht af te leggen.
o Omdat het stroomgebied van de Maas betrekkelijk klein is, is de kans groot
dat er overal in het stroomgebied tegelijkertijd veel regen of sneeuw valt.
Van de Nederlandse Maas is de zogenaamde Grensmaas bochtig en in de zomer
onbevaarbaar door droogte. De scheepvaart wordt door het brede Julianakanaal
geleid. De bodems bestaan hier uit rivierkleiafzettingen op doorlatende grindlagen.
In Midden-Limburg stroomt de Plassenmaas door zand- en grindpakketten. De
Maasplassen zijn geschikt voor delfstofwinning, recreatie en waterberging.
Ten zuiden van Mook is het Maasdal begrensd door terrassen, dus zijn daar geen
polders en dijken. De uiterwaarden worden vaak intensief gebruikt.
In delen van de Maas regelen stuwen en sluizen het waterpeil en de scheepvaart
(anders dan de Waal en IJssel).
Levende rivieren
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lnj4603. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.32. You're not tied to anything after your purchase.